Useful: Functionaliteit.
Het product werkt zoals het bedoeld is.
Reliable: Betrouwbaarheid.
De info van het product moet altijd beschikbaar en betrouwbaar zijn.
Denk na over: Welke informatie geef ik de gebruiker?
Usable: Bruikbaarheid.
Het product of de applicatie wordt gebruikt zonder dat er problemen ontstaan.
Convenient: Gebruiksgemak, handig.
Het product werkt zoals verwacht. Alles in de applicatie werkt zoals verwacht en de informatie is handig.
Pleasurable: Plezier.
De applicatie is leuk om te gebruiken. Bijv. Informatie die gegeven wordt is leuk door vriendelijke taal en door humor.
De gebruiker wilt zijn ervaring het delen.
Meaningfull: Betekenisvol.
De look-en-feel.
Het is een ervaring en heeft invloed op een emotie.