4V H4 voortplanting (VIEM)

deze les
1. je doet mee met deze les en sluit bij deze presentatie aan
2. je volgt deze les zelfstandig door hem apart in lessonup te openen (incl uitlegvideo's)
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

deze les
1. je doet mee met deze les en sluit bij deze presentatie aan
2. je volgt deze les zelfstandig door hem apart in lessonup te openen (incl uitlegvideo's)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H4 voortplanting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorkennis
Ik kan de onderdelen herkennen en benoemen van de mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen.

Ik kan de menstruatiecyclus uitleggen. 

Ik kan uitleggen hoe een bevruchte eicel zich ontwikkelt tot baby.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

succescriteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen:  penis, eikel, zaadballen, balzak, prostaat, zaadblaasjes, zwellichamen, zaadleider, urineleider, bijbal, vagina, schaamlippen, clitoris, baarmoeder, baarmoedermond, eileiders, eierstokken, menstruatie, ovulatie, eicel, zaadcel, sperma, bevruchting, foetus

  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
  • je hebt Voorkennis van Nectar Online gemaakt met voldoende resultaat
  • je hebt de vragen op de volgende dia's foutloos gemaakt

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


In de afbeelding zijn de voortplantingsorganen van een vrouw schematisch getekend. Het voorbehoedmiddel dat in de afbeelding met P is aangegeven, is een spiraaltje.
Hoe heet het orgaan waarin het spiraaltje zich bevindt?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Vagina
D
Eierstok

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij de bevruchting versmelten
A
2 lichaamscellen
B
2 voortplantingscellen
C
De celkernen van 2 lichaamscellen
D
De celkernen van 2 voortplantingscellen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


In de afbeelding hiernaast staan de organen van het mannelijk voortplantingsstelsel. Er staan aantal organen aangegeven met een cijfer.

Door welke organen van het mannelijk voortplantingsstelsel wordt zaadvocht gevormd?

A
door orgaan 1 en 4
B
door orgaan 1 en 8
C
door orgaan 3 en 4
D
door orgaan 6 en 8

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de menstruatie ..
A
Komt een eicel vrij uit de eierstok
B
Gaat een eicel dood in de eileider
C
Wordt de eicel bevrucht door zaadcellen
D
Stoot de baarmoeder het gemaakte slijmvlies af

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4.1 leerdoelen
1. Je beschrijft het ontstaan van een zygote en de ontwikkeling van embryo tot foetus.
2. Je legt het belang uit van de placenta en de invloed van de leefstijl van de moeder op de groei van het kind.
3. Je beschrijft de ontwikkeling, bouw en werking van de voortplantingsorganen en de vorming van secundaire geslachtskenmerken.
4. Je licht toe wat tertiaire geslachtskenmerken zijn, hoe seksuele geaardheid kan verschillen en wat ongewenste intimiteiten zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

succescriteria
  • je kunt de definitie van de  begrippen uitleggen.

  • je kunt antwoord geven op de leerdoelen.
  • je hebt de opdrachten van 4.1 gemaakt en nagekeken, met ruim voldoende resultaat

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de begrippen
ovulatie, bevruchting, zona pellucida, bevruchtingsmembraan, zygote, klievingsdelingen, embryo, trilharen, innesteling, blastula, trofoblast, kiemschijf, HCG, vlokken, placenta, dooierblaasje, amnionholte, vruchtvliezen, amnion, chorion, navelstreng, placenta, foetus, miskraam, X-chromosoom, Y-chromosoom, SRY-gen, testes/ zaadballen, prostaatklier, sperma, primaire geslachtskenmerken, secundaire geslachtskenmerken, tertiaire geslachtskenmerken, seksuele voorkeur, heteroseksueel, homoseksueel, biseksueel, zaadleiders, eikel, balzak/ scrotum, eileiders, clitoris, schaamlippen, leefstijl, ovaria, menstruatie, vagina, maagdenvlies, orgasme, bijbal, penis, zwellichamen, erectie, zaadlozing/ ejaculatie, zaadblaasje

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

leerdoel 1

Je beschrijft het ontstaan van een zygote en de ontwikkeling van embryo tot foetus.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eicel komt vrij tijdens ovulatie (uit 1 van beide eierstokken)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zygote = bevruchte eicel
de eerste delingen zijn klievingsdelingen (geen plasmagroei)

- zygote = bevruchte eicel
- de eerste delingen zijn klievingsdelingen (geen plasmagroei)
als de zygote gaat delen wordt het een embryo
trilharen in eileiders duwen zygote/ embryo in 5 dgn naar baarmoeder

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. uit hoeveel cellen bestaat het embryo na 5 dagen?
2. wanneer gaat het embryo zich innestelen?
3. hoe noemen we het embryo in deze fase?

