S 2.1 & S2.2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Today's Lesson

1. Weektaak + 1Blik Agenda
2. 5 minute quiz
3. Introduction to Unit 2
4.  Listening & Grammar
5. Homework

Self-study

- Weektaak wk 43: 26-28 okt af

• m S2.1 Crossing Borders
• m S2.2 Listening 
• m S2.3 Speaking

• L: studybox pg  + Test Jezelf en wordtrainer (practice online)

5-minute quiz

Vul het juiste woord in:
Do you know the …… to this question?

1. answer
2. check
3. anser
4. chek

Vul het juiste woord in:
You check the ….. to know when the next lesson is.

1. teacher
2. notebook
3. timetable
4. classroom

Vul de juiste voornaamwoorden in:
This is ..... book. Will you give it to ….?

1. my / me
2. mine / me
3. mine / my
4. my / mine

Vul de juiste voornaamwoorden in:
Our teachers are really nice. ….. do not give ….. much homework.

1. We / us
2. They / you
3. They / us
4. We / them

Vul het ontbrekende woord in:
Jane and Jessie are ……. They are 12 years old.

1. twins
2. nieces
3. only child
4. cousins

Vertaal:
Dat is jammer.

Vul de ontbrekende woorden in:
…… you on holiday? No, I ….. at home now.

1. Is / am
2. Are / are
3. Are / am
4. Am / is

a of an. Bij welke van de volgende woorden gebruik je NIET 'an':

1. uniform
2. aunt
3. honest
4. apple

Wat klopt niet bij het gebruik van 'a' en 'an'?

1. je gebruikt 'a' als de eerste letter van een woord klinkt als een medeklinker
2. je gebruikt 'an' als de eerste letter van een woord klinkt als een klinker
4. Je gebruikt altijd 'an' bij a/e/i/o/u

Vul de juiste vorm in van 'have got':
My friend ….. a nice new bike.

1. hase got
2. has got
3. haves got
4. has

Vul de juiste vorm in van 'have got'.
….. we ….. blue or green eyes?

1. Has / got
2. Haves / got
3. Have / got
4. Do / have

Maak de volgende zin ontkennend:
They have got glasses.

1. They got not glasses
2. They have got not glasses.
3. They have not got glasses.
4. They have glasses not.

Wat is de vertaling van:

Jij hebt

1. You has
2. She has
3. You have
4. We have

My teacher __ a dictionairy.

1. haven't got
2. have
3. hasn't got

The apples __ a green colour.

1. have
2. haven't
3. hasn't got

Unit 2 Crossing Borders

Lesson 1 

• Introduction to Scotland
• Do paragraph 1

Paragraph 2: Listening

• Do exercises 1 -5 and check.
• Grammar: Plurals and Demonstrative Pronouns.

PLURALS

Plurals

Algemeen 1	Zelfstandig naamwoord +s (teacher > teachers, etc.)
Algemeen 2	Eindigt het zelfstandig naamwoord op: -s/-sh/-ch/-x/-z (s-klank) , dan krijg je +es (bus > buses / dish > dishes / match > matches / box > boxes / fez > fe zz es)
Algemeen 3	Eindigt het zelfstandig naamwoord op medeklinker+o, dan krijg je +es (tomato > tomatoes / hero > heroes > echo > echoes)
Algemeen 4	Als het zelfstandig naamwoord eindigt op medeklinker+y, dan krijg je -ies op het eind (city > cities / baby > babies / country > countries) , de -y valt weg
Let op	Eindigt het zelfstandig naamwoord op -f, dan verandert de -f in -ves (wolf > wolves / knife > knives)
Uitzonderingen 1	Sommige zelfstandig naamwoorden zijn altijd enkelvoud (hair / fish / sheep) Sommige zelfstandig naamwoorden zijn altijd meervoud (trousers / glasses / scissors)
Uitzonderingen 2	Sommige zelfstandig naamwoorden hebben een eigen meervoudsvorm (man > men / child > children / tooth > teeth / foot > feet / mouse > mice)

Plural of:

1. knife's
2. knifes
3. knives
4. kniven

Plural of:

1. child's
2. childs
3. kinderen
4. children

Plural of:

1. heroes
2. hero's
3. heros
4. held

Plural of:

1. tomatos
2. tomaten
3. tomato's
4. tomatoes

Plural of

1. mouses
2. mice
3. mices
4. mouse's

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
hobby

1. hobby's
2. hobbys
3. hobbies
4. hobby

Plural of:

1. shoe
2. shoes
3. schoenen
4. shoos

Plural of:

1. puppies
2. puppy's
3. puppys
4. puppen

  Tips/Tops/Questions

Nu jij!

Vertel in het Engels wanneer je jarig bent zoek eerst even op op welke dag je dit jaar jarig bent.

Voorbeeld:

My birthday is on the twenty-fourth of October , it's on a Tuesday this year.

Cardinal numbers - Hoofdtelwoorden (p. 141-142 TB)

Cardinal numbers - Hoofdtelwoorden 

(p. 141-142 TB)

Rangtelnummers (ordinal numbers)

Opdracht 26 + 27

bladzijde 45