In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Nederlands - Lezen
deelvaardigheden
Slide 1 - Tekstslide
Deelvaardigheden
Begrijpen,
interpreteren,
evalueren,
samenvatten,
opzoeken.
Slide 2 - Tekstslide
Begrijpen
Wat is de hoofdgedachte van tekst?
Wat is de hoofdgedachte van de alinea?
Wat zijn de hoofd- en bijzaken van de tekst?
Wat is de relatie tussen de inleiding en kern en/of het slot?
Slide 3 - Tekstslide
Begrijpen
- tekstsoorten benoemen;
- de hoofdgedachte in eigen woorden weergeven;
- relaties als oorzaak-gevolg, middel-doel, opsomming en dergelijke begrijpen en herkennen;
- onderscheid tussen hoofd- en bijzaken, meningen en feiten maken.
Slide 4 - Tekstslide
Wat wordt bedoeld met 'hoofdgedachte'?
Slide 5 - Open vraag
Hoe kun je de relatie tussen alinea's vinden?
Slide 6 - Open vraag
Interpreteren
Je moet relaties kunnen leggen tussen de informatie in de tekst en jouw algemene kennis. Je moet de bedoeling van de tekst of van een bepaald gedeelte kunnen bepalen en verwoorden.
Slide 7 - Tekstslide
Interpreteren
- conclusies naar aanleiding van een (deel van de) tekst trekken;
- conclusies trekken over de mogelijke intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur, zoals blijkt uit de tekst.
Slide 8 - Tekstslide
Evalueren
Bij deze deelvaardigheid kun je vragen verwachten over het doel van de schrijver, het vergelijken van teksten of meningen met elkaar.
Slide 9 - Tekstslide
Evalueren
- het doel van de schrijver aangeven;
- de talige middelen die gebruikt zijn om dit doel te bereiken aangeven;
- de tekst opdelen in betekenisvolle eenheden;
- de functie van deze eenheden benoemen;
Slide 10 - Tekstslide
- de argumentatie in een betogende tekst op aanvaardbaarheid beoordelen;
- de informatie in een tekst beoordelen op waarde voor zichzelf en anderen.
Slide 11 - Tekstslide
Samenvatten
Je kunt de beste samenvatting van een deel van de tekst of de tekst kunnen kiezen
- essentie in de tekst beknopt weergeven voor jezelf.
Slide 12 - Tekstslide
Opzoeken
Er kan je gevraagd worden om bijvoorbeeld informatie in een tabel op te zoeken, of om aan de hand van een situatieschets te bepalen waar in een inhoudsgave of een rij internetlinks ze bruikbare informatie verwachten aan te treffen.
Slide 13 - Tekstslide
Opzoeken
snel informatie vinden in langere rapporten of ingewikkelde schema’s.