Les H5.12 + bespreking opdracht H5.8 t/m H5.12

Een groenstrook is ook wel van een berm te onderscheiden door een stoeprand tussen de weg en deze groenstrook.
A
Juist.
B
Onjuist.
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
Handhaver toezicht en veiligheidMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Een groenstrook is ook wel van een berm te onderscheiden door een stoeprand tussen de weg en deze groenstrook.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 1 - Quizvraag

Een parkeerverbod aangeduid door bord E1 uit bijlage 1 van de RVV 1990 is ook geldig in een aan de weg liggend plantsoen aangezien dit plantsoen tot de weg behoort.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 2 - Quizvraag

Het APV-artikel met betrekking tot het plaatsen van fietsen en bromfietsen kent altijd een maximaal onafgebroken periode. Na die periode is de gedraging verboden.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 3 - Quizvraag

Bijvoorbeeld weesfietsen in fietsenstallingen

Slide 4 - Tekstslide

Zie vraag 1. Hier is sprake van
overtreding van het betreffende
APV-artikel
A
Ja, de cirkels raken elkaar allemaal.
B
Nee, alle 3 de cirkels moeten 2 van de andere voertuigen raken.
C
Ja.
D
Nee.

Slide 5 - Quizvraag

Zie vraag 2. Is deze handeling strafbaar?
A
Ja, als hij op een door het college aangewezen plaats geparkeerd staat waar deze gedraging in verband met het uiterlijk aanzien van de gemeente verboden is.
B
Ja, als hij op een door het college aangewezen weg geplaatst staat waar deze gedraging in verband met de verdeling van parkeerplaatsen verboden is.
C
Nee, deze handeling is alleen strafbaar als de bewuste caravan hier langer dan 3 achtereenvolgende dagen geparkeerd staat.

Slide 6 - Quizvraag

Zie vraag 2. De handeling is direct strafbaar als deze caravan staat geparkeerd in een door het College aangewezen PLAATS waar dit het uiterlijk aanzien van de gemeente belemmert.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 7 - Quizvraag

Zie vraag 3. Deze handeling is ook in alle gevallen strafbaar buiten een door het College aangewezen weg of plaats als het voertuig het uitzicht belemmert voor een woning of voor dagelijks gebruik bestemd gebouw of op enigerlei andere wijze overlast of hinder veroorzaakt.
A
Ja, als deze langer is dan 6 meter en hoger dan 2,4 meter.
B
Ja, als deze langer is dan 6 meter of hoger dan 2,4 meter.
C
Nee.

Slide 8 - Quizvraag

Zie vraag 4. Indien dit voertuig WEL de in de APV gegeven afmetingen overschrijdt met betrekking tot het UITERLIJK AANZIEN van de gemeente, is deze handeling toch NIET strafbaar omdat dit voorval plaatsvindt op een werkdag tussen 8:00 en 18:00 uur.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 9 - Quizvraag

Zie vraag 4. Het voertuig is 6,1 meter lang en 1,5 meter hoog. Het voertuig uit deze vraag is niet in overtreding omdat de afmetingen meer dan 6 meter lang en meer dan 2,4 meter hoog moeten zijn.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 10 - Quizvraag

Zie vraag 5. De handeling daar is strafbaar volgens de APV i.v.m. de verdeling van parkeerplaatsen
(4 meter lang en 2,6 meter hoog).
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 11 - Quizvraag

Zie vraag 6. Is deze handeling verboden?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 12 - Quizvraag

Zie vraag 7. Na hoeveel dagen is
deze situatie vermoedelijk
strafbaar?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 13 - Quizvraag

Zie vraag 8. In welk geval is deze handeling strafbaar?
A
Op een door College aangewezen weg zonder ontheffing.
B
Op een door College aangewezen weg.
C
Zonder ontheffing.
D
Op door College aangewezen weg zonder vergunning.

Slide 14 - Quizvraag

Zie vraag 9. Deze handeling is NIET
verboden omdat het hier de berm betreft
en er geen bord E1 uit bijlage 1 van de
RVV 1990 is aangebracht.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 15 - Quizvraag

Zie vraag 10. Het betreffende voertuig
(6,1 meter lang en 2,3 meter hoog) is in
dit geval alleen strafbaar als het hier een
door het College aangewezen plaats of
weg betreft.

A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 16 - Quizvraag

N.v.t. benodigde tijd voor uitvoeren werkzaamheden waarvoor 
aanwezigheid voertuig vereist is

Slide 17 - Tekstslide