3+4
Wat is politiek?
A
Het maken van keuzes en nemen van besluiten over het land, provincie en gemeente
B
Alle politici en ambtenaren bij elkaar
C
Democratie
D
Het recht om te mogen stemmen
1 / 30
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Wat is politiek?
A
Het maken van keuzes en nemen van besluiten over het land, provincie en gemeente
B
Alle politici en ambtenaren bij elkaar
C
Democratie
D
Het recht om te mogen stemmen
Slide 1 - Quizvraag
Wie of wat is de overheid?
A
Alle mensen in de tweede kamer
B
Politie en rechters
C
politici
D
Alle politici en ambtenaren
Slide 2 - Quizvraag
Een ambtenaar
A
Werkt in de politiek
B
Helpt de politiek om beleid uit te voeren
C
is altijd leraar
D
Voert een ambacht uit
Slide 3 - Quizvraag
Wie is GEEN ambtenaar?
A
politieagent
B
soldaat
C
leraar
D
medewerker op het gemeentehuis
Slide 4 - Quizvraag
Heeft Nederland een directe democratie of indirecte democratie?
A
Directe
B
Indirecte
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Video
rechts wil een
A
actieve overheid
B
passieve overheid
Slide 7 - Quizvraag
Een linkse partij
A
is voor veel economische vrijheid
B
vindt de zorgen om het milieu overdreven
C
wil dat de uitkeringen zo laag mogelijk zijn
D
vindt dat iedereen goede zorg verdient
Slide 8 - Quizvraag
D66 is een ... partij
A
Links
B
Midden
C
Rechts
Slide 9 - Quizvraag
een rechtse partij
A
wil opkomen voor de zwakkeren
B
is voor een een sterke, actieve overheid
C
is voor orde en gezag
D
wil dat bedrijven veel belasting betalen
Slide 10 - Quizvraag
Deze politieke partij is politiek rechts
A
D66
B
VVD
C
PvdA
D
PvdD
Slide 11 - Quizvraag
Deze politieke partij is politiek links:
A
VVD
B
PVV
C
Christenunie
D
SP
Slide 12 - Quizvraag
belasting is:
A
geld voor de overheid
B
mijn salaris
C
geld wat ik krijg
D
bezuinigingen
Slide 13 - Quizvraag
Wie is lijsttrekker van welke politieke partij?
Slide 14 - Sleepvraag
Noem één partij die een one issue-partij is.
Slide 15 - Open vraag
Zet de politieke partijen op de juiste plaats
Links
Rechts
Slide 16 - Sleepvraag
Een referendum is...
A
Een volksstemming
B
Het volk heeft invloed op politieke besluiten
C
Het kiezen van volksvertegenwoordigers
D
Een onderwerp wat voor heel veel mensen belangrijk is
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen het parlement en kabinet?
Slide 18 - Open vraag
Wat is globalisering?
A
Lokaal verbonden voelen
B
Wereldwijd betrokkenheid
C
Globale wereldkaart
D
'Made in .. 'label
Slide 19 - Quizvraag
Noem 1 voordeel en 1 nadeel van wereldpolitiek.
Slide 20 - Open vraag
Noem 1 voordeel en 1 nadeel van wereldhandel.
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Video
Slide 23 - Video
Is er in Iran spraken van dictatuur?
A
Ja
B
nee
Slide 24 - Quizvraag
Wat is het doel van de NAVO?
A
Controle van burgers
B
Zorgen voor een sterke economie
C
Oorlog voorkomen
D
De EU controleren
Slide 25 - Quizvraag
Hoort Oekraïne bij de NAVO?
A
Oekraïne hoort WEL bij de NAVO
B
Oekraïne hoort NIET bij de NAVO en wil dat ook niet
C
Oekraïne hoort NIET bij de NAVO maar wil dat in de toekomst
Slide 26 - Quizvraag
Wat is de Europese Unie?
A
De munt eenheid waar wij mee betalen.
B
Een organisatie van 27 Europese landen die nauw met elkaar samen werken.
C
Alle landen van de wereld die samen werken voor handel.
D
Nederland, België en Luxemburg
Slide 27 - Quizvraag
Hoeveel lidstaten heeft de Europese Unie nu?
A
35 lidstaten
B
20 lidstaten
C
15 lidstaten
D
30 lidstaten
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de hoofdstad van de Europese Unie?
A
Amsterdam
B
Berlijn
C
Parijs
D
Brussel
Slide 29 - Quizvraag
De betekenis van soevereiniteit is:
A
Er is sprake van een democratie
B
Er zijn vrije verkiezingen
C
De staat luistert naar het parlement
D
De staat heeft de hoogste macht
