Cursus 8.2 Wereldburgers

Cursus 8.2 Wereldburgers
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Cursus 8.2 Wereldburgers

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Vorige les heb je geleerd over ICT. Door het internet is het veel makkelijker geworden om contact te leggen met mensen in andere landen over de hele wereld. Deze cursus gaat over de manier waarop mensen samenwerken over de hele wereld.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
--> Leer je hoe onze wereld kleiner is geworden, terwijl de aarde niet is gekrompen...
--> Ga je erachter komen wat de 'eerste', 'tweede' en 'derde' wereld zijn op onze aarde...
--> Leer je wat de VN eigenlijk is en wat het doel van de VN is...

Slide 3 - Tekstslide

Globalisering
'Onze wereld wordt steeds kleiner.'

Misschien heb je deze zin wel eens gehoord. Maar wat wordt er nou eigenlijk mee bedoelt?

Via het internet krijg je gemakkelijk toegang tot de hele wereld, met het vliegtuig vlieg je de aarde rond en in de winkel koop je fruit uit Ecuador en maïs uit de VS. Je hoeft maar naar de winkel te lopen om de hele wereld in Nederland te zien.

Slide 4 - Tekstslide

Globalisering
De moderne ICT zorgt ervoor dat de mensen op de hele wereld meer met elkaar in contact zijn. Dit noemen we globalisering (van het Engelse woord 'globe', wat aarde betekent).

Als er ergens bijvoorbeeld een aardbeving is in Indonesië, zien we enkele minuten later daar al beelden van. Het lijkt wel of de afstanden in de wereld korter zijn geworden: de wereld lijkt wel een dorp. 

Slide 5 - Tekstslide

Leg nu in je eigen woorden uit wat de zin 'de wereld wordt kleiner' betekent.

Slide 6 - Open vraag

Voordelen
Globalisering heeft voordelen: wij kunnen in Nederland lekker goedkoop kleren kopen die in Turkije of Vietnam geproduceerd worden.

Daarnaast zijn producten die niet in Nederland gemaakt kunnen worden, zoals sinaasappelen, elke dag verkrijgbaar in de supermarkt.

Als je een chatbericht stuurt naar de oom die op vakantie is in Zuid-Amerika, krijgt hij supersnel een melding. Je hoeft dus niet lang te wachten op antwoord!

Slide 7 - Tekstslide

Nadelen
Toch is niet alles leuk en aardig aan globalisering. Doordat de kledinguit bijvoorbeeld Vietnam super goedkoop is in Nederland, betekent dat dat de arbeiders daar ontzettend weinig verdienen maar hard moeten werken.

Daarnaast verdwijnen fabrieken uit Nederland naar andere landen omdat de lonen daar lager zijn. Hierdoor worden mensen in Nederland werkloos.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Arm en rijk
Niet alle landen profiteren even hard van het feit dat de wereld krimpt. De wereld werd na de Tweede Wereldoorlog verdeeld in drie delen:
- De eerste wereld: dit zijn rijke, welvarende landen. Nederland is een eerstewereldland.
- De tweede wereld: dit zijn landen die bij het Oostblok hoorden, zoals Polen.
- De derde wereld: dit zijn landen die niet meededen aan de Koude Oorlog, oftewel landen die zich niet aansloten bij de VS of de Sovjet-Unie. Deze konden zowel arm als rijk zijn.
De termen eerste/tweede/derde wereld worden eigenlijk niet meer gebruikt. Dit was iets voor tijdens de Koude Oorlog.

Slide 10 - Tekstslide

Arm en rijk
Sommige landen hebben dus meer plezier van globalisering dan andere landen. Landen waar fabrieken worden gebouwd die kleding moeten maken, krijgen te maken met gigantische fabrieken waar mensen (en soms kinderen) voor een ontzettend laag loon moeten werken.

Deze arme landen heten ook wel ontwikkelingslanden.
Blauw = Rijke, welvarende landen
Oranje = Ontwikkelingslanden 
Rood = Minst ontwikkelde landen in de wereld

Slide 11 - Tekstslide

De VN
In de Tweede Kamer worden problemen op nationaal niveau besproken. In de EU wordt gekeken naar Europese problemen. Nóg een stapje hoger zit de VN: de Verenigde Naties

De VN bestaat uit 193 landen en bepsreekt zaken zoals vrede, mensenrechten, handel en milieu.

Als de VN bij elkaar komt om te vergaderen, heet dit een wereldtop.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Vredesmissies
Als er ergens op de wereld zich een probleem voordoet, kan de VN ingrijpen. Zogeheten vredesmissies worden opgezet om vrede te bewaren.

In het verleden (en nu nog steeds!) heeft de VN verschillende vredesmissies aangestuurd. Welke landen herken je?
Donkerblauw = nog bezig
Lichtblauw = beëindigd

Slide 14 - Tekstslide

Millenniumdoelen
In 2000, het begin van een nieuw millennium (= 1000 jaar), heeft de VN millenniumdoelen opgesteld. 

Dit zijn doelen die alle landen voor 2015 probeerden te bereiken.

Sommige landen waren succesvol en hebben veel doelen behaald, terwijl sommige landen juist meer problemen kregen.

Slide 15 - Tekstslide

In deze les leer je...
Nu weet je dat...
Hoe onze wereld kleiner is geworden, terwijl de aarde niet is gekrompen...
Door de ICT-uitvindingen die er zijn gedaan is er veel meer en sneller contact met de wereld. Dit heet globalisering: het lijkt alsof afstanden tussen landen kleiner zijn geworden.
Wat de eerste, tweede en derde wereld zijn op onze aarde...
Deze namen stammen uit de tijd van de Koude Oorlog. 
Eerste wereld = westerse landen aangesloten bij de VS
Tweede wereld = voormalig Oostblok
Derde wereld = de rest
Wat de VN eigenlijk is en wat het doel is van de VN...
De VN bestaat uit 193 landen en behandelt problemen die voor de hele wereld gelden, zoals ziektes, honger en oorlog. Voor deze problemen zijn in het verleden millenniumdoelen opgesteld.

Slide 16 - Tekstslide

Dit was het dan
Dit was alweer de allerlaatste les die ik aan jullie ga geven dit jaar. Het is allemaal wat anders gelopen dit jaar en vind het jammer dat ik zo weinig voor de klas heb kunnen staan. Toch hoop ik dat jullie het toch een beetje leuk vonden zo! Jullie zouden me enorm helpen door de vraag op de volgende slide serieus in te vullen.

Heel veel succes met de laatste weken! Misschien komen we elkaar nog eens tegen. Groet, Pepijn Scholten

Slide 17 - Tekstslide

Wat vond je van de online lessen die ik heb gegeven aan jullie? Wat vond je fijn? Wat kon er beter?
(Wees zo eerlijk mogelijk, ook als het negatief is. Dit helpt mij enorm!)

Slide 18 - Open vraag