Fouten voorkomen

Vooraf
Korte uitleg met vragen
  • Persoonsvormfouten
  • Zinsbouwfouten
Zelfstandig aan de slag
  • Form 2.1 + Form 2.2 (boek B vanaf pagina 225)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vooraf
Korte uitleg met vragen
  • Persoonsvormfouten
  • Zinsbouwfouten
Zelfstandig aan de slag
  • Form 2.1 + Form 2.2 (boek B vanaf pagina 225)

Slide 1 - Tekstslide

Grammaticale kennis
Persoonsvorm
Werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp


Slide 2 - Tekstslide

Persoonsvormfout
Geef aan of de volgende zinnen correct zijn of niet.

Slide 3 - Tekstslide

Een aantal studenten willen op de poort klimmen.
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quizvraag

De Verenigde Staten gaat beginnen met nieuwe verkiezingen.
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quizvraag

Een reeks artikelen is opgenomen in de catalogus.
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quizvraag

Noch Bert noch Ernie zijn ziek geworden deze winter.
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

Persoonsvormfout
Kies het juiste aantal voor de persoonsvorm:
  • De politie probeert ...
  • De kudde is ...
  • De stadia zijn ...

Slide 8 - Tekstslide

Persoonsvormfout
Controleer of je het onderwerp gebruikt om te vervoegen.
Voor deelname aan de workshop worden de bezoekers een bijdrage van 150 euro gevraagd.
  • Wat is het onderwerp?
  • Wie of wat wordt gevraagd?
  • Een bijdrage van 150 euro

Slide 9 - Tekstslide

Persoonsvormfout
Let op bij woorden als
  • (het) aantal
  • (de) groep
  • ... procent
  • Latijnse meervouden (musea, stadia, politici)

Slide 10 - Tekstslide

Persoonsvormfout
  • Een aantal studenten wil op de poort klimmen.
  • De Verenigde Staten gaan beginnen met nieuwe verkiezingen.
  • Een reeks artikelen is opgenomen in de catalogus.
  • Noch Bert noch Ernie is ziek geworden deze winter.

Slide 11 - Tekstslide

Zinsbouwfout

Slide 12 - Tekstslide

Zinsbouw
Wat is het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin?
  • Hoofdzin kan op zichzelf staan, bijzin heeft een hoofdzin nodig
  • Je herkent een hoofdzin doordat persoonsvorm en onderwerp naast elkaar staan.

Slide 13 - Tekstslide

Zinsbouw: inversie
  • Gewone 'mededelende' zin onderwerp - persoonsvorm.
  • Ik ga morgen naar school
  • Bij inversie staat een ander zinsdeel vooraan:
  • Morgen ga ik naar school.
  • Dit gaat soms fout bij samengestelde zinnen:
  • Morgen ga ik naar school en ga ik daarna naar dansles.

Slide 14 - Tekstslide

Zinsbouw: samentrekking
Weglaten van woorden in een zin.
  • Ik trek mijn shirt aan en ik trek mijn broek aan.
  • Ik trek mijn shirt aan en ik trek mijn broek aan.
  • Ik trek mijn shirt en broek aan.

Slide 15 - Tekstslide

Foute samentrekking
Verschillende betekenissen
  • We nemen een dagje vrij en de trein naar Amsterdam.
  • Vrij nemen versus de trein nemen

Slide 16 - Tekstslide

Foute samentrekking
Verschillende vormen
  • Je tas is hier en de jassen daar.
  • Enkelvoud / meervoud


Slide 17 - Tekstslide

Foute samentrekking
Grammaticale functie
  • De film is spannend en geven we jou voor je verjaardag.
  • In de eerste zin onderwerp, in de tweede zin lijdend voorwerp

Slide 18 - Tekstslide

Foute of lelijke bijzinnen
Verbeter de zinnen

Slide 19 - Tekstslide

Veel honden lijden aan erfelijke ziekten of afwijkingen. Doordat ze veel te ver zijn doorgefokt.

Slide 20 - Open vraag

De vergunning van een fokker moet als hij honden te ver doorfokt worden ingetrokken.

Slide 21 - Open vraag

Ik vind dat als een fokker honden te ver doorfokt zijn vergunning ingetrokken moet worden.

Slide 22 - Open vraag

Aan het werk
Zelfstandig aan de slag met Form2.1 en Form2.2
  • Maak alle basisopdrachten. Scoor je gemiddeld onder de 60%? Dan maak je ook de extra opdrachten!
  • Om 13:30 uur beide paragrafen af om het tweede uur op aanwezig te staan.
  • Werk je niet online? Stuur foto's van je boek via de chat.

Slide 23 - Tekstslide