xxx

Taj Mahal
Instructie
Luister naar Taj Mahal 1. 
Zet de zinnen in de juiste volgorde. Vul het schema in. Er zijn pauzes.
1
2
3
4
5
6
De Taj Mahal is gesloten.
De trein heeft vertraging.
Het blijkt dat het vandaag toch hun gelukdsdag is.
Jamie en zijn moeder hebben zich verslapen.
Ze gaan met de trein van Delhi naar Agra.
Ze gaan winkelen en een hapje eten.
1 / 25
volgende
Slide 1: Sleepvraag
EngelsMiddelbare school

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taj Mahal
Instructie
Luister naar Taj Mahal 1. 
Zet de zinnen in de juiste volgorde. Vul het schema in. Er zijn pauzes.
1
2
3
4
5
6
De Taj Mahal is gesloten.
De trein heeft vertraging.
Het blijkt dat het vandaag toch hun gelukdsdag is.
Jamie en zijn moeder hebben zich verslapen.
Ze gaan met de trein van Delhi naar Agra.
Ze gaan winkelen en een hapje eten.

Slide 1 - Sleepvraag

Maak de juiste combinatie door het juiste antwoord naar de vraag te slepen
A beach barbecue
Steven: He said we could use the beach hut for the......
Jenny: See you......
Sharon: Maybe his......... is dead.
Afternoon
Day
at the weekend
next week
Battery
Phone

Slide 2 - Sleepvraag

Maak de juiste combinatie door het juiste antwoord naar de vraag te slepen
A beach barbecue
Jenny: What? In..............
Steven: Well, let's have................ first.
Steven: I'll................... soon, ok?
a caravan
an ice cream van
a barbecue
an ice cream
be back
see you

Slide 3 - Sleepvraag

gebruik must / mustn't
You ... forget to water the plants.
A
must
B
mustn't

Slide 4 - Quizvraag

Fill in must or mustn't:
We ... study for our exams. They're tomorrow.
A
must
B
mustn't

Slide 5 - Quizvraag

Fill in must or mustn't:
You ... smoke. It's not healthy.
A
must
B
mustn't

Slide 6 - Quizvraag

Fill in must or mustn't:
They ... play with fire. It's dangerous!
A
must
B
mustn't

Slide 7 - Quizvraag

Fill in, gebruik must of mustn't:

You _________ hurry, the plane is leaving!
A
must
B
mustn't

Slide 8 - Quizvraag

Fill in, gebruik must of mustn't:

You ________ wear trainers when entering the gym.
A
must
B
mustn't

Slide 9 - Quizvraag

Fill in, gebruik must of mustn't:

You _________ run in the hallways.
A
must
B
mustn't

Slide 10 - Quizvraag

... is bijna jarig
A beach barbecue
A
Gareth
B
Jenny
C
Sharon
D
Steven

Slide 11 - Quizvraag

... vraagt of ze er al bijna zijn
A beach barbecue
A
Gareth
B
Jenny
C
Sharon
D
Steven

Slide 12 - Quizvraag

... Is aan het liften
A beach barbecue
A
Gareth
B
Jenny
C
Sharon
D
Steven

Slide 13 - Quizvraag

... zal opgepikt worden met een busje
A beach barbecue
A
Gareth
B
Jenny
C
Sharon
D
Steven

Slide 14 - Quizvraag

De oom van ... heeft een ijscowagen
A beach barbecue
A
Gareth
B
Jenny
C
Sharon
D
Steven

Slide 15 - Quizvraag

... bestelt vier ijsjes.
A beach barbecue
A
Gareth
B
Jenny
C
Sharon
D
Steven

Slide 16 - Quizvraag

Outline of this lesson
  • Genitive (bezit) - review
  • Time for questions

Slide 17 - Tekstslide

After this lesson
  • I know when genitive is used
  • I can use the genitive  in sentences

Slide 18 - Tekstslide

Genitive
                           She's a docter    vs.    John's wife is French

Both 's look the same at first glance, but they are not!

In the first sentence, 's is short for is
But in the second sentence, 's is a form of the genitive

Slide 19 - Tekstslide

Genitive / possessive
                 He's my best friend    vs.    My cat's whiskers are long

Again, in the first sentence, 's is short for is
But in the second sentence, 's is possessive = genitive

Slide 20 - Tekstslide

Possessive (bezit) GR 18
In het Engels geef je bezit op 3 verschillende manieren aan:

's / ' / of

Maar wanneer gebruik je welke?
RB 70

Slide 21 - Tekstslide

The genitive 's (I)

We use the genitive S after names of people, animals, time and place (to show possession). 


Mickey's ears are funny                                        (enkelv., 1 Mickey)
Alexis's room is beautiful                                    (enkelv., eindigt op -s)
An hour's walk from here                                     (enkelv., 1 hour)
I went to my friend's (house)                             (plaats, 1 vriend, geen                                                                                             gebouw genoemd)


Slide 22 - Tekstslide

Genitive 's (II)
... ook bij meervouden die niet op -s eindigen.

The men's toilets are on the left  

Slide 23 - Tekstslide

Genitive '
--> bij meervouden die op -s eindigen

My neighbours' garden is nice
My sisters' rooms are messy
(meerdere zussen & kamers)

My sister's room vs. My sisters' room

Slide 24 - Tekstslide

Genitive of

zaken, hoeveelheden, aardrijkskundige namen 

The roof of the house.
The capital of England.
A cup of coffee
A pound of apples


Slide 25 - Tekstslide