Extra kruisingen

Oefenen met kruisingen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefenen met kruisingen

Slide 1 - Tekstslide

Krullend haar (A) is dominant boven sluik haar (a). Wat is de fenotypeverhouding in de F1-fase, bij de kruising: Aa * aa?
A
3 krullend haar en 1 sluik haar
B
2 krullend haar en 2 sluik haar
C
1 krullend haar en 3 sluik haar
D
4 krullend haar en 0 sluik haar

Slide 2 - Quizvraag

P:            Aa       x     aa
gesl.c.   A of a         a
F1:


De helft van de nakomelingen heeft krullend haar, de andere helft sluik
A
a
a
Aa
aa
a
Aa
aa

Slide 3 - Tekstslide


A
0
B
150
C
300
D
600

Slide 4 - Quizvraag

B
b
B
BB
Bb
b
Bb
bb
Beide ouders zijn heterozygoot (Bb). Als je die met elkaar kruist krijg je 25% die bb heeft. 25% van 600 is 150. 

Slide 5 - Tekstslide


A
Ouders RR en Rr, zusters RR en/of Rr.
B
Ouders Rr en Rr, zusters alleen RR.
C
Ouders RR en Rr, zusters alleen Rr.
D
Ouders Rr en Rr, zusters RR en/of Rr.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Een fruitvlieg met een zwart lichaam wordt gekruist met een fruitvlieg met een grijs lichaam. Alle individuen van de F1 zijn grijs. Deze F1-individuen worden onderling gepaard.
Van de 113 individuen van de F2 zijn er 84 grijs en 29 zwart.
Hoeveel van de 84 grijze individuen van de F2 zullen er, naar verwachting, heterozygoot zijn?  

Slide 8 - Tekstslide

Zwart gekruist met grijs, alle nakomelingen grijs betekent dat grijs dominant moet zijn --> bb x BB = Bb
Onderling verder kruisen betekent dat je doorgaat naar de F2.

Bb x Bb
B of b

Zwart gekruist met grijs en alle nakomelingen grijs betekent dat grijs dominant moet zijn (grijs=B, zwart is b) 
bb x BB = Bb
Onderling verder kruisen betekent dat je doorgaat naar de F2. Dus je krijgt:
P:                  bb x BB
gesl.cellen   b       B
F1:                   Bb x Bb
gesl.cellen.  B of b/B of b

B
b
B
BB
Bb
b
Bb
bb

Slide 9 - Tekstslide

Een fruitvlieg met een zwart lichaam wordt gekruist met een fruitvlieg met een grijs lichaam. Alle individuen van de F1 zijn grijs. Deze F1-individuen worden onderling gepaard.
Van de 113 individuen van de F2 zijn er 84 grijs en 29 zwart.
Hoeveel van de 84 grijze individuen van de F2 zullen er, naar verwachting, heterozygoot zijn?
A
28
B
42
C
56
D
alle 84

Slide 10 - Quizvraag

Zelf verder oefenen
https://biologiepagina.nl/2en3/Erfelijkheidevolutie/Oefentoetskruisingen/erfelijkheid.htm

Slide 11 - Tekstslide

Volgende week
Alle opdrachten van BS 1 t/m 4 + 8 + 9 in de online versie van Biologie voor Jou. 
Bespreken BS 7
Herhalen

Slide 12 - Tekstslide