Les 13: Laatste les woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom!

Wat gaan we vandaag doen?

• Ik heb besloten het verdergaan met spelling even uit te stellen tot volgende week. Jullie huiswerk is dus opgeschoven.
• Wat mededelingen over de toets van maandag, de fictieopdracht en het lezen in de les plus de herkansing ww-spelling.
• We nemen 10 minuten om de antwoorden na te kijken van het woordenschatboekje.
• We doen nog wat laatste gezamenlijke oefeningen rondom beeldspraak en kijken een filmpje over beeldspraak in de politiek.

De toetsstof, lezen en de fictieopdracht

Ik deel nu een woordenlijst uit van de woorden die je moet kennen voor de toets woordenschat. Leuker kan ik het niet maken, wel makkelijker.

Over het lezen: heb je je boek uit? Zorg dat je een nieuwe uitzoekt voor volgende week (en voor je volgende fictieopdracht) en zorg dat je deze meeneemt naar de les. 

De fictieopdracht heeft ook presentaties. Vanaf 12 november starten we daarmee. De planning komt in SOM en maak ik als jullie je woordenschat nakijken zo meteen.

Informatie over de verplichte bijles voor de herkansers staat in som en is gemaild. De verplichte bijles is a.s. maandag om 15.15u in 112.

Het oefenboek

We gaan nakijken! Je hebt 10 minuten. 

Doe dit in stilte en alleen. 

Heb je iets fout en heb je daar een vraag over? Schrijf je vragen op.

Klaar? Ga even lezen of help je buur met nakijken of 

 het beantwoorden van hun vraag.

Ondertussen maak ik de planning voor de presentaties van de fictieopdracht.

Daarna kan ik vragen beantwoorden over het boekje.

Beeldspraak is altijd figuurlijk.

1. WAAR
2. NIET WAAR

'De wind huilt door de bomen.'

1. metafoor
2. personificatie
3. vergelijking
4. -

De samenleving is ziek.

1. metafoor
2. metonymia
3. vergelijking
4. personificatie

'Zij zingt als een nachtegaal.'

1. vergelijking
2. metonymie
3. metafoor
4. personificatie

'Geef mij nog eens een glas'. Welke vorm van beeldspraak is dit?

1. hyperbool
2. metafoor
3. personificatie
4. metonymia

Mijn ouderlijk huis is nog steeds een veilige haven voor mij.

1. personificatie
2. vergelijking
3. metafoor
4. -

Ik kwam, zag en overwon.

1. Hyperbool
2. Climax
3. Drieslag
4. Eufemisme

'Dat is leuk gedaan, heel leuk!'

1. Herhaling
2. Climax
3. Hyperbool
4. Opsomming

De toespraak was van de premier was saai, slaapverwekkend, sloom en nietszeggend.

1. Herhaling
2. Climax
3. Hyperbool
4. Opsomming

Uur na uur zagen we dezelfde mensen.

1. Herhaling
2. Climax
3. Hyperbool
4. Opsomming

Hij liep als een kip zonder kop in de rondte.

1. Vergelijking
2. Personificatie
3. Metonymia
4. Metafoor

Afsluiting

• Je bent klaar voor de toets van maandag dan wel volgende week. We hebben stijlfiguren en beeldspraak nog een keer behandeld en je hebt de woordenlijst die je moet leren.
• De volgende les gaan we de eindelijk de toets werkwoordspeling behandelen; alle inhalers hebben hem gemaakt.

Tot vrijdag!