M1B Gewervelden
Hallo
Ga zitten, pak je boek en je laptop.
Ga naar Lessonup.com
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1
In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Hallo
Ga zitten, pak je boek en je laptop.
Ga naar Lessonup.com
Slide 1 - Tekstslide
Nakijken Planten blz 204
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Slide 2 - Tekstslide
Nakijken geleedpotigen. Blz 238
1
2
3
4a
4b
4c
4d
Slide 3 - Tekstslide
GEWERVELDEN
Slide 4 - Tekstslide
De stam van de gewervelden
wordt onderverdeeld in 5 groepen
Slide 5 - Tekstslide
Gewervelde dieren
Het dierenrijk kent 7 stammen.
Eén van de stammen noemt men 'gewervelden'.
Binnen de stam van de gewervelden zijn er
5 groepen.
Alle gewervelde dieren hebben een inwendig skelet. Een onderdeel van dat skelet is de wervelkolom. De wervelkolom is opgebouwd uit wervels.
5 groepen
Ze hebben een wervelkolom die opgebouwd is uit wervels
Slide 6 - Tekstslide
Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:
1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu
Slide 7 - Tekstslide
Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:
1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu
Slide 8 - Tekstslide
Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:
1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu
Slide 9 - Tekstslide
Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:
1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:
1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu
Slide 12 - Tekstslide
Uitzonderingen
Let op:
Bijna alle zoogdieren leven op het land. Er zijn zoogdieren die in het water leven.
Bijna alle vogels kunnen vliegen.
Vogels die niet vliegen, leven op het land en niet in de lucht.
Slide 13 - Tekstslide
Vissen
kenmerken
Slide 14 - Tekstslide
kenmerken
Slide 15 - Tekstslide
kenmerken
Slide 16 - Tekstslide
kenmerken
Slide 17 - Tekstslide
0
Slide 18 - Video
kenmerken
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Nog even over de opdracht!!
Slide 22 - Tekstslide
OPDRACHT ORDENING “ALLEMAAL ANDERS”
• WERK SAMEN IN EEN TWEETAL
A. TEKENEN:
-4 TEKENINGEN GEWERVELDE DIEREN: -3 DIEREN VAN SCHOOL
-1 VRIJE KEUZE OF FANTASIEDIER
-4 TEKENINGEN VAN ONGEWERVELDE DIEREN: -3 DIEREN VAN SCHOOL
-1 VRIJE KEUZE OF FANTASIEDIER
Slide 23 - Tekstslide
B. INFORMATIE OPZOEKEN
-Zoek alleen die informatie op die er gevraagd wordt (Punt 1 t/m 6).
-Formuleer je zinnen in eigen woorden, kopieer dus geen tekst letterlijk vanuit Wikipedia etc.
C. STAMBOOM MAKEN
-Punt 7: afbeelding zoeken
-Maak/teken op een apart blaadje, met de afbeeldingen, een stamboom van jullie 8 dieren uit het DIERENRIJK.
• INLEVERDATUM:
-Uiterlijk maandag 2 november
-Persoonlijk overhandigen aan je docent
-Zorg dat jullie namen op het mapje staan!
-Zoek alleen die informatie op die er gevraagd wordt (Punt 1 t/m 6).
-Formuleer je zinnen in eigen woorden, kopieer dus geen tekst letterlijk vanuit Wikipedia etc.
C. STAMBOOM MAKEN
-Punt 7: afbeelding zoeken
-Maak/teken op een apart blaadje, met de afbeeldingen, een stamboom van jullie 8 dieren uit het DIERENRIJK.
• INLEVERDATUM:
-Uiterlijk maandag 2 november
-Persoonlijk overhandigen aan je docent
-Zorg dat jullie namen op het mapje staan!
Slide 24 - Tekstslide
Tekenregels
• Gebruik een wit A4-papier blaadje per tekening.
• Deel het blad met randlijnen in zoals op de afbeelding 'TEKENREGELS'.
• Teken groot, gebruik dus ook voor kleine dieren de gehele ruimte binnen de randlijnen op je blaadje!
• Gebruik een scherp HB-potlood (geen kleurtjes)
• Geef de tekening een titel, en vermeld of het een natuurgetrouwe of schematische tekening is.
• Benoem de onderdelen van het lichaam of bijzondere details met rechte lijnen aan de zijkant.
Slide 25 - Tekstslide
Tekentips:
• Teken eerst in dunnen lijnen de contouren(omtrek) van het organisme.
• Let hierbij goed op de vorm en verhouding van de lichaamsdelen (de kop, lijfje, poten, vleugels etc.)
• Maak vervolgens de lijnen dikker in een vloeiende beweging.
• Teken niet ieder detail maar geef de belangrijkste lijnen in het lichaam van het organisme aan.
• Ga niet schetsen, arceren, of inkleuren.
ingrijzen
Slide 26 - Tekstslide
Aan het werk!
Maak eerst 3.7 (blz 230) in je boek.
Ga verder met de tekenopdracht:
Vandaag tekent ieder van jullie op z'n minst EEN GEWERVELD DIER.
timer
1:00
