In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Onderdelen in deze les
VOORBEREIDING FILMTOETS
Slide 1 - Tekstslide
Voorbereiding op de film toets.
Na deze les kan jij je goed voorbereiden op de film toets.
De toets is een proefwerk en je cijfer komt dus in Magister.
De toets vind plaats op woensdag 17-6 om 10.00
Je krijgt 45 minuten voor de toets.
Slide 2 - Tekstslide
luister- en kijkstrategieën hanteren
compenserende strategieën kiezen en hanteren
het doel van de makers van een programma aangeven
de belangrijkste elementen van een programma weergeven
een oordeel geven over een programma en dit toelichten
een instructie uitvoeren
de waarde en betrouwbaarheid aangeven van de informatie die door de massamedia verspreid wordt.
LEER DOELENDIE HET EXAMEN TOETST
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je al over films?
Slide 4 - Woordweb
Zo lang als de moderne mens samen leeft, bestaan er vormen van kunst.
Al duizenden jaren bestaan er verschillende vormen van.....
Slide 5 - Tekstslide
Schilderkunst
Slide 6 - Tekstslide
Muziek
Slide 7 - Tekstslide
Film is eigenlijk een hele jonge kunstvorm.... Het bestaat pas zo'n 120 jaar.
Slide 8 - Tekstslide
Hoezo bestaat film pas zo kort?
Met andere woorden: wat was er nodig om film te kunnen uitvinden?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Je kan verschillende soorten vragen krijgen tijdens een filmtoets:
Kennisvragen. Deze vragen toetsen of je in staat bent om feiten te onthouden en te reproduceren.
BV "Hoe heten de hoofdpersonen?"
Inzichtsvragen. Bij inzichtsvragen moet je altijd even nadenken. Leraren stellen dit soort vragen om te achterhalen of je de film ook daadwerkelijk begrijpt.
BV. "Wat voor soort film is dit?" of "Wat is het thema van de film?"
Analysevragen. Of je in staat bent om verbanden te leggen tusssen verschillende onderdelen van de film, toetst een docent aan de hand van analysevragen.
BV "Waarom is er gekozen voor de title song 'Happy' bij de Minions?" of “Waardoor kwam batman op het idee om in de fabriek te zoeken?"
Evaluatievragen. Hierbij gaat het erom dat je kritisch kunt nadenken en een beargumenteerd oordeel kunt geven.
BV "Wat vond je van het acteerwerk in de film?"
Slide 11 - Tekstslide
Tijdens de film maak je aantekeningen over:
karakters (rollen) in de film. Hoofdrollen, bijrollen en hun eigenschappen.
KENNISVRAGEN
Slide 12 - Tekstslide
INZICHTVRAGEN
Inzichtvragen vragen of je de film begrijpt.
Vraag jezelf tijdens het kijken af of je begrijpt wat er gebeurt.
Slide 13 - Tekstslide
ANALYSEVRAGEN
Analysevragen gaan vaak over oorzaak en gevolg.
Bedenk tijdens de film waarom de dingen gebeuren.
Slide 14 - Tekstslide
EVALUATIEVRAGEN
Evaluatievragen gaan vaak over jouw mening.
Je krijgt punten voor de argumenten die je gebruikt.
Bedenk tijdens de film wat je goed en slecht vindt aan de film en vooral waarom je dat vindt.
In de differentiatie van deze les kan je daar meer over leren.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Kennisvraag Wat zijn de eigenschappen van de directeur.
A
Boos
B
Intelligent
C
Enthousiast
D
Leugenaar
Slide 17 - Quizvraag
Kennisvraag Hoe heet de dierentuin directeur?
A
De burgemeester
B
Wimbout Dulders
C
Wilfred van Oosten
D
kim
Slide 18 - Quizvraag
Inzichtvraag Waar speelt dit filmpje zich af?
A
In de opnamestudio van een talkshow
B
In de kantine van de dierentuin
C
In de vergaderzaal van de gemeente
D
In een theater
Slide 19 - Quizvraag
Analysevraag Hoe komt de presentator er achter dat de leeuw eigenlijk een kip is?
A
Hij gelooft het verhaal over de stoplichten niet.
B
De leeuw zit niet in een kooi.
C
De leeuw legt een ei.
D
De leeuw heeft veren.
Slide 20 - Quizvraag
Evaluatie vraag Wat vind jij van dit filmpje en waarom?
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Video
Kennisvraag Wat is de bron van dit filmpje?
A
Minister de Jong
B
Van Vredenburch College
C
Merel de Groot
D
RIVM
Slide 23 - Quizvraag
Inzichtvraag Wat is het doel van dit filmpje?
