5.3 Nederland migratieland

Hoofdstuk 5: Ontdekkers en Hervormers
5.3: Nederland Migratieland 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5: Ontdekkers en Hervormers
5.3: Nederland Migratieland 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag? 
- Welkom! 
- Herhaling vorige §§
- Uitleg §5.3
- zelfstandig werken
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen §5.3 
  • Waardoor  verhuisde veel Zuid-Nederlanders naar de Republiek?
  • Welke invloed hadden migranten op de Nederlandse economie?
  • Welke vrijheid was er in de Republiek en welke migranten kwamen daardoor? 

Slide 3 - Tekstslide

Video
WieWatWanneer? De Gouden Eeuw

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat hoort NIET bij Karel V?
A
Hij was streng katholiek.
B
Hij voerde een centraal bestuur in de Nederlanden in.
C
Hij heerste over een groot rijk.
D
Hij was stadhouder.

Slide 6 - Quizvraag

Filips wilde dat iedereen protestant was
Centralisatie was een oorzaak voor de Nederlandse Opstand
Willem van Oranje was de leider van de opstand
De Hertog van Alva werd meteen erg populair
Goed
Fout

Slide 7 - Sleepvraag

Johannes Calvijn
Maarten Luther
Mensen moeten sober leven. 
Je mag in opstand komen tegen de heer.
Je mag niet in opstand komen tegen de heer.
Een hekel aan de aflatenverkoop. 

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Par. 5.3 Nederland migratieland

Slide 10 - Tekstslide

Zuid-Nederlandse Vluchtelingen (1/4)
  • De Republiek: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
  • Dit zijn de Opstandige gewesten. Zij verklaarden zich in 1588 onafhankelijk.
Economie ging het goed: de economie bloeide

Slide 11 - Tekstslide

Zuid-Nederlandse Vluchtelingen (2/4)
Hollandse en Zeeuwse Steden werden rijk door handel te drijven met andere landen op de Noordzee. 

De tachtigjarige oorlog werd alleen nog in het zuiden uitgevochten.

Slide 12 - Tekstslide

Zuid-Nederlandse Vluchtelingen (3/4)
Door de Spaanse overheersing van de zuidelijke Nederlanden vluchtten meer dan 100.000 Zuid Nederlanders tussen 1572 en 1630 naar de Republiek. 

Slide 13 - Tekstslide

Zuid-Nederlandse Vluchtelingen (4/4)
Waarom vluchtten de mensen uit de zuidelijke Nederlanden?

  • Tolerantie
  • = geloofsvrijheid  

Slide 14 - Tekstslide

Veel Werk (1/4)
Zuid-Nederlandse landverhuizers (migranten) kwamen vooral naar Holland. 

Zij namen mee: 
  • Geld/Rijkdom. 
  • Kennis
  • Handelscontacten. 

Slide 15 - Tekstslide

Veel Werk (3/4)
Oorzaak: de Amsterdamse economie groeit. 

Gevolg: mogelijkheden om betaald te werken (werkgelegenheid) groeit. 

Gevolg: meer mensen emigreerden vanuit Duitsland/Scandinavië naar Nederland om te werken. 

Slide 16 - Tekstslide

Veel werk (4/4)
Emigreren = verhuizen naar een ander land

Immigrant: iemand die verhuist vanuit een ander land. Bijvoorbeeld Duitsers en Scandinaviërs die vanuit hun land naar Nederland verhuizen. 

Slide 17 - Tekstslide

Hugenoten

Slide 18 - Tekstslide

Er was tolerantie in de Republiek, maar geen godsdienstvrijheid. Waaruit bleek dat?
A
Joden mochten geen synagoges
B
Katholieken mochten geen kerkdiensten houden
C
Gereformeerden mochten geen kerken
D
Hugenoten niet welkom in Nederland

Slide 19 - Quizvraag

In de Republiek was veel sprake van 'tolerantie'.
Wat betekent tolerantie?
A
Veel dingen afkeuren
B
Voor veel dingen open staan
C
Denken dat jouw land de beste is
D
Armen helpen aan geld te komen

Slide 20 - Quizvraag

Wat hield de tolerantie van de Republiek in?
A
Iedereen moest protestant worden.
B
Mensen mochten kiezen in welke religie ze wilden geloven. Het protestantisme bleef wel het belangrijkst.
C
Rijke en arme mensen waren welkom in de Republiek
D
Het maakte niks wat je geloofde.

Slide 21 - Quizvraag

De tolerantie in de Republiek zorgde voor:
A
De opkomst van wetenschap
B
Nieuwe uitvindingen
C
Godsdienstoorlogen
D
Een zekere vrede

Slide 22 - Quizvraag