In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vrijdag 3 december - V1a
10 minuten stillezen
Voorlezen boekenlijst
Vervolg leesvaardigheid: alinea's herkennen
Aan de slag!
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les heb je...
...de 5 tekstdoelen en tekstsoorten herhaald. ...geleerd op welke 4 manieren je een tekst kunt inleiden. ...geleerd op welke 3 manieren je een tekst kunt afsluiten.
Slide 2 - Tekstslide
Deze les ga je leren...
...hoe je een alinea kunt herkennen.
Slide 3 - Tekstslide
Voorlezen van de boekenlijst
Slide 4 - Tekstslide
inleiding, middenstuk, slot
Slide 5 - Tekstslide
Op welke 4 manieren kan een schrijver een tekst inleiden?
Slide 6 - Open vraag
Op welke 3 manieren kan een schrijver een tekst afsluiten?
Slide 7 - Open vraag
Op welke manier leidt de schrijver deze tekst in? (klik op de afbeelding)
A
anekdote
B
aanleiding voor het schrijven noemen
C
onderwerp aankondigen
D
een of meerdere vragen stellen
Slide 8 - Quizvraag
Alinea's herkennen
Slide 9 - Tekstslide
Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?
Hoe kun je dat zien?
Slide 10 - Tekstslide
Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?
Hoe kun je dat zien?
Slide 11 - Tekstslide
Alinea's herkennen
- Door een witregel / er wordt ingesprongen
- Er komt een nieuw deelonderwerp aan bod
Slide 12 - Tekstslide
Alinea 4
Alinea 1
Alinea 2
Alinea 3
Slide 13 - Sleepvraag
Aan de slag!
Maak de vragen op de volgende slides.
Slide 14 - Tekstslide
Waaraan zie je dat dit de inleiding van de tekst is? Er zijn twee goede antwoorden.
A
Het stukje tekst bestaat uit vier zinnen.
B
Er staat waar het over gaat: je bed opmaken is ongezond.
C
Je weet nu alles over huisstofmijten.
D
Je wilt weten waarom je bed opmaken ongezond is.
Slide 15 - Quizvraag
In het middenstuk van een tekst...
A
...staat vaak veel informatie over het onderwerp (hoe, waarom of wat e.d.)
B
...wordt het belangrijkste van de tekst nog een keer herhaald.
C
..staat waarom je nieuwsgierig wordt om verder te lezen
D
...wordt het onderwerp van de tekst ingeleid.
Slide 16 - Quizvraag
In het slot van een tekst...
A
...staat vaak veel informatie over het onderwerp (hoe, waarom of wat e.d.)
B
...wordt het belangrijkste van de tekst nog een keer herhaald.
C
..staat waarom je nieuwsgierig wordt om verder te lezen
D
...wordt het onderwerp van de tekst ingeleid.
Slide 17 - Quizvraag
Welk stukje tekst past het best bij de inleiding?
inleiding
Iedereen voelt zich weleens onzeker. Omdat je denkt dat je er niet goed uiziet of dat je er niet bij hoort. Zorg dat je zekerder van jezelf wordt!
We zullen uitleggen hoe dat precies zit. Avondmensen beginnen pas laat op gang te komen. Ze snappen niet dat anderen aan het eind van de dag moe zijn.
Zorg dus dat je altijd de waarheid vertelt. Pas al je mentor weet wat er echt is gebeurd, kan hij je helpen het probleem op te lossen.
Slide 18 - Sleepvraag
Welk stukje tekst past het best bij het middenstuk?
middenstuk
Iedereen voelt zich weleens onzeker. Omdat je denkt dat je er niet goed uiziet of dat je er niet bij hoort. Zorg dat je zekerder van jezelf wordt!
We zullen uitleggen hoe dat precies zit. Avondmensen beginnen pas laat op gang te komen. Ze snappen niet dat anderen aan het eind van de dag moe zijn.
Zorg dus dat je altijd de waarheid vertelt. Pas al je mentor weet wat er echt is gebeurd, kan hij je helpen het probleem op te lossen.
Slide 19 - Sleepvraag
Welk stukje tekst past het best bij het slot?
slot
Iedereen voelt zich weleens onzeker. Omdat je denkt dat je er niet goed uiziet of dat je er niet bij hoort. Zorg dat je zekerder van jezelf wordt!
We zullen uitleggen hoe dat precies zit. Avondmensen beginnen pas laat op gang te komen. Ze snappen niet dat anderen aan het eind van de dag moe zijn.
