present perfect/ past simple deel 3

past simple & present perfect
KT2B
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
engelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

past simple & present perfect
KT2B

Slide 1 - Tekstslide

Overview 
- doelen & verwachtingen
- opfrissen
- oefenen
- huiswerk 

Slide 2 - Tekstslide

doelen
- aan het einde van de les weten wij het verschil tussen de past simple en present perfect (dit kunnen wij toepassen)

Slide 3 - Tekstslide

even opfrissen
1. I was in Hong Kong last year 
She lived in Paris when she was a child

2. I have been at my school for two years now
we have travelled a lot already

Slide 4 - Tekstslide

signaalwoorden : past simple

- yesterday
- in ....(jaartal)
the other day/ week
earlier
on...(dag) (bijv on Monday)
ago ( bijv. three weeks ago)
last  (week) (year)

signaalwoorden: present perfect
- for 
- yet
- never 
-ever 
-just
- already 
- since 
- so 
- still
- now 

Slide 5 - Tekstslide

stap 1 :  kijk naar de zin: let op de signaalwoorden, zie je een signaalwoord van de past simple gebruik dan de past simple, zie je een signaalwoord van de present perfect, gebruik de present perfect. 

stap 2:  Is de gebeurtenis nog aan de gang (merk je nu nog iets van de gebeurtenis)? Als het antwoord ja is gebruik je de present perfect

stap 3: Is de gebeurtenis al afgelopen in het verleden? Als het antwoord ja is gebruik je de past simple. 







Slide 6 - Tekstslide

oefenen
kies de juiste vorm 
belangrijk!!

Slide 7 - Tekstslide

They bought/have bought the same dress yesterday

A
bought
B
have bought

Slide 8 - Quizvraag

I was/have been at my school for two years now
A
was
B
have been

Slide 9 - Quizvraag

The chef made/has made a wonderful dish last night
A
has made
B
made

Slide 10 - Quizvraag


I played/have played hockey since I was a child. I'm pretty good!
A
played
B
have played

Slide 11 - Quizvraag

My sister lived/ has lived in Australia for 18 years.

A
lived
B
has lived

Slide 12 - Quizvraag


We visited/ have visited that castle three times already.


A
visited
B
have visited

Slide 13 - Quizvraag

last year, I traveled / have traveled

A
traveled
B
have traveled

Slide 14 - Quizvraag


She lived/has lived in London when she was a child.



A
lived
B
has lived

Slide 15 - Quizvraag

Peter and Chris _____ (do) their homework last night

Slide 16 - Open vraag

she (live) here all her life

Slide 17 - Open vraag

We _____ (work) on our business idea for three years

Slide 18 - Open vraag

huiswerk 
signaalwoorden past simple/present perfect leren
onregelmatige werkwoorden leren  30-45

Slide 19 - Tekstslide