Ik weet wat de hoofdzaken en bijzaken zijn van elke paragraaf en kan de paragrafen in mijn eigen woorden samenvatten.
paragraaf
onderdeel van een hoofdstuk in een boek of van een artikel
Slide 2 - Tekstslide
IN DE JUISTE HOUDING
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
SAMENVATTEN
Wat is de belangrijkste boodschap in elke paragraaf.
Daarvoor moet je hoofdzaken en bijzaken scheiden.
Dat doen we samen.
Slide 6 - Tekstslide
IN DE JUISTE HOUDING
De moleculen, de voedingstoffen uit het eten, woerden opgenomen door de darmwand in het bloed. Vervolgens gaat het naar de lever
1.
De lever controleert de voedingstoffen en kijkt of er geen gif tussen zit.
Alle bruimbare onderdelen uit het voedsel komen vervolgens in het bloed.
2.
De lever zorgt voor gal. Dit is een vettige stof die je lichaam gebruikt om maagzuur af te remmen.
3.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
aan het werk.
Jij weet nu wat de hoofdzaken zijn.
Maak nu, in je eigen woorden een samenvatting van elke paragraaf.
Slide 10 - Tekstslide
terugblik sessie 1
Pak de samenvattingen van sessie 1 erbij.
Wat hebben wij in sessie 1 geleerd?
Slide 11 - Tekstslide
LEESDOEL 2
Ik kan het schema van voedselverwerking afmaken met tekst en tekeningen. Ik maak daarbij gebruik van de signaalwoorden in de tekst.
Nu gaan wij de tekst lezen!
Slide 12 - Tekstslide
Een paar vragen
Hoe wordt voedsel door jouw lichaam verwerkt?
Welke organen worden in de tekst genoemd?
Slide 13 - Tekstslide
aan het werk
Slide 14 - Tekstslide
LEESDOEL 2
Ik kan uitleggen wat de schrijver ons vooral wil leren in deze tekst en wat de boodschap van de schrijver is in de laatste paragraaf. Ik kan ook een relatie leggen tussen de titel en de laatste paragraaf.
Slide 15 - Tekstslide
We gaan een paar vragen bespreken!
Waarom zou de schrijver voor de titel Inde(juiste)houding hebben gekozen?
Vind jij de titel passen bij de tekst?
Waarom denk jij dat het woord (juiste) in de titel tussen haakjes staat?
Slide 16 - Tekstslide
aan het werk
Beantwoord nu alle vragen.
Maak mooie zinnen.
Slide 17 - Tekstslide
LEESDOEL 3
Ik kan uitleggen wat de schrijver ons vooral wil leren in deze tekst en wat de boodschap van de schrijver is in de laatste paragraaf. Ik kan ook een relatie leggen tussen de titel en de laatste paragraaf.
Nu gaan wij de tekst lezen!
Slide 18 - Tekstslide
IN DE JUISTE HOUDING
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Waarom zou de schrijver voor de titel In de(juiste) houding hebben gekozen?
Beantwoord nu alle vragen.
Maak mooie zinnen.
Slide 22 - Tekstslide
Vind jij de titel passen bij de tekst?
Leg uit waarom wel of niet.
Slide 23 - Tekstslide
Waarom denk jij dat het woord (juiste) in de titel tussen haakjes staat?