□ 8. Je kunt op microniveau uitleggen hoe de atomen in een moleculaire stof gebonden zijn;
o a. Je weet dat atomen in een moleculaire stof bij elkaar gehouden worden door een atoombinding,
o b. Je weet wat een covalente binding inhoud,
o c. Je weet wat een polair-covalente binding inhoud en dat de binding tussen O-H en N-H polair zijn,
o d. Je weet dat de covalentie het aantal maximale atoombindingen is, dat een atoom aan kan gaan,
o e. Je weet hoe je de covalentie van een atoom kan bepalen, met behulp van ScienceData.
□ 9. Je kunt op microniveau uitleggen waardoor een moleculaire stof geen stroom kan geleiden;
o a. Je weet de ‘voorwaarde’ van elektriciteitsgeleiding: elektronen moeten vrij kunnen bewegen