A
Informatie geven
B
Een instructie geven
C
Een verhaal vertellen
D
Recreatie
Slide 24 - Quizvraag
Analysevraag Wat is het doel van dit filmpje?
A
1: Instructie,
B
2: instructie, samenvatting
C
3: Reden, instructie, samenvatting
D
4: Reden, instructie, Voorbeeld, samenvatting
Slide 25 - Quizvraag
Evaluatievraag Vind jij dit filmpje nuttig?
Slide 26 - Open vraag
Nu ga je zelf vragen bedenken:
kennisvraag
inzichtvraag
analysevraag
evaluatievraag
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Bedenk een kennisvraag
Slide 29 - Open vraag
Bedenk een inzichtvraag
Slide 30 - Open vraag
Bedenk een Analysevraag
Slide 31 - Open vraag
Bedenk een Evaluatievraag
Slide 32 - Open vraag
Heb je nu een idee wat je kan verwachten van de film toets?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
Slide 33 - Quizvraag
Je gaat nu zelf verder met de les.
Oortjes in en aan het werk.
Heb je een vraag: steek je hand op!
Je leert welke argumenten je kan gebruiken bij een evaluatievraag.
Slide 34 - Tekstslide
Waar kijk je?
Een filmbeleving wordt onbewust beïnvloed door de omgeving. Zit je vader of moeder naast je te bellen? Ben je moe, verveeld of ziek? Kijk je thuis of in de bioscoop? Zorg ervoor dat deze factoren niet meegenomen worden in je mening over de film.
Slide 35 - Tekstslide
Script - verhaal
Het script is de uitgeschreven film. Sommige dialogen zijn interessant of indrukwekkend, terwijl andere helemaal nergens op slaan. Enkele aspecten waar je op let bij het beoordelen van het script:
Is het verhaal logisch?
Zijn de gesprekken interessant of voegen stukken niks toe?
Wordt het verhaal goed ingeleid of juist niet?
Is het verhaal origineel of kennen we het verhaal al van voorgaande films?
Slide 36 - Tekstslide
Originaliteit
Sommige films zijn geïnspireerd door andere films, waargebeurde verhalen of boeken. Maar in hoeverre is dit 'nieuwe' verhaal verwerkt in de film?
Is het verhaal 100% hetzelfde als andere films?
Zijn er scènes die door special effects of andere aspecten uitblinken tegen andere films met hetzelfde verhaal?
Geeft de film een goed beeld weer van het waargebeurde verhaal of is het waargebeurde verhaal bijna helemaal weggelaten?
Slide 37 - Tekstslide
Effecten
Effecten is iets wat op het moment een belangrijke rol speelt bij een film. Maar deze effecten kunnen een film ook compleet verpesten. Om de effecten te beoordelen, kun je kijken naar:
Voegen de effecten iets toe? Maakt het een scene speciaal of was deze net zo leuk zonder de effecten?
Passen de effecten bij het verhaal?
Past de kwaliteit van het effect bij het niveau van het jaar van uitkomst?
Zijn geluidseffecten overdreven aanwezig? Denk bijvoorbeeld aan een gevechtscene waarbij klappen en stoten overdreven hard worden weergegeven.
Slide 38 - Tekstslide
Muziek
Muziek speelt een belangrijke en misschien wel de belangrijkste rol bij een film. Een achtervolgingsscène zonder spannend muziekje is niet spannend en een bruiloftscene zonder vrolijke dansmuziek is niet leuk. Kortom:
Past de muziek bij het verhaal?
Past de muziek goed bij het genre?
Geeft de tekst het verhaal of bepaalde scènes goed weer?
Past de muziek in de omgeving? Een film die zich afspeelt in Zuid-Afrika moet geen Spaanse muziek hebben.
Slide 39 - Tekstslide
Acteerwerk
Als laatste moet ook het acteerwerk worden bekeken. Een film kan misschien wel heel goed zijn, maar als een acteur of actrice niet geloofwaardig overkomt kan dit de hele film verpesten.
Zijn de acteurs en actrices geknipt voor hun rol?
Komen ze geloofwaardig over?
Krijgen ze genoeg speeltijd?
Kan de acteur laten zien dat zijn karakter (rol) van emotie verandert?
Slide 40 - Tekstslide
even oefenen.....
Je krijgt een korte film te zien.
Let op:
het script
de orginaliteit
muziek
effecten
acteerwerk
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Video
Wat vind je van het script (het verhaal)?
Slide 43 - Open vraag
Wat is jouw mening over de muziek die gebruikt wordt?