Les klas 3 - Bron B ch2 bespreken & Québécois

BONJOUR 
&
BIENVENUE
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

BONJOUR 
&
BIENVENUE

Slide 1 - Tekstslide

Le Québec

Slide 2 - Tekstslide

Programme
  • L'information sur Québec
  • Un légende de Québec
  • Bron B ch2
  • Bron C : schrijfopdracht 14a
  • Leren bron ABC (Slim Stampen) / Blooket

Slide 3 - Tekstslide

Objectifs
Qu'est-ce que tu vas apprendre aujourd'hui?
 
- Ik kan een beetje Québécois praten.
- Ik kan een Frans stripverhaal maken.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Canada
Quebec
37,7 miljoen inwoners

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de hoofdstad van Canada?

Slide 7 - Tekstslide

La France
LE QUÉBEC
Le Québec!
Québec, de volledig Franstalige provincie van Canada. 

Slide 8 - Tekstslide

Samuel de Champlain
Stichter van de provincie Québec

Slide 9 - Tekstslide

1567-1635

Slide 10 - Tekstslide

Québécois (inwoners Québec)
Franstalig, wel met een ander accent en soms eigen woorden en uitdrukkingen.

Slide 11 - Tekstslide

IJshockey

Slide 12 - Tekstslide

La crosse

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Jeudi  28 octobre 
         Parler en français -le jeu les cercles
Parler en québécois
Un légende de Québec: La Dame blanche
Faites un BD sur Toonytool
Bron B chapitre 2

Le programme: 

Slide 19 - Tekstslide

Québécois

- Hier, chu allé à bibliothèque, mais était fermée, fak chu rentré.

- Même s'y faisait frette, ya marché toudrette jusqu'au Macdo pis au cinosh!


Et = pis
Donc = fak
Froid = frette
Ici = icitte
Moi = Moé
Toi = Toé


Slide 20 - Tekstslide

Welke zin is in Québécois?
A
Le cookie ne contient pas de noix.
B
Le biscuit ne contient pas de noix.

Slide 21 - Quizvraag

Hier, chu allé à bibliothèque, mais était fermée, fak chu rentré.

Slide 22 - Open vraag

- Même s'y faisait frette, ya marché toudrette jusqu'au Macdo pis au cinosh!

Slide 23 - Open vraag

Maak in tweetallen of drietallen zelf een zin in Québécois.

Slide 24 - Open vraag

Québécois

Moé pis Marie, on est allées au cinosh, tsé, pis lâ genre, on a vu un gars full beau! Fak j't'allé l'voir pis lâ on a jasé, pis après, y m'â d'mandé mon numéro! Fak ch'tais comme full contente tsé... entékâ... J'espère qu'y vâ m'appeler...

Slide 25 - Tekstslide

Jeu les cercles
De docent geeft elke leerling een nummer (1 of 2). 
De nummers 1 gaan in een kring staan met de rug naar elkaar toe. 
De nummers 2 gaan een kring er omheen maken, zodat iedereen tegenover een ander staat. 
Dus een nummer 1 staat tegenover een nummer 2. 
In één minuut ga je in het Frans een gesprek voeren. Doe je best. Fouten maken is niet erg. Zie ik dat je niet serieus doet --> aantekening. 
Denk aan woorden en zinnen die je al kent. 

Na een minuut geeft de docent een teken dat de buitenste kring een plek kan opschuiven naar links. 
Je bent op een normale toon aan het praten. (boek erbij als je nog niet genoeg weet)

Slide 26 - Tekstslide

0

Slide 27 - Video

7

Slide 28 - Video

00:26
Wat hebben mensen gezien?
En waar?

Slide 29 - Open vraag

00:56
Rien... sauf la guerre.
Waarom was Mathilde heel gelukkig?
En wat verstoort haar geluk?

Slide 30 - Open vraag

01:14
Waar vluchten de vrouwen en kinderen heen?
Wat gaan de Franse mannen doen?

Slide 31 - Open vraag

01:33
Wie heeft er gewonnen
A
De Fransen
B
De Engelsen

Slide 32 - Quizvraag

01:54
Waarom is Mathilde niet blij met de overwinning?

