Biotechnologie en chromosoomonderzoek - paragraaf 6 en 7

5.6 DNA-technieken
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

5.6 DNA-technieken

Slide 1 - Tekstslide

Maar eerst nog het stukje herhaling:
Verwantschap en misdaad vaststellen met DNA 
  • Elk mens heeft zijn eigen unieke DNA. Deze kan je halen uit de cellen in je bloed, sperma, huidschilvers, haar.
  • DNA geeft informatie over het mogelijke fenotype van de persoon.
  • Met bepaalde enzymen kun je DNA stukjes knippen. Bijvoorbeeld een knip tussen een A en een T van het DNA
  • Hierdoor krijg je kleinere en grotere stukjes DNA wat met speciale scheidingstechnieken zichtbaar gemaakt kan worden.
  • Vaders en daders kunnen op deze wijze vastgelegd worden.

Slide 2 - Tekstslide


  • .

Slide 3 - Tekstslide


  • .

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat biotechnologie is.
Je kunt uitleggen wat genetische modificatie betekent.
Je kunt een voordeel van Crispr Cas techniek vertellen.
Je kunt voorbeelden geven waarvoor  oude en moderne biotechnologie.
Maak aantekeningen want je kennis wordt getest op het einde van de les.

Slide 5 - Tekstslide

Biotechnologie 
-> Klassieke biotechnologie
-> Moderne biotechnologie

Slide 6 - Tekstslide

(Klassieke)
Biotechnologie
Bacteriën en schimmels kunnen schadelijk en nuttig zijn.

Bij biotechnologie gebruiken we levende wezens om iets voor ons te doen.

Slide 7 - Tekstslide

Fermenteren
Koolhydraten worden door schimmels omgezet in alcohol en koolstofdioxide.

Koolhydraten worden door bacteriën omgezet in melkzuur of in azijnzuur

Slide 8 - Tekstslide

Koffie en klassieke
Biotechnologie
De koffieboon wordt omgeven door de koffiebes. Na plukken wordt het vruchtvlees verwijderd van de boon. Een slijmlaagje blijft achter. Dit laagje wordt verwijderd met behulp van een fermentatie. In deze fermentatie vormen de van nature op de bes voorkomende gisten en bacteriën enzymen die de slijmlaag afbreken.

Slide 9 - Tekstslide

Klassieke biotechnologie



wordt niet alleen gebruikt bij het maken van voedingsmiddelen maar ook voor antibiotica

Slide 10 - Tekstslide

Penicilline
Penicilline is de eerste antibiotica. Het is door een fout in een laboratorium  ontdekt  door de Schotse arts-bacterioloog Fleming.

Slide 11 - Tekstslide

Moderne biotechnologie
Het veranderen van DNA van een organisme zodat de nieuwe gewenste eigenschappen  ontstaan.

GM, GGO, GMO 

Slide 12 - Tekstslide

Het veranderen van DNA
  • Recombinant-DNA-technieken: hierbij wordt er in het DNA van een organisme nieuwe erfelijke informatie aangebracht (bijv. DNA afkomstig van een ander soort organisme)

  • De veranderde organismen kunnen voor de mens                                       nieuwe of goedkopere voedingsmiddelen,                                        geneesmiddelen of hormonen produceren. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

  • Genetische modificatie: de mens verandert de erfelijke eigenschappen van andere soorten organismen. 

  • Transgeen: de naam van de organismes die genetisch gemodificeerd worden.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Crispr Cas
Tot de uitvinding van Crispr Cas was het veranderen van DNA moeilijk want we konden niet goed één specifieke gen vinden en daarna veranderen. Met Crispr Cas kunnen we dat nu wel.

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat heb je onthouden?
Dat laat je zien door een woordweb over het thema biotechnologie te maken. Maak deze nog in deze les.

Slide 19 - Tekstslide