4.1 Wat is een pluriforme samenleving? / 4.2 Hoe kijk je tegen anderen aan?

4.1 Wat  is een pluriforme samenleving?
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

4.1 Wat  is een pluriforme samenleving?

Slide 1 - Tekstslide

:
Noteer in je schrift van beide evenementen: 
1-Je eerste reactie
2- Is het een maatschappelijk vraagstuk, of niet (toon aan)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel:
4.1 / Op welke manieren verschillen culturen van elkaar?  

Slide 3 - Tekstslide

Typisch Nederlands?

Slide 4 - Woordweb

Cultuur:
Cultuur: 
Alle waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken die mensen binnen een groep of samenleving et elkaar delen.  

Dominante cultuur: 
De cultuur van de meerderheid van de mensen in een samenleving.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Subcultuur:
Een groep mensen met waarden, normen en cultuurkenmerken die gedeeltelijk afwijken van de dominante cultuur.

Slide 7 - Tekstslide

Stoner starter pack
Brugpieper starter pack

Slide 8 - Tekstslide

Culturele diversiteit:
Leven in een pluriforme samenleving betekent dat je om je heen een grote culturele diversiteit ziet.
Dat wil zeggen dat er veel verschillende culturen en levensstijlen bestaan.
Dit hangt af van de volgende factoren.

Slide 9 - Tekstslide

Stad
Platteland

Slide 10 - Tekstslide

JONG
OUD

Slide 11 - Tekstslide

Generatieconflict:
Een meningsverschil dat veroorzaakt wordt door een verschil in leeftijd. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Arm
Rijk

Slide 14 - Tekstslide

Gender:
Verschillen tussen mannen en vrouwen zijn niet alleen biologisch bepaald. Hoe je je als man of vrouw gedraagt is sterk afhankelijk van de cultuur waarin je opgroeit. We spreken ook wel van gender, waarmee we de culturele verschillen tussen mannen en vrouwen aanduiden. Dit heeft alles te maken met culturele rolpatronen. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Rollen:
Rolpatronen: gedrag dat we van elkaar in bepaalde situaties verwachten.

Rolbevestigend: wat bij je rol past. 

Roldoorbrekend: wat je in eerste instantie niet van iemand verwacht. 

Slide 18 - Tekstslide

Migratie achtergrond:
In Nederkand leven mensen met verschillende etnische achtergronden samen. 

We spreken van mensen met een migratie achtergrond als iemand zelf, of één van zijn ouders in het buitenland geboren is. 

Slide 19 - Tekstslide

Een migratie achtergrond: "als jij of een van je ouders in het buitenland geboren is" Ik heb:
Een migratie achtergrond
Geen migratie achtergrond

Slide 20 - Poll

Godsdienst:
Moslims hebben andere rituelen dan christenen of hindoes. Gelovige mensen hebben vaak strengere opvattingen over fatsoen en hoe je hoort te leven. 

Slide 21 - Tekstslide

Ik geloof:
✝️
☪️
🕉
✡️
☸️

Slide 22 - Poll

Slide 23 - Video

Leerdoel:
4.2 / Hoe kijk je tegen anderen aan?

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoel (week)
Aan het eind van de les kun je herkennen en uitleggen wat vooroordelen en stereotypen zijn en op welke manier ze tot discriminatie kunnen leiden.

Slide 25 - Tekstslide


Etiketten plakken



Als je iemand voor het eerst ziet,  heb je vaak meteen een oordeel.
Dit komt door je eigen normen en waarden.

Slide 26 - Tekstslide

Beeldvorming
Je opvatting van de wereld.

Slide 27 - Tekstslide

Beeldvorming: 
Het ontstaan van een beeld in je hoofd.

Slide 28 - Tekstslide


Vooroordeel


Mensen in "hokjes stoppen". 
Een oordeel over iemand of iets, zonder dat je de feiten of persoon kent.

Slide 29 - Tekstslide

Voorbeelden
  • "Die Turk uit de 3e."

  • "Die boer met dat Twente-sjaaltje."

  • "Van haar kun je makkelijk winnen, want meisjes kunnen niet voetballen"

Slide 30 - Tekstslide


Stereotypen



Een vooroordeel over een hele groep, 
niet op één persoon

Slide 31 - Tekstslide

Voorbeelden
  • "Marokkanen zijn criminelen."

  • "Surinamers zijn lui."

  • "Homo's zijn verwijfd."

  • "Blondjes zijn dom."

  • "...en Belgen ook!"

Slide 32 - Tekstslide

Feit, vooroordeel of stereotype?

Slide 33 - Tekstslide

Nederlanders zijn gierig.
A
Feit
B
Vooroordeel
C
Stereotype

Slide 34 - Quizvraag

Jongeren geven nu meer geld uit aan kleding dan vroeger.
A
Feit
B
Vooroordeeld
C
Stereotype

Slide 35 - Quizvraag

Kees is een vreetzaak, want hij is niet voor niets zo dik!
A
Feit
B
Vooroordeeld
C
Stereotype

Slide 36 - Quizvraag

Sonja is zielig, want ze zit in een rolstoel.
A
Feit
B
Vooroordeeld
C
Stereotype

Slide 37 - Quizvraag

Op het vwo zitten alleen maar nerds.
A
Feit
B
Vooroordeeld
C
Stereotype

Slide 38 - Quizvraag

Ongelijke behandeling





Mensen worden om de verschillende redenen gediscrimineerd...

Slide 39 - Tekstslide

Redenen (1)
  • Culturele achtergrond
         - racisme: discriminatie op grond van iemands huidskleur
  • Uiterlijk


Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Ben je verbaasd over de uitspraken van de kinderen?
A
Ja
B
Een beetje
C
Niet heel erg
D
Nee

Slide 43 - Quizvraag

Kun je uitleggen waarom je wel of niet verbaasd bent?

Slide 44 - Open vraag

Redenen (2)
  • Sekse (man of vrouw) of seksuele geaardheid (homo's)
  • seksisme: discriminatie op grond van iemands sekse
  • Leeftijd (te jong of juist te oud)
  • geloof

Slide 45 - Tekstslide

Tolerantie en respect






Tolerantie heeft veel te maken met respect. Door tolerant te zijn, laat je zien dat je mensen die anders zijn respecteert.

Slide 46 - Tekstslide

Tolerantie en respect

Slide 47 - Tekstslide