Lesdoelen: je kunt argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
argumenten, tegenargumenten en weerlegging
Lesdoelen: je kunt argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen.
Slide 1 - Tekstslide
Welkom
Lezen: Argumentatie; tegenargumenten en weerleggingen.
Nederlands
Wat heb je nodig?
1. Leesboek
2. Agenda
3. Schrift+Pen
4. Lesboek
5. Laptop
timer
2:30
Slide 2 - Tekstslide
Planning vandaag
15 minuten lezen;
Opfrissen
Uitlegvideo over tegenargumenten en weerleggingen;
Zelfstandig werken aan opdrachten over tegenargumenten en weerleggingen;
Afsluiting.
Slide 3 - Tekstslide
timer
15:00
15 minuten in stilte zelfstandig lezen.
Slide 4 - Tekstslide
Argumenteren, wat weet je nog?
In de vorige periode hebben we uitgebreid aandacht geschonken aan de argumentatieleer. Wat heb je ervan onthouden? We gaan een woordweb invullen.
Slide 5 - Tekstslide
Argumenteren
Slide 6 - Woordweb
3 vormen van argumenteren
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Onderschikkende argumentatie
Slide 7 - Tekstslide
Herhaling basisschema's
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Onderschikkende argumentatie
Slide 8 - Sleepvraag
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.
A
De eerste zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
B
De tweede zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
C
De eerste zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.
D
De tweede zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.
Slide 9 - Quizvraag
Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen gaat winnen. Hij is immers veruit de beste in de debatten.
A
De eerste zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
B
De tweede zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
C
De eerste zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.
D
De tweede zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.
Slide 10 - Quizvraag
Zijn er nog vragen?
Slide 11 - Tekstslide
Betoog
Een betogende tekst heeft de volgende elementen:
Een stelling
Argumenten voor de stelling
Een tegenargument
Een weerlegging van een tegenargument
Slide 12 - Tekstslide
Tegenargument en weerlegging
Tegenargument: Een argument tegen de stelling
Weerlegging: De ontkrachting van een tegenargument
Waarom wil de schrijver deze elementen in zijn betoog?
Slide 13 - Tekstslide
Waarom wil de schrijver een tegenargument en een weerlegging in zijn betoog?
Slide 14 - Open vraag
apps.noordhoff.nl
Slide 15 - Link
Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
Slide 16 - Tekstslide
Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je minder snel bent afgeleid
Slide 17 - Tekstslide
Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je minder snel bent afgeleid
Slide 18 - Tekstslide
Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je minder snel bent afgeleid
De school heeft daar niets over te zeggen, het is je eigen verantwoordelijkheid
Slide 19 - Tekstslide
Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je minder snel bent afgeleid
De school heeft daar niets over te zeggen, het is je eigen verantwoordelijkheid
Dat valt best mee, want er zijn zat andere zaken in het lokaal die je kunnen afleiden
Slide 20 - Tekstslide
Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je minder snel bent afgeleid
De school heeft daar niets over te zeggen, het is je eigen verantwoordelijkheid
Dat valt best mee, want er zijn zat andere zaken in het lokaal die je kunnen afleiden
Standpunt
Argument
Tegenargument
Weerlegging
Slide 21 - Tekstslide
Tegenargument en weerlegging
Tegenargument = tegen het standpunt
Weerlegging = (tegen)argument onderuithalen
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Opdracht bij filmpje
Bekijk het filmpje op de volgende slide en noteer welke argumenten voor kernenergie, argumenten tegen kernenergie en welke weerleggingen in het filmpje van Lubach worden gebruikt.
Vergelijk jouw lijstje met die van je buurman/ buurvrouw