Paragraaf 4.2 Culturele diversiteit en samenleving
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
De manier waarop wij de werkelijkheid ervaren, noemen we de...
A
Perceptie
B
Mental Map
C
Stereotype
D
Concept
Slide 3 - Quizvraag
Welk begrip is het best van toepassing op de beelden die je hier ziet?
A
Geografisch beeld
B
Mental Map
C
Perceptie
D
Stereotypen
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een stereotype?
A
Een vooroordeel
B
Een overdreven beeld van een groep mensen
C
Een correcte inschatting van een groep mensen
D
Een manier van waarnemen
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Twee beweringen: 1. De oorspronkelijke bewoners in Zuid-Amerika wonen vooral langs de kust 2. Een mesties is een nakomeling van een oorspronkelijke bewoner van Zuid-Amerika en een Europeaan
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
2 juist
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Twee beweringen: 1. De Europese migratie naar Zuid-Amerika was vooral gericht op de westkust van Zuid-Amerika 2. Vruchtbare grond was een belangrijke pullfactor voor de migratie naar Argentinië, Uruguay en Brazilië
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
2 juist
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Welk verband is er tussen etniciteit en je maatschappelijke positie?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
In gated communities leven de.....
A
arme mensen
B
de middenklasse
C
de rijke mensen
D
mensen gemengd
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Hoe kun je de sociale mobiliteit van de lagere inkomensgroepen verbeteren?
Slide 24 - Open vraag
Welke verband is er tussen sociale mobiliteit en de informele sector?