examentraining

Examentraining
examen nask2 2019 1e tijdvak
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Examentraining
examen nask2 2019 1e tijdvak

Slide 1 - Tekstslide

Welke algemene naam is van toepassing op waterstof?
A
niet metaal
B
metaal
C
edelgas
D
halogeen

Slide 2 - Quizvraag


Slide 3 - Open vraag


Welke scheidingsmethode wordt gebruikt bij het verwerken van aardolie tot brandstoffen
A
extraheren
B
indampen
C
filtreren
D
destilleren

Slide 4 - Quizvraag

Een voorbeeld van een brandstof is benzine.
Geef de naam van twee andere brandstoffen die uit aardolie kunnen worden verkregen.

Slide 5 - Open vraag

Geef de vergelijking van de volledige verbranding van thiofeen.

Slide 6 - Open vraag

Welk van de onderstaande zuren kan in het milieu uit de
verbrandingsproducten van thiofeen ontstaan?
A
salpeterzuur
B
waterstofchloride
C
waterstofperoxide
D
zwavelzuur

Slide 7 - Quizvraag

Welke gegevens ontbreken in de vergelijking van reactie 1?
A
2 H
B
2 H+
C
2 H2
D
4 H

Slide 8 - Quizvraag

Geef de rationele naam van H2S.

Slide 9 - Open vraag

Bereken hoeveel kg zwavel maximaal kan ontstaan uit 15 kg thiofeen.

Slide 10 - Open vraag

Van welke stof(fen) is de lijn in het diagram van Jan onjuist?
Neem onderstaande tabel
over en kies steeds uit 'juist'
of 'onjuist'.

Slide 11 - Open vraag

Een stof die gebruikt wordt als stikstofbron is ammoniumnitraat.
Geef de formule van ammoniumnitraat.

Slide 12 - Open vraag

'Superfosfaat' is een kunstmest die de atoomsoort fosfor bevat.
Deze kunstmest bestaat onder andere uit Ca(H2PO4)2, dat is opgebouwd
uit calciumionen en diwaterstoffosfaationen.
Wat is de formule van het diwaterstoffosfaation?
A
H2PO4 -
B
H2PO4 2–
C
H2PO4 3–
D
H2PO4 4-

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de notatie van de oplosbare zinkdeeltjes die in POKON®
UNIVERSEEL PLANTENVOEDSEL aanwezig zijn?
A
Sn (aq)
B
Sn2+ (aq)
C
Zn (aq)
D
Zn2+ (aq)

Slide 14 - Quizvraag

Bereken hoeveel gram kaliumionen aanwezig is in het flesje POKON®.
Gebruik hierbij ook de informatie op het etiket.

Slide 15 - Open vraag

Welk deeltje reageert in reactie 1 als base?
A
H2O
B
K+
C
K2O
D
OH-

Slide 16 - Quizvraag

Wordt bij het optreden van reactie 1 de pH van de vloeistof hoger, lager of
blijft deze gelijk?
A
lager
B
gelijk
C
hoger

Slide 17 - Quizvraag