Slide 33 - Open vraag

02:32
Wat doet Mathilde vervolgens?

Slide 34 - Open vraag

03:02
Wat zou je vandaag de dag nog kunnen zien bij de waterval?

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide

Ideeën tot nu toe
Hoofdpersonage: Wormpje die tot 100 kan tellen 
Plaatsen? Of 1 plaats?
Rolverdeling?



Halloween

Slide 37 - Tekstslide

L'E-sport est-il un vrai sport?

Slide 38 - Tekstslide

Qui est ton/ta meilleur(e) ami(e)?
Pourquoi c'est ton/ta meilleur(e) ami(e)?

Qu'est ce que tu as fait le week-end?Qu'est-ce que tu fais d'autre?
Pourquoi tu aimes (faire) ça?


Qu'est-ce que tu n'aimes pas faire?

Quelle est ta série préférée?

Ma/mon meilleur(e) ami(e) c'est...
Parce qu'il/elle est sympa/drôle etc...

J'ai visité/regardé/été/joué...
J'aime faire...
Parce que je suis sportif/sportive/créatif/créative

Je déteste d'aller à l'école/ranger ma chambre.
Ma série préférée c'est Heartstopper

Slide 39 - Tekstslide

Schrijfopdracht:

Ga naar opdracht 14a op pagina 67.
Imagine: jouw ouders zijn niet thuis in het weekend. Wat ga je doen?

Maak 8 zinnen wat je gaat doen!
Dit kan in Word, Padlet, Canva, Toonytool etc.
Vul eerst de tabel in op pagina 67 en ga dan zinnen maken.

Gebruik niet alleen 'Je', maar ook Tu, Nous, Vous etc.

Hulpzinnen:

Je gaat vertellen wat je gaat doen, dus niet in de verleden tijd schrijven, maar in de toekomende tijd. Hiervoor heb je het werk woord 'gaan' (aller) nodig.
Volgorde: 
persoonlijk voornaamwoord + gaan + hele werkwoord
Je vais manger au restaurant avec mon ami.

Aller vervoegen:
Je vais 
Tu vas
Il/elle/on va
Nous allons
Vous allez
Ils/elles vont

Werkwoorden die je kunt gebruiken: manger, visiter, regarder, jouer, boire, fêter, aimer, détester, publier

Slide 40 - Tekstslide

Voorbeeld:






Samedi, nous allons regarder un film avec mon ami(e).

Hulpzinnen:

Je gaat vertellen wat je gaat doen, dus niet in de verleden tijd schrijven, maar in de toekomende tijd. Hiervoor heb je het werk woord 'gaan' (aller) nodig.
Volgorde: 
persoonlijk voornaamwoord + gaan + hele werkwoord
Samedi, je vais manger au restaurant avec mon ami.

Aller vervoegen:
Je vais 
Tu vas
Il/elle/on va
Nous allons
Vous allez
Ils/elles vont

Werkwoorden die je kunt gebruiken: manger, visiter, regarder, jouer, boire, fêter, aimer, détester, publier
Quand?
Quoi
Avec qui

Slide 41 - Tekstslide

Faites un BD
Kies een land uit of een legende?
Ga er informatie over opzoeken.
Overleg met elkaar en maak via Toonytool een kort verhaaltje.
Wie weet kunnen we jullie stukje gaan gebruiken voor het verhaal dat we uiteindelijk gaan maken.
Denk aan de hoofdpersonage, plek en aan humor!  
Het moet natuurlijk in het Frans!! :)

In Toonytools heb je de personages natuurlijk niet, maar je kunt er wel goed een concept mee maken. 

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Link

Les devoirs

Maak de schrijfopdracht die in Magister staat en leer de woorden en zinnen van ABC

Toetsing deze periode:
2X SO
-Slim Stampen (alles van ch2 'overhoren)
-Schrijfopdracht 

1x toets
- lezen & luisteren

Slide 44 - Tekstslide

Au revoir!  

Slide 45 - Tekstslide