Slide 16 - Tekstslide

1. 100
2. 2 dagen daarna (dag 7 ongeveer)
3. blastula

4. wat ontwikkelt zich uit de embryoblast?
5. wat ontwikkelt zich uit de kiemschijf?
6. welk onderdeel produceert HCG?

Slide 17 - Tekstslide

4. kiemschijf en blastocyste (later dooierzakje)

5. baby

6. trofoblast

7. waarom is pas na 2 weken HCG meetbaar in de urine?
8. de trofoblast vormt vlokken die een deel van de placenta worden - is dit deel van de embyro of van de moeder?

Slide 18 - Tekstslide

7. nierdrempel overschreden (voldoende hoeveelheden om uitgeplast te worden)

8. embryo (andere deel placenta vanuit baarmoederslijmvlies = deel moeder)
9. 18 dgn - dooierblaasje en amnionholte - wat is de functie v.h. dooierblaasje?
10. functie vh dooierblaasje gaat verloren - wat neemt de functie over?

Slide 19 - Tekstslide

9 - vormen bloedcellen
10. eerst de lever, daarna het rode beenmerg
11. wat wordt de functie van de amnionholte?
12. waaruit ontstaan de beide vruchtvliezen? (amnion en chorion)

Slide 20 - Tekstslide

11. vruchtwater - beschermt foetus tegen stoten en uitdroging (huid)
12. amnion uit het amnionblaasje (binnenste vruchtvlies) en chorion (de buitenste) uit de trofoblast

leerdoel 2

Je legt het belang uit van de placenta en de invloed van de leefstijl van de moeder op de groei van het kind.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

na 3 weken bloedvaten embryo gevormd
navelstreng = cellen foetus (1 ader, 2 slagaders)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

deel placenta moeder heeft holtes gevuld met bloed
bloedvaten baby liggen in die holtes - stoffenuitwisseling door celmembranen v/d vlokken

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leefstijl
Ontwikkeling organen in eerste 8 weken.

Gezonde leefstijl van belang
- gezonde voeding (calcium,ijzer, vitamines voldoende aanwezig)
- geen sigaretten, drugs, alcohol 
- stress voorkomen

Mogelijke gevolgen slechte leefstijl
- laag geboortegewicht, vroeggeboorte, FAS... 

FAS - foetaal alcohol syndroom
mogelijke problemen op zowel mentale als fysieke ontwikkeling

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende dia bevat een video waarin aan het einde de geboorte van een baby te zien is. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zijn de bloedbaan van moeder en kind strikt gescheiden?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

leerdoel 3

Je beschrijft de ontwikkeling, bouw en werking van de voortplantingsorganen en de vorming van secundaire geslachtskenmerken.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

stadia
  • zygote - bevruchte eicel
  • embryo - vanaf 1e deling tot moment dat alle organen zijn aangelegd (8 wk)
  • foetus - 8 wk t/m einde zwangerschap
  • baby - na geboorte

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geslacht
eerste 6 weken geen verschil

SRY-gen op Y-chromosoom stuurt ontwikkeling tot man

geen SRY-gen --> vrouw

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iemand met XY chromosomen heeft een niet-functionerend SRY-gen. Deze persoon heeft de geslachtskenmerken van een...
A
man
B
vrouw
C
geen geslachtskenmerken

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

vrouwelijke voortplantingsorganen
mannelijke voortplantingsorganen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ontwikkeling
primaire geslachtskenmerken
secundaire geslachtskenmerken
tertiaire geslachtskenmerken

geestelijke ontwikkeling - staat los van lichamelijke ontwikkeling (o.a. seksuele voorkeur)

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gender en seksualiteit

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aan de slag
1. Maak een begrippenlijst van 4.1
2. Maken en nakijken opdrachten 4.1
3. Lees 4.2 voor de volgende les
4. Bekijk de animaties en maak de opdrachten op de volgende dia's

Controleer of je alle leerdoelen beheerst.  Zo niet: opnieuw door de stof/ opdrachten maken/ hulp vragen. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Link

Deze slide heeft geen instructies