H3 - 5.7 grammatica zinsdelen - Samentrekkingen

Samentrekkingen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Samentrekkingen

Slide 1 - Tekstslide

Samentrekking
Doel: efficiënt spreken/ schrijven. 
Voorkomen van herhalingen in een zin:

Op ballet leren we klassiek ballet, modern ballet en jazzballet.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel

Ik kan foute samentrekkingen opsporen én uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Typen samentrekking
Voorwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke deel wordt vooraan in de samentrekking genoemd.
  • een mooi horloge en een lelijk ~

Achterwaartse samentrekking:  het gemeenschappelijke deel wordt achteraan in de samentrekking genoemd.
  • in voor- en tegenspoed

Slide 4 - Tekstslide

Niveaus van samentrekking
woordniveau: een woorddeel wordt weggelaten en op de plek van het weggelaten woorddeel wordt een streepje genoteerd: 
  • voorwaarts: bakkersbollen en -speculaas
  • achterwaarts: voor- en achteruitgang

Slide 5 - Tekstslide

Niveaus van samentrekking
Woordgroepsniveau: binnen een woordgroep worden een of meer woorden weggelaten:
voorwaarts: gescheiden mannen en vrouwen
achterwaarts: grote en middelgrote steden

Slide 6 - Tekstslide

Niveaus van samentrekking
zinsniveau: een of meer zinsdelen (ow, wg, lv, mv, bwb etc.) die twee keer voorkomen worden weggelaten.
  • (voorwaarts) Mees gaat op de fiets en Joia (...) op de scooter
  • (achterwaarts) Wij werken (...) en onze kinderen studeren elke dag van de week.

Slide 7 - Tekstslide

Samentrekking op zinsniveau: voorwaarden
Het feest duurde lang en het feest was erg gezellig.
Dezelfde functie: In beide zinnen is 'het feest' het onderwerp
Dezelfde betekenis: 'het feest' heeft dezelfde betekenis
Hetzelfde getal: 'het feest' heeft hetzelfde getal

--> samentrekking op zinsniveau:
Het feest duurde lang en was erg gezellig.



Slide 8 - Tekstslide

Samentrekking op zinsniveau: voorwaarden
De clown trok zijn kleren uit en hij trok zich niets van zijn publiek aan.
Dezelfde functie: In beide zinnen is 'trok' de persoonsvorm.
Dezelfde betekenis: 'trok' heeft NIET dezelfde betekenis
Hetzelfde getal: 'trok' heeft hetzelfde getal
--> samentrekking op zinsniveau is NIET mogelijk, want 'trok'' heeft in het 2de deel van de zin een andere betekenis!

Slide 9 - Tekstslide

Samentrekking controleren
  1. Noteer de weggelaten woorden.
  2. Bepaal de functie, betekenis en getal van de samengetrokken woorden in het eerste deel.
  3. Bepaal de functie, betekenis en getal van de weggelaten woorden in het tweede deel. 
  4. Controleer of ze in beide gevallen hetzelfde zijn: functie, betekenis en getal

Slide 10 - Tekstslide

Waar zie je een samentrekking?
A
keukenstoel en keukentafel
B
zon- en feestdagen
C
dure ringen en dure armbanden
D
hoge bergen en lage bergen

Slide 11 - Quizvraag

dames- en herenschoenen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 12 - Quizvraag

Hidde mailde en Luuk belde het bestuur.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 13 - Quizvraag

kleine en grote landen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 14 - Quizvraag

dames- en herenschoenen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 15 - Quizvraag

Hoe kun je dit korter schrijven?
nationale wedstrijden en internationale wedstrijden

Slide 16 - Open vraag

feestmutsen en -neuzen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 17 - Quizvraag

beroemde zwemmers en schaatsers
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 18 - Quizvraag

Hidde mailde en Luuk belde het bestuur.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 19 - Quizvraag

in voor- en tegenspoed
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 20 - Quizvraag

GOED
FOUT
De clown trok zijn kleren uit en zich niets van zijn publiek aan.
Ze stak de sigaret met een aansteker en de kaars met een lucifer aan.

Slide 21 - Sleepvraag

Foutieve samentrekking -getal
Foutieve samentrekking betekenis
Foutieve samentrekking gram. functie
Jerry keek naar een hond en daardoor niet uit bij het oversteken. 
Marcel heeft zijn vriendin gefeliciteerd en een cadeau gegeven.
Paul is ziek en naar huis gegaan.

Slide 22 - Sleepvraag

Na koffie te hebben gedronken in Hamburg, reed de bus richting Denemarken.
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quizvraag

Net op tijd in het stadion aangekomen, liepen de supporters snel naar hun plaatsen.
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quizvraag

Na drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken eindelijk open.
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quizvraag

GOED
FOUT
De hond werd voortdurend gepest en tenslotte ziek.
Schaatsen is gezond en doe ik regelmatig.

Slide 26 - Sleepvraag

GOED
FOUT
De ambulance bracht het slachtoffer naar het ziekenhuis en de agenten de dader naar het politiebureau. 
De docenten Nederlands geven les in het Nederlands en de docenten Engels in het Engels

Slide 27 - Sleepvraag

oefenen
Maak 11 t/m 13 blz. 152-153

Extra oefenen?
https://www.cambiumned.nl/stijl/formuleren/
oefening 1 - weglating

Slide 28 - Tekstslide