Bs 4 (K) Bs 5 (B) Uitscheiding

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  * Kun je de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  * Kun je de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies

Slide 1 - Tekstslide

Les planning
1. vragen van de vorige les beantwoorden
2 uitleg uitscheiding
3. maken van opdrachten
4. maken van samenvatting

Slide 2 - Tekstslide

Hoe werken je nieren?


Je kunt uitleggen hoe de nieren jouw bloed zuiveren.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Anatomie

Slide 6 - Tekstslide

Nieren van een mens

Slide 7 - Tekstslide

Urinebuis | Urineblaas

Slide 8 - Tekstslide

De Nieren
Bestaan uit: 
- Nierschors >> filteren
- Niermerg >> filteren
- Nierbekken >> verzamelen

Slide 9 - Tekstslide

Urine
Bestaat uit: 

- Afvalstoffen
- Water
- Zouten
- Schadelijke stoffen

Slide 10 - Tekstslide

filteren
nieren filteren per dag 200 liter vocht
99% komt weer terug in de bloedsomloop
bij vocht te kort: donkere urine
bij veel drinken: lichte urine

Slide 11 - Tekstslide

Nieren
  • Uitscheiding: afvalstoffen uit het bloed halen en verwijderen uit je lichaam.
  • Bloed loopt door de nieren, via de nierslagader.
  • Bloed wordt gezuiverd in de nieren en stroomt terug via de nierader.
  • De afvalstoffen verlaten het lichaam via urine.

Slide 12 - Tekstslide

Nieren
  • Een nier bestaat uit nierschors, niermerg en nierbekken.
  • Nierschors en niermerg verwijderen afvalstoffen uit het bloed. Ze verwijderen ook overtollig water, overtollige zouten en andere schadelijke stoffen. 
  • In de nierbekkens wordt de urine verzameld. 
  • Via de urineleiders gaat de urine naar de urineblaas (zie afbeelding 3). 
  • Van tijd tot tijd wordt de urine uit de urineblaas afgevoerd via de urinebuis.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Leerdoelen check
  1. Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 15 - Tekstslide

Vragen?
maken van de opdrachten uit je boek 
Thema 3 Bloedsomloop
Kader basisstof 4
Basis: Basisstof 5
maak een samenvatting

Slide 16 - Tekstslide

Sleep de gele kaartjes naar de juiste uitleg.
Urine afvoeren naar de urineblaas
urine afvoeren uit het lichaam
urine tijdelijk opslaan
urine verzamelen
urine vormen
Urineleiders
Urinebuis
Urineblaas
Nierbekken
Nierschors- en merg

Slide 17 - Sleepvraag

Bekijk de afbeelding.

Welk onderdeel wordt aangegeven met cijfer 6 ?
A
Nierslagader
B
Nierader
C
Urinebuis
D
Urineleider

Slide 18 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

Welk onderdeel wordt aangegeven met cijfer 4 ?
A
Nierslagader
B
Nierader
C
Urinebuis
D
Urineleider

Slide 19 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

Welk onderdeel wordt aangegeven met cijfer 8 ?
A
Nierslagader
B
Nierader
C
Urinebuis
D
Urineleider

Slide 20 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

Welk onderdeel wordt aangegeven met cijfer 1 ?
A
Nierslagader
B
Nierbekken
C
Nierschors
D
Urineleider

Slide 21 - Quizvraag

Afvalstoffen en mineralen zorgen voor een donkere kleur van urine.

Welke kleur heeft je urine als je weinig water hebt gedronken?
A
Licht van kleur
B
Donker van kleur

Slide 22 - Quizvraag

Welk orgaan is geen uitscheidingsorgaan
A
Longen
B
Nieren
C
Maag
D
Huid

Slide 23 - Quizvraag

Je nieren halen afvalstoffen uit het bloed. Welke?
A
Oude rode bloedcellen
B
koolstofdioxide
C
afvalstoffen
D
water

Slide 24 - Quizvraag

Hoe krijgen de nieren zuurstofrijk bloed?
A
Door de nierader
B
Door de poortader
C
Door de nierslagader
D
Door de nierhaarvaten

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel urine ontstaat er per dag in je nieren?
A
5 liter
B
1.5 liter
C
2.5 liter
D
3 liter

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de functie van onderdeel 6?
A
Voert urine af naar de urineblaas
B
Urine wordt hier tijdelijk opgeslagen
C
Voert urine af uit het lichaam
D
Al het bovenstaande

Slide 27 - Quizvraag

wat is de functie van het nierbekken?
A
Filteren van bloed
B
Filteren van urine
C
Verzamelen van urine

Slide 28 - Quizvraag

timer
5:00
Leerdoelen:
-Je moet de oorzaken en gevolgen van hart- en vaatziekten kunnen noemen. 
-Je moet kunnen aangeven hoe je de kans op hart- en vaatziekten kunt verkleinen. 
-Je moet de delen van de nieren en de urinewegen kunnen noemen met hun kenmerken en functies. 

Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen de tekst van B4 en B5
-Te maken: opdrachten
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.   
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.

Slide 29 - Tekstslide