dag 6

Woorden
Thema 13:  Vriendschap
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woorden
Thema 13:  Vriendschap

Slide 1 - Tekstslide

lang
  • groot
  • lang duren (tijd)
  • lang > < kort 
  • zin: De man  is 2.05 meter. Dat is lang!
  • zin:  Hij is 20 minuten op de wc. Dat duurt lang!
36

Slide 2 - Tekstslide

leuk
  • grappig
  • prettig, fijn
  • zin: Zullen we zwemmen? Ja, leuk!
  • zin: Dat is een leuke docent.
37

Slide 3 - Tekstslide

lief
  • aardig
  • schattig
  • lief, lieve
  • zin: Dat kleine hondje is lief.
  • zin: De lieve kinderen helpen mama.
38

Slide 4 - Tekstslide

manier

  • hoe je iets kan doen
  • zin: Op welke manier leer jij nieuwe woorden?
  • zin: Ik kan op twee manieren naar school: lopend of met de fiets
39

Slide 5 - Tekstslide

moeilijk
  • moeilijk > < makkelijk
  • zin: Ik vind de toets moeilijk.
  • zin: Ik heb pijn aan mijn voet. Ik loop moeilijk.
40

Slide 6 - Tekstslide

nemen
  • pakken
  • gebruiken
  • werkwoord
  • zin: Ik heb dorst. Ik neem een kop koffie.
  • zin: Hij neemt de auto.
41

Slide 7 - Tekstslide

niks
  • niets
  • zin: Heb jij suiker in de koffie? Nee, niks
  • zin: Wat zei jij? O, niks.
42

Slide 8 - Tekstslide

Hij ................ als de docent boos is.
Dat zijn geen goede ....................
37/39
A
lach - reden
B
lacht - manieren
C
lacht - leuke
D
komt - manieren

Slide 9 - Quizvraag

De opdracht is erg .......... ik moet nog heel veel ................
40/43
A
moeilijk - lachen
B
praten - oefenen
C
moeilijk - oefenen
D
moeilijk - rekenen

Slide 10 - Quizvraag

Maak een zin.
Werkwoord: nemen
tijd / jij
41
timer
1:30

Slide 11 - Open vraag

De opdracht is erg................... ik.............hulp aan de docent
40/58
A
moeilijk - lachen
B
moeilijk - vragen
C
moeilijk - vraag
D
moeilijk - lach

Slide 12 - Quizvraag