theatervormen en speelstijl

Welkom bij KUDR M3
Uitleg speelstijl
Herhaling theatervormen
Analyseren speelstijlen

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 15 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij KUDR M3
Uitleg speelstijl
Herhaling theatervormen
Analyseren speelstijlen

Slide 1 - Tekstslide

Programma P2
Week 1: nabespreken toets + introductie PW 2: theatervormen en speelstijlen
Week 2: non verbale en verbale communicatie; expressie
Week 3: Theatervormen: tragedie, komedie/blijspel, musical, mime/pantomime, performance
Week 4: Poppenspel, maskerspel en schimmenspel
Week 5: Speelstijl: klassiek en realisme
Week 6: Speelstijl: absurdisme, clown, overacting, typetje, slapstick
Week 7: HH verschillende theatervormen en speelstijlen
Week 8: Herhalen toetsstof + oefentoets


Slide 2 - Tekstslide

Begrippen
Speelstijl
Realisme
Absurdisme
Sketch
Typetje
Vierde wand



Slide 3 - Tekstslide

Theaterdiscipline of theatervorm
Een theatervoorstelling bevat vaak meer dan toneelspel alleen. Hoe je het soort theatervoorstelling noemt is afhankelijk van waar de nadruk op ligt.  Dus wat is de VORM van het soort theater. 
Discipline of vorm

Slide 4 - Tekstslide

Theaterdiscipline of -vorm
Bijvoorbeeld: Fysiek theater - jeugdtheater - musical - soap - cabaret/kleinkunst - poppentheater - muziektheater - danstheater - schimmenspel - objecttheater - teksttoneel - multimedia theater - locatietheater - improvisatietheater - etc. 


Slide 5 - Tekstslide

Quiz theaterdisciplines
Welke vormen herken je?

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Welk theaterdiscipline was dit?
A
Locatie theater
B
Kleinkunst
C
Musical
D
Muziektheater

Slide 8 - Quizvraag

0

Slide 9 - Video

Welk theaterdiscipline zag je hier?
A
Muziektheater
B
Musical
C
Teksttoneel
D
Kleinkunst

Slide 10 - Quizvraag

0

Slide 11 - Video

Welke theatervorm was dit?
A
Teksttoneel
B
Locatietheater
C
Muziektheater
D
Objecttheater

Slide 12 - Quizvraag

0

Slide 13 - Video

Welk theaterdiscipline was dit?
A
Muziektheater
B
Jeugdtheater
C
Musical
D
Teksttheater

Slide 14 - Quizvraag

0

Slide 15 - Video

Hoe noemen we deze vorm van theater?
A
Kleinkunst
B
Muziektheater
C
Cabaret
D
Musical

Slide 16 - Quizvraag

0

Slide 17 - Video

Welke theatervorm was dit?
A
Kleinkunst
B
Teksttheater
C
Musical
D
Locatie theater

Slide 18 - Quizvraag

Kijkvraag
Wanneer je de volgende theatertrailer in categoriën zou zetten. Wat past daar dan bij en waar zie je dat aan?
Denk aan doelgroep, theaterdiscipline/theatervorm en soort locatie. ( vaak versterkt het ook elkaar)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Wanneer je de volgende theatertrailer in categoriën zou zetten. Wat past daar dan bij en waar zie je dat aan?

Slide 21 - Open vraag

Fragment Showponies
Kijk naar het volgende fragment uit de voorstelling Showponies. Schrijf de begrippen op die je herkent, ziet of die worden gezegd en die volgens jou over deze theatervorm gaan.


Showponies: https://www.npostart.nl/de-alex-klaasen-revue-showponies/02-08-2019/KN_1708776
(t/m 4:30)


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Begrippen fragment
Sketch
Typetje
Rol (“vanaf nu ben ik niet meer mezelf”)
 Kostuum (neus)(pakken)
 Stemgebruik (nasaal) (laag praten)
 Houding
Speelstijl



Slide 24 - Tekstslide

Speelstijl
1. De acteur kan emoties via mimiek, houding, beweging en stem in verschillende groottes spelen.   
  
