Faire, pc, phrases clés

Le programme d'aujourd'hui:
- Tu fais du sport?
- Continuer: faire dans le passé composé
- Phrases clés
- Quelle heure est-il?
- Formatieve toets
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Le programme d'aujourd'hui:
- Tu fais du sport?
- Continuer: faire dans le passé composé
- Phrases clés
- Quelle heure est-il?
- Formatieve toets

Slide 1 - Tekstslide

je
tu
il/ elle/ on
nous
vous
ils/ elles
fais
fais
fait
faisons
faites
font

Slide 2 - Sleepvraag

Tu fais du sport?
Je fais du karaté.

On fait de la danse.

Tu fais de l'athlétisme.

Slide 3 - Tekstslide

mannelijk

vrouwelijk

klinker/ stomme 'h'
faire du

faire de la

faire de l'



Voir aussi: page 80!

Slide 4 - Tekstslide

Tu fais du sport?
Oui, je ... (faire) du/ de la/ de l' ...
Non, j'ai un autre hobby, c'est ...

Quoi: maak de zin compleet. Zet je antwoord in de chat.
Comment: je mag woorden opzoeken op Reverso.net (zie link)
Temps: 5 minutes.
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Faire dans le passé composé
j'ai fait
tu as fait
il/ elle/ on a fait
nous avons fait
vous avez fait
ils/ elles ont fait                                   Voir aussi: page 86

Slide 6 - Tekstslide

Tu as fait du sport?
Oui: Je fais de la danse.   -->   J'ai fait de la danse.
Non: J'ai un autre hobby, c'est chanter. --> J'ai chanté.

Quoi: zet je zin in de passé composé, zoals in het voorbeeld hierboven. Zet je antwoord opnieuw in de chat.
Temps: 2 minutes.
timer
2:00

Slide 7 - Tekstslide

ze moeten via whapp spreekberichten sturen en dan tip top aan mij laten weten
Phrases-clés (blz 81)

Vertaal en beantwoord onderstaande vragen:

Wat is je lievelingssport?
Doe je aan sport? Hoe heet dat?
Heb je dit weekend gesport?
Wat heb je daarna gedaan? Met wie?


timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Phrases-clés: blz 81 + 87. Vertaal en beantwoord in het Frans
Wat is je lievelingssport?
Doe je aan sport? Hoe heet dat?
Heb je dit weekend gesport?
Wat heb je daarna gedaan? Met wie?
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Tops:

Slide 10 - Woordweb

Tips:

Slide 11 - Woordweb

Prenez votre mindmap!
Est-ce qu'il y a des questions?

Slide 12 - Tekstslide

Let op
's middags --> midi
half één 's middags/ 12.30 u. --> midi et demi (!!!)

's nachts --> minuit
half één 's nachts/ 00.30 --> minuit et demi (!!!)

Slide 13 - Tekstslide

Quelle heure est-il?
Il est...

Slide 14 - Open vraag

Quelles heure est-il?
Il est...

Slide 15 - Open vraag

Quelle heure est-il?
Il est...

Slide 16 - Open vraag

Quelle heure est-il?
Il est...

Slide 17 - Open vraag

Quelle heure est-il?
Il est...

Slide 18 - Open vraag

Formatieve toets

Slide 19 - Tekstslide