201117Hygiene2
1 / 28
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Geef een omschrijving van 'hygienisch werken' in je eigen woorden
Slide 6 - Open vraag
Geef zoveel mogelijk voorbeelden van slechte hygiene
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Welk micro-organisme bestaat niet uit levend materiaal?
A
Bacterie
B
Schimmel
C
Gist
D
Virus
Slide 15 - Quizvraag
Wat zijn micro-organismen?
A
Voedselbedervers
B
Voedselproducenten
C
Onzichtbare organismen
D
Bacterien
Slide 16 - Quizvraag
Wat is juist over de grootte van een bacterie?
A
groter dan een gist
B
kleiner dan een gist
C
groter dan een schimmel
D
kleiner dan een virus
Slide 17 - Quizvraag
Wat zat er in de handschoen tijdens het proefje met gist?
A
Alcohol
B
CO2-gas
C
Suiker
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 18 - Quizvraag
Voor een micro-organisme is de Aw- waarde van een product belangrijk. Wat is de Aw-waarde?
A
de hoeveelheid beschikbaar water in een product
B
de hoeveelheid water in een product
C
de hoeveelheid proceswater nodig voor een product
D
de hoeveelheid gebonden water in een product
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de juiste pH-schaal?
A
1 base, 7 zuur, 14 neutraal
B
1 zuur, 7 neutraal, 14 base
C
1 neutraal, 7 base, 14 zuur
D
1 base, 7 neutraal en 14 zuur
Slide 20 - Quizvraag
Op basis van de leef temperatuur kun je m.o. indelen in drie groepen.
Een van die groepen zijn de thermofielen, deze zijn?
Een van die groepen zijn de thermofielen, deze zijn?
A
leven graag in een koude omgeving
B
leven zowel in een koude als een warme omgeving
C
leven graag in een warme omgeving
D
leven graag bij kamertemperatuur
Slide 21 - Quizvraag
Hoe heten micro-organismen die zuurstof nodig hebben om te kunnen leven?
A
Aëroob
B
Anaëroob
C
Thermotolerant
D
Psychrofiel
Slide 22 - Quizvraag
Wat hoort NIET bij voedsel bewaren?
A
drogen
B
inblikken
C
invriezen
D
in water leggen
Slide 23 - Quizvraag
Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken
Slide 24 - Quizvraag
Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken
Slide 25 - Quizvraag
welke manier van conserveren zie je hier?
A
geen
B
luchtdicht verpakken
C
gasverpakken
D
met conserveermiddelen
