Een groenstrook is ook wel van een berm te onderscheiden door een stoeprand tussen de weg en deze groenstrook.
A
Juist.
B
Onjuist.
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
Handhaver toezicht en veiligheidMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Een groenstrook is ook wel van een berm te onderscheiden door een stoeprand tussen de weg en deze groenstrook.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 1 - Quizvraag
Een parkeerverbod aangeduid door bord E1 uit bijlage 1 van de RVV 1990 is ook geldig in een aan de weg liggend plantsoen aangezien dit plantsoen tot de weg behoort.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 2 - Quizvraag
Het APV-artikel met betrekking tot het plaatsen van fietsen en bromfietsen kent altijd een maximaal onafgebroken periode. Na die periode is de gedraging verboden.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 3 - Quizvraag
Bijvoorbeeld weesfietsen in fietsenstallingen
Slide 4 - Tekstslide
Zie vraag 1. Hier is sprake van overtreding van het betreffende APV-artikel
A
Ja, de cirkels raken elkaar allemaal.
B
Nee, alle 3 de cirkels moeten 2 van de andere voertuigen raken.
C
Ja.
D
Nee.
Slide 5 - Quizvraag
Zie vraag 2. Is deze handeling strafbaar?
A
Ja, als hij op een door het college aangewezen plaats geparkeerd staat waar deze gedraging in verband met het uiterlijk aanzien van de gemeente verboden is.
B
Ja, als hij op een door het college aangewezen weg geplaatst staat waar deze gedraging in verband met de verdeling van parkeerplaatsen verboden is.
C
Nee, deze handeling is alleen strafbaar als de bewuste caravan hier langer dan 3 achtereenvolgende dagen geparkeerd staat.
Slide 6 - Quizvraag
Zie vraag 2. De handeling is direct strafbaar als deze caravan staat geparkeerd in een door het College aangewezen PLAATS waar dit het uiterlijk aanzien van de gemeente belemmert.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 7 - Quizvraag
Zie vraag 3. Deze handeling is ook in alle gevallen strafbaar buiten een door het College aangewezen weg of plaats als het voertuig het uitzicht belemmert voor een woning of voor dagelijks gebruik bestemd gebouw of op enigerlei andere wijze overlast of hinder veroorzaakt.
A
Ja, als deze langer is dan 6 meter en hoger dan 2,4 meter.
B
Ja, als deze langer is dan 6 meter of hoger dan 2,4 meter.
C
Nee.
Slide 8 - Quizvraag
Zie vraag 4. Indien dit voertuig WEL de in de APV gegeven afmetingen overschrijdt met betrekking tot het UITERLIJK AANZIEN van de gemeente, is deze handeling toch NIET strafbaar omdat dit voorval plaatsvindt op een werkdag tussen 8:00 en 18:00 uur.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 9 - Quizvraag
Zie vraag 4. Het voertuig is 6,1 meter lang en 1,5 meter hoog. Het voertuig uit deze vraag is niet in overtreding omdat de afmetingen meer dan 6 meter lang en meer dan 2,4 meter hoog moeten zijn.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 10 - Quizvraag
Zie vraag 5. De handeling daar is strafbaar volgens de APV i.v.m. de verdeling van parkeerplaatsen (4 meter lang en 2,6 meter hoog).
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 11 - Quizvraag
Zie vraag 6. Is deze handeling verboden?
A
Ja.
B
Nee.
Slide 12 - Quizvraag
Zie vraag 7. Na hoeveel dagen is deze situatie vermoedelijk strafbaar?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 13 - Quizvraag
Zie vraag 8. In welk geval is deze handeling strafbaar?
A
Op een door College aangewezen weg zonder ontheffing.
B
Op een door College aangewezen weg.
C
Zonder ontheffing.
D
Op door College aangewezen weg zonder vergunning.
Slide 14 - Quizvraag
Zie vraag 9. Deze handeling is NIET verboden omdat het hier de berm betreft en er geen bord E1 uit bijlage 1 van de RVV 1990 is aangebracht.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 15 - Quizvraag
Zie vraag 10. Het betreffende voertuig (6,1 meter lang en 2,3 meter hoog) is in dit geval alleen strafbaar als het hier een door het College aangewezen plaats of weg betreft.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 16 - Quizvraag
N.v.t. benodigde tijd voor uitvoeren werkzaamheden waarvoor