Klas 2 - bron EFG ch1 + PC

Bonjour & bienvenue!
C'est vendredi!
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Bonjour & bienvenue!
C'est vendredi!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Programme

  • Apprenez voca E & F
  • Test de voca E & F
  •  Écrire en français
  • Herhaling Passé-composé
  • Herhaling bezittelijk vnw
  • Devoirs
  • Afsluiting 

Slide 4 - Tekstslide

Les buts
Aan het einde van deze les...
- ken ik de woorden E en F.
-  heb ik geoefend met de zinnen van G over vakantieactiviteiten.
- begrijp ik de Passé-composé en het bezittelijk vnw in het Frans.

Slide 5 - Tekstslide

Apprenez le vocabulaire E & F pendant 8 minutes ...
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

La gare
La dispute
Je veux
arrêter
d'abord
fatigué
en automne
le village
pourquoi
faire de la plongée




Slide 7 - Tekstslide

La gare
La dispute
Je veux
arrêter
d'abord
fatigué
en automne
le village
pourquoi
faire de la plongée




het station
de ruzie
Ik wil
stoppen
ten eerste
moe
in de herfst
het dorp
waarom
duiken

Slide 8 - Tekstslide

Comment ça va? 
Ga met elkaar praten in het Frans over je vakantie. Doe dit aan de hand van het verhaaltje dat je net hebt geschreven of met behulp van opdracht 28 
(page 45). Gebruik de zinnen van bron G. (stel ook de vragen aan de ander!)
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord
Doel: je gebruikt het bezittelijk voornaamwoord

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
A
duidt een persoon, dier of ding aan
B
geeft aan van wie iets is.

Slide 11 - Quizvraag

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 12 - Tekstslide

Vul het juiste bez. vnw. in:
Je suis dans ... (mijn) chambre.
A
mon
B
ma
C
ta
D
sa

Slide 13 - Quizvraag

Vul het juiste bez. vnw. in:
Pierre et Marie sont ... (zijn) parents.
A
tes
B
mes
C
ses
D
les

Slide 14 - Quizvraag

Vul het juiste bez. vnw. in:
Paul est ... (haar) cousin.
A
son
B
sa
C
ses
D
mon

Slide 15 - Quizvraag

Let op!
Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is en met een klinker of stomme h begint: altijd mon, ton of son!
Amélie est mon amie.  = Amélie is mijn vriendin.
C'est son école.         = Dat is zijn/haar school.


Slide 16 - Tekstslide

Vul het juiste bez. vnw. in:
1, Rue Verdun est ... (zijn) adresse (v).
A
ta
B
ton
C
mes
D
son

Slide 17 - Quizvraag

(Jouw) ami est très sympa
A
ton
B
ta
C
son
D
sa

Slide 18 - Quizvraag

(Haar) frère est très intelligent.
A
Son
B
Sa
C
Ton
D
Ta

Slide 19 - Quizvraag

(Zijn) parents sont très sévères
A
son
B
tes
C
ses

Slide 20 - Quizvraag

Vul in: _____ parents (jouw)

Slide 21 - Open vraag

Vul in: _____ cousine (mijn)

Slide 22 - Open vraag

Vul in: ____ amie (zijn)

Slide 23 - Open vraag

Vul in: _____ enfants (uw)

Slide 24 - Open vraag

Mon
Ma
Mes
tante
grand-père
copains
soeur
cousins
oncle
Grand-mère
soeur
famille
frère

Slide 25 - Sleepvraag

ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken
0100

Slide 26 - Poll

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 27 - Tekstslide

Passé composé
Ma sœur a travaillé dans un camping.
Mes parents ont visité ma sœur au camping.
Nous avons eu un mobil-home pendant deux semaines.
Vous avez été à l'hôtel?
Moi, j'ai fait du kitesurf!


être = été
avoir = eu
faire = fait
- Altijd hulpww. avoir!
- Som bij regarder: 
hele ww - R + streepje op e = regardé
timer
2:00

Slide 28 - Tekstslide

J'ai été en vacances en Espagne.
J'ai été avec mes parents et mon ami.
Il a fait 18 degrés.

Slide 29 - Tekstslide

Comment ça va? 
Ga met elkaar praten in het Frans over je vakantie. Doe dit aan de hand van het verhaaltje dat je net hebt geschreven of met behulp van opdracht 28 
(page 45). Gebruik de zinnen van bron G. (stel ook de vragen aan de ander!)
timer
1:00

Slide 30 - Tekstslide

L'exercice 33 

Slide 31 - Tekstslide

Fakebook / Padlet / Canva
Stap 1: kies een profielfoto en schrijf in je biografie wie je bent, waar je woont, hoe oud je bent en wat je doet.
Stap 2: Ga posten (100 woorden) over een Franstalig land waar je bent geweest:
- Waar ben je geweest?
- Wat voor talen spreken ze er?
- Waar verbleef je en hoelang?
- Met wie?
- Wat heb je gedaan? (meerdere activiteiten!)
- Hoe was het en wat voor weer was het?
Stap 3: Schrijf in verschillende posts, doe er afbeeldingen bij, kleed Fakebook mooi aan! 
Translate wordt niet gewaardeerd, gebruik zinnen uit je boek!
mai 2013- J'm tire...

Slide 32 - Tekstslide

Les devoirs
Apprenez 
- voca E & F page 51
- les phrases-clés G page 52
- le passé composé D page 53

- bonuspunt: bezittelijk vnw H page 53


Slide 33 - Tekstslide

Au revoir

Slide 34 - Tekstslide