H3.2 hoeken berekenen met goniometrie

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Met welke formule bereken je de hellingshoek?
was het de sinus of cosinus of tangens?
A
hellingshoek= (aanliggende : overstaande) x 100%
B
hellingshoek= (overstaande : schuine) x 100%
C
hellingshoek= (overstaande : aanliggende) x 100%
D
hellingshoek= (schuine : aanliggende) x 100%

Slide 2 - Quizvraag

De overstaande rechthoekszijde berekenen
Stel je weet van een hoek hoe groot deze is in graden en hoe lang de aanliggende rechthoekszijde is. Dan kun je ook de lengte van de overstaande rechthoekszijde berekenen door de formule


deze formule kun je namelijk herschrijven als:



Overstaande rechthoekszijde =   Tangens hellingshoek x Aanliggende rechthoekszijde 
Bedenk dat als je som 3 = 6/2  ook kunt herschijven als 6 = 2x3
13
o=ta

Slide 3 - Tekstslide

Van de ΔEFG is bekend dat

∠G = 25° en zijde EG = 6 cm
(EG is de aanliggende rechthoekszijde van ∠C)

Hoe lang is zijde EF ?
(EF is de overstaande rechthoekszijde van ∠C)
Rond af op 1 decimaal
A
2,8
B
0,6
C
2,7
D
0,08

Slide 4 - Quizvraag

Antwoord
Van de ΔEFG is bekend dat
        ∠G = 25° en zijde EG = 6 cm  
(EG is de aanliggende rechthoekszijde van ∠C)

Hoe lang is zijde EF ?
(EF is de overstaande rechthoekszijde van ∠C)
Rond af op 1 decimaal
Antwoord:    EF =  tan(25) x 6  =  2,8 cm

Slide 5 - Tekstslide

3.2 Hoeken berekenen met goniometrie 

Als je twee zijden van een rechthoekige driehoek

weet, dan kun je de hoeken berekenen.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld: Hoeken berekenen met goniometrie 

Hoek B = tan⁻¹ (5:13) = 21°         Hoek I = sin⁻¹ (12:20) = 37°

Hoek F en E kun je niet op deze manier berekenen, want er zit geen rechte hoek in

driehoek DEF.

Slide 7 - Tekstslide


Je mag goniometrie gebruiken in ...
A
elke driehoek
B
een gelijkzijdige driehoek
C
een vierkant
D
een rechthoekige driehoek

Slide 8 - Quizvraag

Welk ezelsbruggetje gebruiken we bij Goniometrie?
A
SAS COS TAO
B
SOS CAS TOA
C
SOS COS TOA
D
SOS CAS TAO

Slide 9 - Quizvraag

Hoe kun je zijde PQ berekenen?
A
SosCasToa: Tan(3) x 7
B
SosCasToa Tan (7) x 3
C
Pythagoras: √(lange zijde² - korte zijde²)
D
Pythagoras: √(korte zijde² + korte zijde²)

Slide 10 - Quizvraag

Hoe kun je zijde PQ berekenen?
A
SosCasToa: Tan(3) x 7
B
SosCasToa Tan (7) x 3
C
Pythagoras: wortel ( lange zijde² - korte zijde²)
D
Pythagoras: wortel (korte zijde² + korte zijde²)

Slide 11 - Quizvraag


Hoe bereken je ∠ Q?
A
shift tan (3:4)
B
shift tan (4:3)
C
tan (3:4)
D
tan (4:3)

Slide 12 - Quizvraag


Hoe bereken je ∠ P?
A
shift tan (3:4)
B
shift tan (4:3)
C
tan (3:4)
D
tan (4:3)

Slide 13 - Quizvraag