Zorg dus dat je altijd de waarheid vertelt. Pas al je mentor weet wat er echt is gebeurd, kan hij je helpen het probleem op te lossen.
Slide 20 - Sleepvraag
Welk stukje tekst past het best bij de inleiding?
inleiding
Dat komt doordat er stukje goud zitten in apparaten, zoals computers en mobieltjes.
Gooien we zomaar goud in de vuilnisbak?
Het is dus beter om apparaten niet gewoon in de vuilnisbak te gooien.
Slide 21 - Sleepvraag
Welk stukje tekst past het best bij het middenstuk?
middenstuk
Dat komt doordat er stukje goud zitten in apparaten, zoals computers en mobieltjes.
Gooien we zomaar goud in de vuilnisbak?
Het is dus beter om apparaten niet gewoon in de vuilnisbak te gooien.
Slide 22 - Sleepvraag
Welk stukje tekst past het best bij het slot?
slot
Dat komt doordat er stukje goud zitten in apparaten, zoals computers en mobieltjes.
Gooien we zomaar goud in de vuilnisbak?
Het is dus beter om apparaten niet gewoon in de vuilnisbak te gooien.
Slide 23 - Sleepvraag
Welk stukje tekst past het best bij de inleiding?
inleiding
Aparte fobieën zijn bijvoorbeeld angst om je te wassen, angst om te leren en angst voor het cijffer 8.
Van hoogtevrees en angst voor spinnen heb je vast weleens gehoord, maar ken je ook deze bijzondere fobieën?
Zo'n fobie blijkt dus erg lastig te zijn. Gelukkig kunnen mensen er iets aan doen.
Slide 24 - Sleepvraag
Welk stukje tekst past het best bij het middenstuk?
middenstuk
Aparte fobieën zijn bijvoorbeeld angst om je te wassen, angst om te leren en angst voor het cijffer 8.
Van hoogtevrees en angst voor spinnen heb je vast weleens gehoord, maar ken je ook deze bijzondere fobieën?
Zo'n fobie blijkt dus erg lastig te zijn. Gelukkig kunnen mensen er iets aan doen.
Slide 25 - Sleepvraag
Welk stukje tekst past het best bij het slot?
slot
Aparte fobieën zijn bijvoorbeeld angst om je te wassen, angst om te leren en angst voor het cijffer 8.
Van hoogtevrees en angst voor spinnen heb je vast weleens gehoord, maar ken je ook deze bijzondere fobieën?
Zo'n fobie blijkt dus erg lastig te zijn. Gelukkig kunnen mensen er iets aan doen.
Slide 26 - Sleepvraag
In welke alinea trekt Lotte haar conclusie?
A
Alinea 3
B
Alinea 4
C
Alinea 5
D
Alinea 6
Slide 27 - Quizvraag
Boven welke alinea past het tussenkopje 'familieverslaving'?
A
alinea 1
B
alinea 2
C
alinea 3
D
alinea 4
Slide 28 - Quizvraag
Hoe kun je een alinea herkennen? (2 dingen)
Slide 29 - Open vraag
Bekijk de afbeelding.
Lees de titel en de eerste alinea.
Slide 30 - Tekstslide
Waarover gaat de tekst?
A
De meisjesgroep K3 is al jarenlang erg populair.
B
De regenboogjurkjes van K3 zijn erg in trek.
C
Tieners en volwassenen dragen graag fleurige kleding.
Slide 31 - Quizvraag
Lees de tekst
Slide 32 - Tekstslide
Schrijf in één zin op waar alinea twee over gaat.
Slide 33 - Open vraag
Schrijf in één zin op waar alinea drie over gaat.
Slide 34 - Open vraag
Schrijf in één zin op waar alinea vier over gaat.
Slide 35 - Open vraag
Hoe is een goede tekst opgebouwd?
A
Inleiding en middenstuk
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Middenstuk en slot
D
Inleiding en slot
Slide 36 - Quizvraag
Wat vind je in het middenstuk van de tekst?
A
de inleiding
B
de mening van de schrijver
C
de conclusie
D
de deelonderwerpen
Slide 37 - Quizvraag
Wat is een deelonderwerp?
A
een onderwerp van een hoofdstuk
B
een aspect van het onderwerp
C
een aspect van het slot
D
een onderwerp van de eerste alinea
Slide 38 - Quizvraag
Klaar?
Learnbeat:
Maak Blok 1, 1.5 Lezen, B Tekstsoorten en tekstvormen, vraag 5.