Herhaling H5 balans, WenVrekening, afschrijving, marketing

Winst die je aan het eind van het jaar behaald, tel je op bij het eigen vermogen (EV)
A
Juist
B
Onjuist
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Winst die je aan het eind van het jaar behaald, tel je op bij het eigen vermogen (EV)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 1 - Quizvraag

Herhaling H5

Slide 2 - Tekstslide

De bezittingen op de balans staan op de creditzijde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noem je bijvoorbeeld de inventaris op de balans?
A
Dost
B
Cost
C
Post
D
Lacoste

Slide 4 - Quizvraag

Vlottende activa gaan langer als een jaar mee
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Liquide middelen zijn bank of kas en staan op de creditzijde van de balans
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Een balans is hetzelfde als een winst en verliesrekening
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

VA
VLA
LM
EV
VV
Kas
Voorraad
Inventaris
Crediteuren
Debiteuren
Onderhandse lening van € 15.000
Gebouw
Spaargeld

Slide 8 - Sleepvraag

Een andere benaming voor de winst- en verliesrekening is:
A
De fantastrekening
B
De begroting
C
De resultatenrekening
D
De momentenrekening

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb vandaag 3 fietsen verkocht aan Jan, hij betaalt deze fietsen over 2 maanden. Jan is een debiteur van mij.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Heb je liever debiteuren of crediteuren?
A
Debiteuren
B
Crediteuren

Slide 11 - Quizvraag

Op 20 mei 2020 ontvangt onderneming X per kas een bedrag van € 3.000 van haar debiteuren.
A
Kas stijgt met € 3.000 Debiteuren stijgt met € 3.000
B
Kas daalt met € 3.000 Debiteuren stijgt met € 3.000
C
Kas daalt met € 3.000 Debiteuren daalt met € 3.000
D
Kas stijgt met € 3.000 Debiteuren daalt met € 3.000

Slide 12 - Quizvraag

Het bommeltje verkoopt 25 frietjes per dag en 40 frikandellen. De verkoopprijs van een frietje is € 3,00 en van een frikandel € 2,50.
Bereken de dagomzet.
A
€ 160
B
€ 165
C
€ 170
D
€ 175

Slide 13 - Quizvraag

Bij de resultatenrekening staan de kosten links en de opbrengsten rechts
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Bij de resultatenrekening staat de omzet rechts
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Bij de resultatenrekening staat de winst (als er winst is) rechts
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Variabele kosten zijn niet afhankelijk van de productieomvang
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Er is een machine voor € 75.000 gekocht. Deze kan 8 jaar gebruikt worden en is nog € 15.000 waard.
Hoeveel is de afschrijving per jaar?
A
€ 6.500
B
€ 7.000
C
€ 7.500
D
€ 8.000

Slide 18 - Quizvraag

Er is een machine voor € 75.000 gekocht. Deze kan 8 jaar gebruikt worden en is nog € 15.000 waard. Hoeveel is de boekwaarde na 4 jaar?
A
€ 45.000
B
€ 50.000
C
€ 55.000
D
€ 65.000

Slide 19 - Quizvraag