- Realistisch spel  
- Absurdistisch spel
- Fysieke uitvergrote of groteske speelstijl

Slide 25 - Tekstslide

Speelstijl
De manier waarop gespeeld wordt. Bij verschillende theatervormen horen verschillende speelstijlen. Zo is de speelstijl bij een komedie anders dan bij tragedie.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

1. Realisme in het theater
Bij realistische theaterstukken worden er scènes uit de werkelijkheid gespeeld. Er vindt een dramatische ontwikkeling plaats bij de personages. 
Realisme

Slide 28 - Tekstslide

Je ziet fragmenten uit het repetitieproces en de voorstelling "Scenes uit een Huwelijk" van Toneelgroep Amsterdam. Waarom valt dit stuk onder Realisme?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Dit viel onder Realisme, omdat...
A
De acteurs net als mijn ouders praten.
B
Ik me kon inleven in de situatie van de spelers
C
Deze situaties ook in het echte leven voorkomen.
D
Ik echte tranen en emoties zag.

Slide 31 - Quizvraag

2. Absurdisme in het theater

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Vervreemding in theater
Binnen het Absurdisme zet men bewust vervreemdingseffecten in: 
- Gebruik van herhaling en obsessie.
- Een type spelen in een gewone situatie. Gebruik van clownerie en mime.
- Het doorbreken van een gewoonte
- Scènes in andere volgorde
- Tekst en emotie loskoppelen, waardje geen inleving bij de acteurs krijgt. 
- Doorbreken van de vierde wand
- Voorwerpen veranderen van functie
- Muziek en teksten zijn niet kloppend.


Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Wat is er absurdistisch aan het volgende fragment?

Dit meisje heeft een fantasievriendje, Otto. Ze speelt verstoppertje met hem in een café. 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

3. Fysieke uitvergrote of groteske speelstijl

Uitvergroting in stem en lichaam

Slide 38 - Tekstslide

Mister Bean
Je ziet hier een scène uit Mr Bean. Hier komen 6 vragen over:

- Welke emotie zie je bij Mr. Bean, beschrijf zijn mimiek
- Wat is volgens jou de denktekst op dit moment van Mr. Bean
- Mr. Bean is een kind in een volwassen lichaam. Hoe zie je dat terug in het spel? Gebruik zijn fysiek in je antwoord.
- Welke speelstijl zien we hier?
- Wat was het motorisch moment van deze scène?
- Wat was de climax van deze scène? 

Slide 39 - Tekstslide

Kijkopdrachten speelstijl
Speelstijlen
  
- Realistisch spel
- Absurdistische spel
- Fysieke uitvergrote of groteske speelstijl

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Slide 42 - Video

Wat was het verschil in spel tussen deze twee video's? Benoem waaraan je dat hebt gezien.

Slide 43 - Open vraag

Slide 44 - Video

Dit is typematig spel, noem drie elementen van spel die de acteurs toepassen, waardoor het typematig wordt.

Slide 45 - Open vraag

Opdracht speelstijlen
Vind zelf een fragment (mag theater, film of serie zijn) waar je de volgende speelstijlen herkent:
1. realistische speelstijl
2. absurdistische speelstijl
3. fysieke uitvergrote speelstijl
Zet de linkjes bij het antwoord

Slide 46 - Tekstslide

1. realistische speelstijl
2. absurdistische speelstijl
3. fysieke uitvergrote speelstijl
Zet de linkjes bij het antwoord

Slide 47 - Open vraag

Check leerdoelen
Herkennen theatervormen
Speelstijl
Typetje
Sketch

Slide 48 - Tekstslide

Volgende les
Oefentoets
Herhalen theatervormen en speelstijlen

Slide 49 - Tekstslide