In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je van orgaandontie?
Slide 2 - Woordweb
Lesdoel
Na deze les weet ik:
- wat organen zijn
- hoe doneren werkt
- waarom mensen kiezen voor wel/niet doneren
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Je kunt je al vanaf je 12e aanmelden voor orgaandonatie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
1 donor kan maximaal 5 levens redden
A
Ja
B
Nee
C
Weet niet
Slide 6 - Quizvraag
Een donorweefsel is levensreddend
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Er zijn in Nederland genoeg organen beschikbaar om te transplanteren
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Als je oud of ziek bent kun je geen donor worden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Als je geen donor wilt worden, hoef je je niet te registreren
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Een arts kiest zelf een ontvanger voor een orgaan
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
De wachttijd voor een nieuwe nier is 3,5 jaar
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Alle organen zijn geschikt om te doneren
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Een harttransplantatie moet snel gebeuren, want een hart blijft buiten het lichaam maximaal 6 uur goed
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
www.donorwise.nl
Slide 15 - Link
Welke organen kunnen er worden getransplanteerd?
Slide 16 - Woordweb
Je kunt deze organen doneren:
het hart
de nieren
de lever
de longen
de alvlessklier
dunne darm
Slide 17 - Tekstslide
Weefsels kun je ook doneren.
- spierweefsel
- botweefsel
- zenuwweefsel
Slide 18 - Tekstslide
Sommige mensen zijn tegen orgaandonatie
Hier hebben ze meerdere redenen voor
Slide 19 - Tekstslide
Reden 1
Ik vind dat ik niet echt dood ben als ik mijn organen afsta aan iemand anders.
Slide 20 - Tekstslide
Reden 2
Het mag niet vanwege mijn geloof.
Slide 21 - Tekstslide
Reden 3.
Als ik orgaandonor ben denk ik dat een arts er niet alles aan doet om mij te redden als ik bv een ongeluk gehad heb. Misschien heeft hij mijn hart wel harder nodig voor iemand anders te kunnen redden.
Slide 22 - Tekstslide
Wat zou jij doen?
7 Stellingen
Eens? Ga staan
Niet mee eens? Blijf zitten
Slide 23 - Tekstslide
Stelling 1
Alleen als je zelf donor bent, heb je recht op een donororgaan
Slide 24 - Tekstslide
Stelling 2
Als je zelf hebt aangegeven donor te willen zijn,
moeten je ouders iets anders kunnen bepalen.
Slide 25 - Tekstslide
Stelling 3
Een rookverslaafde heeft evenveel recht op donorlongen als iemand met een gezonde levensstijl
Slide 26 - Tekstslide
Stelling 4
Iedereen in Nederland moet automatisch donor zijn
Slide 27 - Tekstslide
Stelling 5
Ik wil alleen donor worden als mijn ouders het met die beslissing eens zijn
Slide 28 - Tekstslide
Stelling 6
Ik wil alleen donor zijn als ik zelf mag bepalen
wie de ontvanger is
Slide 29 - Tekstslide
Stelling 7
Ik wil nu nog geen keuze maken over orgaandonatie,