3Kc week 49-2

WELCOME 3Kc ! 
  • Phone in the phone bag. 
  • Please take a seat. 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELCOME 3Kc ! 
  • Phone in the phone bag. 
  • Please take a seat. 

Slide 1 - Tekstslide

Magister check

Slide 2 - Tekstslide

Today's lesson

Unit 3 -Lesson 4
Industry 
p.140



Slide 3 - Tekstslide

Today's goals

  • Je kunt uitleggen hoe je some & any gebruikt en hoe je can , could, to be able to, to be allowed to moet gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

We've got some questions.

Do you want to tell me something

Why are you wearing your coat? Are you going somewhere

There aren't  any socks left. 

                                              some & any ?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

 some of als any     =   een beetje ( of wat

Wanneer gebruik je some en wanneer gebruik je any?
- some is voor bevestigende (+) zinnen
- any is voor ontkennende (-) en vragende (?) zinnen

Uitzonderingen zijn:
- Je gebruikt some in een vragende zin waarbij je JA als antwoord verwacht.
- Je gebruikt some in een vragende zin waarbij je iemand iets aanbiedt.
- Je gebruikt any in een zin die niet ontkennend of vragend is als iets niet uitmaakt.

Slide 7 - Tekstslide

Do we have any/ some milk left?

Wat is juist?
A
any
B
some

Slide 8 - Quizvraag

There aren't any / some shops in this part of town.
Wat is juist?
A
any
B
some

Slide 9 - Quizvraag

When we were in town, we visited any/ some interesting shops.
Wat is juist?
A
any
B
some

Slide 10 - Quizvraag

somebody & anybody

=

 someone & anyone

something & anything 

?



somewhere & anywhere 

?

Slide 11 - Tekstslide

Unit 3 , lesson 4
opdracht 10 
pagina 144


We will make the assignment together.

Slide 12 - Tekstslide

Unit 3 Lesson 5
Pagina 151 boek

Maak opdracht 4 a , b
en 5




timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

can / can't    
=
 present simple (tt)


  • kunnen
  • mogen



could/ couldn't
=
present simple or past simple (tt of vt)

  •  zou kunnen
  • verleden tijd van can
  • is beleefder

Slide 14 - Tekstslide

to be able to
 alle tijden

  • kunnen
  • in staat zijn

gebruik je bijvoorbeeld in de toekomst; zin met will ( als je can / could niet kan gebruiken)



to be allowed to
alle tijden

  • mogen
  • toestemming vragen 

gebruik je bijvoorbeeld in de toekomst; zin met will ( als je can / could niet kan gebruiken)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Today's goals

Je kunt uitleggen hoe je some & any gebruikt en hoe je can , could, to be able to, to be allowed to moet gebruiken.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide