gods lam

Welkom
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Film kijken
passend bij thema CKV boek en godsdienst
gaan we een korte film kijken

Slide 2 - Tekstslide

Achtergrond in de bijbel
Genesis 22 is een sage, 
een kort verhaal dat vertelt over ervaringen die een
volk in de loop van zijn geschiedenis opdeed en die toegeschreven worden
aan de stamvader en zijn familie. 
  • De ervaring van wie God is.
  • God verlangt geen kinderoffers: Hij wil dat de mens leeft en toekomst heeft.
  • De ervaring dat God zijn belofte uiteindelijk houdt
  • God zorgt ervoor dat het volk Israël uit de ballingschap kan terugkeren

Slide 3 - Tekstslide

In de Islam
De moslims noemen Abraham: Ibrahim. 
Hij is ook hun vader, omdat ze zich
de afstammelingen van Ismaël (= zoon van Abraham en de slavin Hagar)
noemen. De koran noemt Ibrahim 'El Chalil' (= vriend van God) en vertelt
dat hij Ismaël (niet Isaak) wilde doden. In plaats van Ismaël offerde hij een
schaap.

Daarom vieren de moslims nog ieder jaar 'het schapenfeest'.

Slide 4 - Tekstslide

Film: Gods lam
Zakaria (11) leeft met z’n broer en vader toe naar het eerste Offerfeest zonder moeder. Terwijl z’n vader Islamitisch slager is en een verbod op ritueel slachten in de lucht hangt, raakt z’n zwakzinnige broer per ongeluk gehecht aan het lammetje dat bedoeld is voor het Offerfeest…

Slide 5 - Tekstslide

Vragen om in te vullen 
tijdens het kijken:

1. Wie heeft volgens jou de hoofdrol in de film?
2. Wat is het meest opvallende filmfragment?
3. Welke thema’s zitten er in de film?
4. Hoe loopt het verhaal volgens jou af?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Einde les
Volgende 2 lessen gaan we verder met de analyse van de film

En natuurlijk het tegeltje afronden!

Slide 8 - Tekstslide

Placemat maken
Stap 1 Je schrijft je antwoorden van de kijkvragen op in één van de vier vlakken. 
Je groepsleden doen dat in de andere vlakken.
Stap 2 Je gaat in gesprek met elkaar over de antwoorden. 
Je leest eerst met elkaar alle antwoorden per vraag met elkaar. Wat zij de verschillen en wat zijn de overeenkomsten? Die bespreek je met elkaar.
Vragen die je aan elkaar kan stellen zijn: Waar gaat het verhaal over? Wie heeft de hoofdrol in de film? Welke spanning roept de film op? Wat is het verband tussen de gebeurtenissen en personen in de film? Wat is de samenhang daartussen? Welke motieven spelen een rol?
Welke handeling en ruimte spelen mee in het verhaal van de film? Wat doet de hoofdpersoon? 
Stap 3 In het midden van het vlak schrijf je deze verschillen en overeenkomsten op, die jullie belangrijk vinden om de betekenis van de film duidelijk te maken.
timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Welkom
-Gods lam
-waarvoor cijfer?
-wat bewaren?

Slide 10 - Tekstslide

Afronding placemat
Maak je placemat af

Slide 11 - Tekstslide

Gods Lam
Wat is een offer eigenlijk? 
Wat betekent het om daarvan te eten en te delen? 
Wat is het verschil tussen Abrahams verhaal in de Bijbel en in de Koran?
Mag de overheid zich bemoeien met je levensbeschouwelijke overtuiging ? 
Lukt het ons om aan ‘de ander’ uit te leggen wat we écht belangrijk vinden?
Wat is dierbaar?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

kijkvragen ronde 2

Wat is dierbaar voor Zakaria (11)?
Wat is dierbaar voor de vader van Zakaria?
Wat is dierbaar voor Moussi, de broer van Zakaria?

timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Woordweb

Maak voor jezelf een woordweb 
zet in het midden het woord DIERBAAR. 
Bedenk alles wat dierbaar voor jou is, schrijf dit op.



timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Interviews

Ga aan de hand van het stappenplan een klasgenoot interviewen.
Schrijf de antwoorden van de interviews op. 
Zo ontstaat er een "portret" van wat voor je klasgenoot dierbaar is. 
Laat "portret" lezen aan je klasgenoot 
Kijk of het echt dierbaarste naar voren is gekomen... 
timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide

CKV
Er is nu als het goed is duidelijk wat dierbaar is voor je.
Volgende keer gaan we hier mee verder

Denk alvast na:
Voor ckv maak je kunstwerk met daarop de afbeelding van een voorwerp, persoon, dier, of gebeurtenis, die je dierbaar is en heel belangrijk. 

Slide 17 - Tekstslide

Welkom 

Slide 18 - Tekstslide

Islam in het kort

De islam is een religie en ook een beschaving 

De islam is ontstaan in de 7e eeuw na Christus 

De Koran en wat in de Hadith staat, zijn de belangrijkste heilige teksten van de islam.

De islam verschilt op een aantal manieren van andere religies.

De grootste stromingen van de islam zijn het soennisme en het sjiisme. 





Slide 19 - Tekstslide

5 zuilen islam
Shahada: De geloofsgetuigenis. Dit houdt in dat je hardop uitspreekt dat er geen god is behalve God en dat Mohammed de boodschapper van God is.
Salah: Het gebed. Moslims voeren deze meerdere keren per dag uit op vastgestelde tijden.
Zakat: Het geven van  aalmoezen  aan mensen in armoede. Het gaat om grofweg 2,5% van iemands inkomen.
Sawm: Het vasten tijdens de maand ramadan, waarbij moslims van zonsopgang tot zonsondergang niets eten of drinken.
Hajj: De bedevaart naar Mekka. Moslims moeten die minstens één keer in hun leven maken, als ze de middelen hebben om dit te doen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Nieuwe opdracht

Onderzoekje en kunstwerk
Lijst

Allerzielen, advent, kerst, Pasen, Drie Koningen,
Sint Maarten, Goede Vrijdag, Hemelvaart, Pinksteren, Pesach, Chanoeka, Soekot, Ramadan,
Suikerfeest, Offerfeest.


Slide 22 - Tekstslide

Islam
Christendom

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht dierbaar
Je maakt een kunstwerk, met daarop de afbeelding van een voorwerp, persoon, dier, of gebeurtenis, die je dierbaar is en heel belangrijk. 

Je moet omschrijven waarom wat je gekozen hebt dierbaar is voor jou. 
(dit hoef je niet te delen met de klas)

Heb je dit klaar? Heb je je map al gemaakt? Heb je alle opdrachten af?
timer
40:00

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht script
a. Schrijf een eigen filmscript over (op)offeren en wel of niet afstand doen van dat wat voor de hoofdpersoon dierbaar is.
b. Brainstorm in tweetallen. Bedenk twee of drie scènes (gebeurtenissen) met dat personage.
c. Bedenk eventueel ook een afloop. Maak aantekeningen.
d. Denk aan de volgende vragen:
• Waar speelt het zich af?                                                                          • Welke personen spelen er een rol?
• Wat wordt er geofferd/opgeofferd? En met welk doel?           • Hoe wordt daarop gereageerd?
• Wat doet dat met de verschillende personages?                       • Hoe begint het verhaal                       • Hoe ziet de climax van het verhaal eruit?                                      • Hoe eindigt het verhaal?  

timer
35:00

Slide 25 - Tekstslide