Lesdoelen aan het eind van deze lessencyclus
Lesdoelen:- De student kan na deze lessencyclus vertellen wat verstaan wordt onder de begrippen palliatieve zorg en terminale zorg.
- Je kunt benoemen hoe passende palliatieve en terminale zorg geboden kan worden.
- De student kan de verschillende interventies binnen de palliatieve zorg benoemen en kan van elk een voorbeeld geven.
- De student is op de hoogte van het zorgpad en weet wanneer dit gestart moet worden in een zorgverleningssituatie.
- De student kan in eigen woorden vertellen welke symptomen hij kan waarnemen bij een stervende zorgvrager en welke verzorgende/verpleegkundige interventies hierbij horen.
- De student kan a.d.h.v. een casus/praktijksituatie de methodiek van de besluitvorming van palliatieve fase toepassen.
- Je kunt benoemen welke besluitvormingen er genomen kunnen worden in de laatste levensfase.
- Je kunt de soorten pijn benoemen.
- Je kunt benoemen welke behandelvormen bij pijn er zijn.
- Je kunt benoemen welke aandoeningen voor kunnen komen in de terminale fase.
- Je weet wat euthanasie betekent.
- Je weet wat de euthanasiewet betekent en inhoudt.
- Je kunt benoemen wat een natuurlijke, niet natuurlijke, klinische en of hersendood betekent.
- Je weet wat orgaandonatie en weefseldonatie betekent en inhoudt.