H52 8.1.2021

H52
8.1.2021
Verben:
haben, sein, werden & die regelmäßigen Verben
im Präsens, Präteritum und im Perfekt 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H52
8.1.2021
Verben:
haben, sein, werden & die regelmäßigen Verben
im Präsens, Präteritum und im Perfekt 

Slide 1 - Tekstslide

Hausaufgaben > Fälle
A
Ik snap er helemaal niets van.
B
Ik snap het wel, maar moet eerst het naamvallenblad goed leren.
C
Ik snap het helemaal.
D
Ik snap het een beetje.

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Regelmäßige Verben im Präsens
lernen
reisen
arbeiten
ich
lerne
reise
arbeite
du
lernst
reist
arbeitest
er/sie/es/man
lernt
reist
arbeitet
wir
lernen
reisen
arbeiten
ihr
lernt
reist
arbeitet
sie/Sie
lernen
reisen
arbeiten

Slide 4 - Tekstslide

Regelmäßige Verben im Präteritum
lernen
reisen
arbeiten
ich
lernte
reiste
arbeitete
du
lerntest
reistest
arbeitetest
er/sie/es/man
lernte
reiste
arbeitete
wir
lernten
reisten
arbeiteten
ihr
lerntet
reistet
arbeitetet
sie/Sie
lernten
reisten
arbeiteten

Slide 5 - Tekstslide

Regelmäßige Verben im Perfekt
Vorm van haben/sein + ge + stam + (e)t
Ich habe gemacht
Er ist gereist
Wir haben gearbeitet

Werkwoorden met een voorvoegsel (be-, ver-, er- usw.) en werkwoorden die eindigen op -ieren krijgen geen "ge-" bij het voltooid deelwoord:
Sie hat behandelt
Ihr habt studiert

Slide 6 - Tekstslide

Üben
Van de werkwoorden op de volgende dia's worden steeds alle tijden gevraagd. Voorbeeld: (machen) Ich ... die Aufgabe.
Jouw antwoord: mache, machte, habe gemacht 

Slide 7 - Tekstslide

(schenken) Wann ... er das dir?

Slide 8 - Open vraag

(reisen) Wir ... in die Schweiz.

Slide 9 - Open vraag

(worden) Weshalb ... du von der Schule abgeholt? (alleen o.t.t. en o.v.t.)

Slide 10 - Open vraag

(reparieren) Ich ... dein Fahrrad.

Slide 11 - Open vraag

(öffnen) Der Mann ... die Tür.

Slide 12 - Open vraag

(arbeiten) ... ihr im Supermarkt?

Slide 13 - Open vraag

(rechnen) Ich ... gerne.

Slide 14 - Open vraag

(haben) Herr Maier, Sie ... eine Frage?
(alleen o.t.t. en o.v.t.)

Slide 15 - Open vraag

(sein) Wer ... dran?
(alleen o.t.t. en o.v.t.)

Slide 16 - Open vraag

(machen) Wir ... einen Spaziergang.

Slide 17 - Open vraag

Selbstständig weiter
Mache die extra Aufgaben in Classroom. Bitte hochladen! 

Slide 18 - Tekstslide