In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Wat wordt bedoeld met de break-even afzet (BEA)?
Slide 1 - Open vraag
De verkoopprijs (p)- variabele kosten per product (v) is de dekkingsbijdrage (DB). Welke kosten moet je dekken om break-even te draaien?
A
de totale kosten (Totale variabele en totale constante kosten)
B
de totale variabele kosten
C
de totale constante kosten
Slide 2 - Quizvraag
Een fabrikant heeft op een scheerapparaat een verkoopprijs (p) van €100. Zijn variabele kosten per stuk (v) zijn €30. Wat is zijn dekkingsbijdrage (DB)?
A
€100+€30=130
B
€100-€30=€70
C
€100 x €30 = €3.000
D
€100 / €30 = €3,33
Slide 3 - Quizvraag
Een fabrikant heeft op een boormachine een verkoopprijs (p) van €250. Zijn variabele kosten per stuk (v) zijn €30. Zijn constante kosten per product (c) zijn €20. Wat is zijn dekkingsbijdrage?
A
€250 - €20 = €230
B
€250 + €20 = €270
C
€250 - €30 = €220
D
€250 + €30 = €280
Slide 4 - Quizvraag
De totale constante kosten (C) zijn €100.000. De variabele kosten per stuk (v) zijn €2 en de verkoopprijs is €6 (p). Bereken de break-even afzet.
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Video
01:54
C (Totale constante kosten) = €1.430, p (prijs per stuk)= €12,50, v (variabele kosten per stuk) = €6 Bereken de Break even afzet (BEA)
Slide 7 - Open vraag
03:06
p = €12,50, v = €6, BEA is dus 220 stuks. Bereken de break-even omzet.
Slide 8 - Open vraag
03:46
EINDE UITLEG BEA
Ga zelf aan de slag met ....
Slide 9 - Tekstslide
Een fabrikant heeft op een scheerapparaat een verkoopprijs (p) van €100. Zijn variabele kosten per stuk (v) zijn €30. Zijn constante kosten zijn €70.000. Wat is zijn Break even afzet (BEA)?
Slide 10 - Open vraag
Een fabrikant heeft op een scheerapparaat een verkoopprijs van €100. Zijn variabele kosten per stuk zijn €30. Zijn constante kosten zijn €70.000. Wat is zijn Break even afzet (BEA)?
Slide 11 - Open vraag
veiligheidsmarge absoluut = werkelijke afzet - break even afzet
Slide 12 - Tekstslide
Een fabrikant heeft op een scheerapparaat een Break even afzet van 1000 artikelen. Zijn werkelijke afzet is 1200 artikelen. Wat is de absolute (in hoeveelheden) veiligheidsmarge?
A
1000- 1200 = -200
B
1200 - 1000 = 200
C
1000 + 1200 = 2200
D
1000 x 1200= 1,2 miljoen
Slide 13 - Quizvraag
veiligheidsmarge relatief (in %) = veiligheidsmarge absoluut / werkelijke afzet x 100%
Slide 14 - Tekstslide
Een fabrikant heeft op een scheerapparaat een Break even afzet van 1000 artikelen. Zijn werkelijke afzet is 1200 artikelen. Wat is de relatieve (in %) veiligheidsmarge?
A
1200 - 1000 = 200. 200 / 1000 x 100% = 20%
B
1200 - 1000 = 200. 200 / 1200 x 100% = 16,67%
C
1200 - 1000 = 200. 200 / 2200 x 100% = 9,09%
D
1200 -1000 = 200. 200 * 1200 = 240.000
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Video
02:00
constante kosten €140.000 verkoopprijs per stuk €120 variabele kosten per stuk €50 werkelijke productie 2500 stuks. Bereken de break even afzet
Slide 17 - Open vraag
02:51
break even afzet 2000 stuks werkelijke productie 2500 stuks. Bereken veiligheidsmarge % formule --> (Werkelijke afzet - break even afzet) / werkelijke afzet x 100%