8.3 + 9.1

Maatschappijkunde jaar 4
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijkunde jaar 4

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen

Lesdoel

Theorie

Zelfstandig werken

Theorie

Zelfstandig werken

Afsluiten
Planning

Slide 2 - Tekstslide

  1. Wat zijn de doelen om te straffen?
  2. Welke soorten straffen zijn er? (noem ook de voorbeelden) 
Herhalen

Slide 3 - Tekstslide

Je kan uitleggen wat de invloed van straffen is. 

Je kan uitleggen welke overheidsorganen betrokken zijn bij het schrijven / uitvoeren van beleid. 



Lesdoel

Slide 4 - Tekstslide

Helpt straffen?

Waarom wel/niet?
8.3

Slide 5 - Tekstslide

Reclassering
Reclasseringsambtenaren helpen en begeleiden verdachten en
veroordeelden om herhaling van strafbaar gedrag te voorkomen.

Recidive
Iemand valt na een eerdere veroordeling opnieuw terug in crimineel gedrag.







8.3 Helpt straffen?

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kan het dat iemand weet terug gaat naar zijn "oude" patronen. 

  • De gevangenis wordt niet gezien als 'resocialisatie' maar als 'asocialisatie'. 
  • Geen acceptatie door de samenleving. 
Recidive

Slide 7 - Tekstslide

maken: paragraaf 8.3 opdracht 9 t/m 11, 13, 15 en 17



Klaar: Lezen paragraaf 9. 1
Zelfstandig werken
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Er zijn verschillende overheidsorganen die zich met het criminaliteitsbeleid bemoeien. 

Landelijk niveau
  • De regering en het parlement bepalen wat strafbaar is en welke strafmaat daarbij hoort.
  • Het Openbaar Ministerie (OM) en de politie sporen strafbare feiten en brengen verdachten voor de rechter.
  • De rechters zijn verantwoordelijk voor een onafhankelijke rechtspraak.

9.1 De overheid en de politiek

Slide 9 - Tekstslide

Naast dat er op landelijk niveau wordt overlegd over de criminaliteit, gebeurt dit ook op gemeentelijk niveau:
  • De gemeenteraad mag bepaalde gedragingen strafbaar stellen.
  • De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en werkt samen met de politiecommissaris en de officier van justitie.

Deze samenwerking noemen we het driehoeksoverleg.




9.1 de overheid en de politiek

Slide 10 - Tekstslide

Verschillende stromingen in de politiek hebben allemaal hun idee over de beste manier om criminaliteit te bestrijden.

Welke drie politieke stromingen zijn er?



Politieke stromingen

Slide 11 - Tekstslide

De sociaaldemocratie legt de nadruk op de maatschappelijke oorzaken van criminaliteiten en op preventieve maatregelen.

De christendemocratie benadrukt het belang van het gezin, de school en organisaties zoals sportclubs en buurtverenigingen bij het voorkomen van criminaliteit.

Het liberalisme legt de nadruk op de eigen
verantwoordelijkheid van burgers en
repressieve maatregelen.

Politieke stromingen

Slide 12 - Tekstslide

Bij effectiviteit gaat het om de vraag: werkt het beleid ook echt?

Wenselijkheid geeft aan met welk beleid je het eens bent. De overheid moet rekening houden met rechtsbescherming en rechtshandhaving. 

Wat weegt zwaarder: minder vrijheid of minder criminaliteit?


Effectiviteit en wenselijkheid

Slide 13 - Tekstslide

maken: paragraaf 9.1 opdracht 1 t/m 4


Klaar: Zelfstandig leren voor de toets. 
Zelfstandig werken

Slide 14 - Tekstslide