In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Mentorles 20 september
3M
Slide 1 - Tekstslide
Dilemma's
Er is geen goed of fout :)
Slide 2 - Tekstslide
Dilemmma: je zingt alles wat je zegt – OF – je beweegt in slow motion (je praat wel normaal)
A
Alles zingen wat je zegt
B
altijd bewegen in slow motion
Slide 3 - Quizvraag
je moet op het terras altijd een hapje/slokje aan een vreemde vragen – OF – je moet in het openbaar vervoer altijd bij een vreemde op schoot gaan zitten
A
hapje of slokje vragen aan vreemde
B
altijd op schoot in OV bij een vreemde
Slide 4 - Quizvraag
elke spin die je ziet, moet je opeten -OF- elke lantaarnpaal waar je langsloopt moet je innig knuffelen
A
elke spin opeten
B
elke lantaarnpaal knuffelen
Slide 5 - Quizvraag
je hebt maar 3 uur slaap per nacht nodig – OF – je mag één keer gratis naar de maan reizen
A
3 uur slaap per nacht
B
1 x naar de maan!
Slide 6 - Quizvraag
Woorden van de week
Slide 7 - Tekstslide
Analyseren
- Definitie: Analyseren betekent iets zorgvuldig bestuderen en ontleden om het beter te begrijpen.
- Voorbeeld: "We gaan de personages in het boek analyseren om hun persoonlijkheden te begrijpen."
Slide 8 - Tekstslide
Definiëren
- Definitie: Definiëren betekent een nauwkeurige betekenis geven aan een begrip of term.
- Voorbeeld: "Kun je het begrip 'democratie' definiëren en uitleggen hoe het werkt?"
Slide 9 - Tekstslide
Presenteren
- Definitie: Presenteren betekent informatie of een idee overbrengen aan anderen.
- Voorbeeldzin: "Voor de klas moeten jullie een presentatie geven over jullie favoriete vakantiebestemming."
Slide 10 - Tekstslide
Plannen van je schoolwerk en leerwerk
Slide 11 - Tekstslide
Mijn huiswerk plannen
A
ik heb er geen moeite mee,
ik doe het en het gaat prima
B
Maakwerk plannen gaat goed, leerwerk vind ik moeilijker om te plannen
C
Ik heb nog steun nodig
bij het leren plannen
D
Huiswerk plannen, waarom zou ik dat doen?
Slide 12 - Quizvraag
Wat doe je om het maken of leren van je huiswerk te plannen?
A
Ik heb een soort (week)planning in mijn hoofd
B
Ik heb een (week)planning in een agenda of boekje
C
Ik schrijf mijn (week)planning in Magister
D
Ik maak nooit een planning
Slide 13 - Quizvraag
Als ik mijn leerwerk doe begin ik op tijd (meer dan 4 dagen) (plannen)
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Ik weet wel hoe ik moet leren en plannen maar ik doe het gewoon niet. (motivatie)
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
Heb je hulp nodig met het plannen?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
De rest van de les:
Ga aan het werk voor een vak, ga leren, lezen of overhoor elkaar. Geen telefoons!
Ik nodig een paar van jullie uit om mee te kletsen