H3 par 1, krachten herkennen

Hoofdstuk 4  Kracht en beweging
lesplan

Zelfstandig voorkennis + voorkennistoets  maken op de laptop
Kijk eerst naar het voorkennisfilmpje
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4  Kracht en beweging
lesplan

Zelfstandig voorkennis + voorkennistoets  maken op de laptop
Kijk eerst naar het voorkennisfilmpje

Slide 1 - Tekstslide

grafiek aflezen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen H4
-  Je kunt uitleggen wat de mogelijke gevolgen zijn van krachten
-  Je kunt minimaal 5 verschillende krachten beschrijven
-  Je kunt de zwaartekracht op een massa berekenen
-  Je kunt het zwaartepunt van een voorwerp bepalen
-  Je kunt krachten op de juiste manier als pijl tekenen

Slide 3 - Tekstslide

Welke krachten kennen jullie al?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Soort krachten:
 • Spierkracht
 • Veerkracht
 • Spankracht
 • Magnetische kracht
 • Zwaartekracht
•  Normaalkracht
  Het symbool voor de grootheid kracht is F     (Force)

Slide 6 - Tekstslide

Soort krachten: schrijven we als
 • Spierkracht----------------Fsp  of Fspier
 • Veerkracht-----------------Fv of Fveer
 • Spankracht-----------------Fs     of Fspan               
 • Magnetische kracht-------Fm
 • Zwaartekracht-------------?
•  Normaalkracht-------------?
  Het symbool voor de grootheid kracht is F     (Force)

Slide 7 - Tekstslide

Normaalkracht
De normaal kracht is de kracht die de 
tafelblad loodrecht omhoog uitoefent
op de fruitschaal.

Er is evenwicht dus de fruitschaal 
komt niet in beweging.

Fn

Slide 8 - Tekstslide

Krachtmeter
Met een krachtmeter (veerunster) kun je krachten meten.

Het meetbereik is de grootste kracht die je met die meter kunt meten.  

Slide 9 - Tekstslide

Veer- en zwaartekracht
Zwaarte- en normaalkracht

Slide 10 - Tekstslide

Spierkracht
Fs
Fz
Fn
Fv
Fsp
Kracht van een mens of dier
Duw - of trekkracht van een veer
Aantrekkingskracht van de aarde
Kracht van een ondersteunend oppervlak

Kracht in een touw of kabel 

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Video

Krachten
Krachten kunnen we niet zien. We merken wel de gevolgen van een kracht.
Een kracht kan :
                                   -   een voorwerp versnellen of vertragen(snelheid)
                                   -   de bewegingsrichting van een voorwerp   veranderen(richting)
                                   -   een voorwerp vervormen (plastisch of elastisch)(vorm)

Slide 13 - Tekstslide


Eigenlijk is het 9,81, maar op het TL examen mag je 10 gebruiken.
Fz=m10
Grootheid
Afkorting
Eenheid 
Afkorting
Zwaartekracht
Fz
Newton
N
Massa
m
Kilogram
kg
10 is de 
valversnelling
op de 
planeet aarde

Slide 14 - Tekstslide

Krachten Tekenen

Slide 15 - Tekstslide

Een kracht tekenen we met behulp van een vector.
Een vector is een pijl met 3 eigenschappen.
Deze pijl heeft een :
  - aangrijpingspunt
                  (punt waar de kracht op het voorwerp werkt)
  - richting
                  (richting waarin de kracht werkt)
  - lengte
                  (grootte van de kracht)

Slide 16 - Tekstslide


De lengte van de pijl is afhankelijk van de grootte van de kracht.
Gebruik hiervoor een krachtenschaal

1 cm =  10 N

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Zwaartekracht Fz

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Zwaartekracht  
Kracht
waarmee
de aarde
voorwerpen
aantrekt.

Slide 21 - Tekstslide

Zwaartekracht

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Sterkte?
Een sterkte veer heeft een groot meetbereik. 

Een slappe veer heeft een klein meetbereik. 

Slide 24 - Tekstslide

Aflezen
Houd de krachtmeter altijd verticaal. Probeer hem niet te bewegen. Lees de krachtmeter op ooghoogte af. Wanneer mogelijk, gebruik een statief. 

Slide 25 - Tekstslide

Een halfvolle fles heeft een massa van 600 gram.
Een halfvolle fles heeft een massa van 600 gram. Bereken de zwaartekracht Fz op de fles.

Slide 26 - Open vraag

Zwaartekracht
Aangrijpingspunt
De zwaartekracht
werkt vanuit het zwaartepunt.
Het zwaartepunt is dus het aangrijpingspunt van de zwaartekracht.

Slide 27 - Tekstslide

Zwaartekracht

Slide 28 - Tekstslide

Zwaartekracht Fz en Gewicht G
Zwaartekracht werkt op het 
voorwerp zelf in
Gewicht
werkt op de ondersteuning, 
bijv. een tafel, de grond of
een touw

Slide 29 - Tekstslide

Nettokracht
Krachten die in dezelfde richting
werken tel je op.

Krachten in tegengestelde 
richting haal je van elkaar af.

Bij evenwicht is de 
nettokracht 0 N (40-40=0)

Slide 30 - Tekstslide

Nettokracht
Nettokracht (Fnetto) is de som van de krachten
Een ander woord voor nettokracht is de resultante kracht (Fres)


Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Achtbanen
Ontwerp en vervaardiging

Slide 34 - Tekstslide

De zwaartekracht

Maar is er geen ondersteunend vlak (oeps)


dan is de zwaartekracht de enige kracht die aan je trekt en ga je naar beneden.

Slide 35 - Tekstslide

Aangrijpingspunt      Uitzondering:

In geval we een zwaartekracht willen tekenen gebruiken we het zwaartepunt als aangrijpingspunt.
                      
                        (Kijk naar het volgende filmpje)

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video