Observeren

Observeren &
Interpreteren
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Observeren &
Interpreteren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens jou observeren?

Slide 3 - Woordweb

Observeren is doelgericht en bewust waarnemen om bepaalde gegevens te verkrijgen.
Waarom?
  • In de zorg moet je als professional altijd goed kijken en luisteren om veranderingen waar te nemen
  • Bij elk contact dat je hebt met een client moet je alert zijn op de signalen die hij geeft
  • Je observeert om meer te weten te komen over het gedrag van een client en zijn systeem

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel
Observeren is een manier om eventuele risico's op tijd te signaleren!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een observatie is altijd ......
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is interpreteren?


A
Een bepaald boodschap overbrengen op een ander.
B
Een betekenis geven aan de boodschap die je ontvangt.
C
Een boodschap omzetten in verbale en non-verbale symbolen.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke observatiemethoden ken je?

Slide 8 - Woordweb

Zonder meetinstrument. Je gebruikt alleen je zintuigen om de cliënt(situatie) te observeren.
Met meetinstrument. Dit kan een risicosignaleringslijst zijn, maar ook een thermometer, bloeddrukmeter of teststrip.
Multidisciplinaire observatie. Elke zorgverlener kijkt vanuit zijn eigen referentiekader, namelijk zijn eigen normen en waarden, maar ook zijn eigen deskundigheid. Hoe meer verschillende personen en verschillende disciplines bij de observatie betrokken zijn, hoe vollediger het uiteindelijke plaatje wordt. Betrek dus collega’s, familie en andere zorgverleners erbij.
Een interpretatie is .....
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 9 - Quizvraag

Een interpretatie is altijd subjectief, omdat je betekenis toekent vanuit je eigen referentiekader. Iemands referentiekader bestaat uit het geheel van iemands waarden, normen, ervaringen en ideeën. Je referentiekader bepaalt – voor een deel onbewust – hoe je iets beoordeelt. De manier waarop jij een situatie of boodschap interpreteert kan dus heel anders zijn dan de manier waarop je collega of een zorgvrager iets ziet. Je begrijpt iemand beter als je weet wat zijn referentiekader is.
Kijkopdracht
Je krijgt een blaadje en deze 2 personen ga je observeren. Je observeert het gedrag van deze 2 personen. Noteer je observaties ;). 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies