§1.1 stofeigenschappen & deeltjesmodel
Stofeigenschappen
1 / 22
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Stofeigenschappen
Slide 1 - Woordweb
Slide 2 - Tekstslide
Welke twee dingen van een voorwerp/stof moet je weten om de dichtheid uit te kunnen rekenen?
Slide 3 - Open vraag
Een eenheid van massa is
A
gram
B
cm3
C
g/cm3
Slide 4 - Quizvraag
Een eenheid van dichtheid is
A
gram
B
cm3
C
g/cm3
Slide 5 - Quizvraag
dichtheid van een stof is........
A
het volume gedeeld door de massa van die stof
B
de massa vermenigvuldigd met het volume van die stof
C
de massa van 1 kubieke cm van die stof
Slide 6 - Quizvraag
een blokje heeft een dichtheid van 2.0 g/cm3
water heeft een dichtheid van 1.0 g/cm3.
als het blokje in het water wordt gedaan dan.....
water heeft een dichtheid van 1.0 g/cm3.
als het blokje in het water wordt gedaan dan.....
A
blijft het drijven
B
gaat het zweven
C
gaat het zinken
Slide 7 - Quizvraag
Bereken de dichtheid :
50 gram stof
met een volume van 10 cm3
50 gram stof
met een volume van 10 cm3
A
50 g/cm3
B
0,5 g/cm3
C
0,05 g/cm3
D
5 g/cm3
Slide 8 - Quizvraag
Een metalen sleutel heeft een volume van 3 cm3 en weegt 7,9 gram. Wat is de dichtheid?
(geef je berekening en de juiste eenheid)
(geef je berekening en de juiste eenheid)
Slide 9 - Open vraag
Bereken de massa:
dichtheid is 13,5 g/cm3
volume is 2,3 cm3
dichtheid is 13,5 g/cm3
volume is 2,3 cm3
A
5,9 g
B
0,17 g
C
31,1 g
Slide 10 - Quizvraag
Bereken het volume:
dichtheid is 8 g/cm3
massa is 20 gram.
dichtheid is 8 g/cm3
massa is 20 gram.
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Sublimeren is een faseovergang van ...
A
Vast naar gas
B
Gas naar vast
C
Gas naar vloeibaar
D
Vloeibaar naar gas
Slide 14 - Quizvraag
Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren
Slide 15 - Quizvraag
Rijpen is de faseovergang van
A
vloeibaar naar gasvormig
B
gasvormig naar vloeibaar
C
gasvormig naar vast
D
vloeibaar naar vast
Slide 16 - Quizvraag
Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren
Slide 17 - Quizvraag
Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren
Slide 18 - Quizvraag
Vervluchtigen is de faseovergang van:
A
vast naar gasvormig
B
gasvormig naar vloeibaar
C
vloeibaar naar gasvormig
D
vloeibaar naar vast
Slide 19 - Quizvraag
Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren
Slide 20 - Quizvraag
Wat staat er niet in het deeltjesmodel?
A
Moleculen bewegen
B
Moleculen trekken elkaar aan
C
Moleculen veranderen niet
D
Moleculen zijn opgebouwd uit stoffen
Slide 21 - Quizvraag
Welke eigenschap past niet bij het deeltjesmodel van een gas?
A
Een gas bestaat uit heel kleine deeltjes.
B
De onderlinge afstand tussen de deeltjes is groot.
C
De deeltjes bewegen met grote snelheid kriskras door elkaar heen.
D
De deeltjes trekken elkaar aan.
