Les 14 april
1 / 15
Lesduur is: 55 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
le frère
A
de oom
B
de broer
C
de vader
D
de fietsenmaker
Slide 3 - Quizvraag
grise
A
grijs (mannelijk)
B
grond
C
grijs (vrouwelijk)
D
gigantisch
Slide 4 - Quizvraag
marron
A
Bruin (ogen)
B
bruin (haren)
C
kastanje
D
soort gebakje
Slide 5 - Quizvraag
Ma soeur a les cheveux bruns.
A
Mijn broer heeft bruine ogen.
B
Mijn broer heeft bruin haar.
C
Mijn zus heeft bruine ogen.
D
Mijn zus heeft bruin haar.
Slide 6 - Quizvraag
blauw
A
bleue
B
blue
C
bluee
D
bleu
Slide 7 - Quizvraag
rood
A
vert
B
rouge
C
verte
D
noir
Slide 8 - Quizvraag
Hij heeft gedragen.
A
Il a porte.
B
Il a porté.
C
Ils ont porter.
D
Il a porter.
Slide 9 - Quizvraag
de bril
A
les lunettes
B
le lunettes
C
les lunnettes
D
le lunnettes
