5.4 voortplanting - eerst afronding 5.5 en herhaling Ecologie Kringlopen

gespiegeld (L=R)
inloggen in LessonUP
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

gespiegeld (L=R)
inloggen in LessonUP

Slide 1 - Tekstslide

VANDAAG
- Tussentoetsbespreking afronden
- Cool fimpje
- Herhaling en quiz kringlopen en Ecologie
- bespreken laatste 2 opdr. 5.5 en uitwerken 5.4 Voortplanting

? Suggesties voor laatste minuten?

Slide 2 - Tekstslide

examenkracht
https://mijn.vo-content.nl/aanmelden-voor-groep/9B6GY 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Recap Ecologie en Milieu

Slide 7 - Tekstslide

Ecologie: definities relaties tussen soorten 
Symbiose = langdurig samenleven organismen van verschillende soorten
  • Mutualisme: + / +
  • Commensalisme: + / 0
  • Parasitisme: + / -

Geen symbiose:

  • Competitie  - / -     (ook binnen soort)
  • Predatie - / +
  • Voortplantingsrelatie & coöperatie +/+.      (binnen soort)

Slide 8 - Tekstslide

Binas 93F & G
Stofwisseling:
Diss Binas 68
Ass - Binas 69, 
Structuren 67

Slide 9 - Tekstslide

Verzin een goede open toetsvraag bij elk hoofdstuk: Ecologie, Kringlopen/milieu,
Stofwisseling en Planten.

Slide 10 - Open vraag

Waarom wordt er door landbouw en veeteelt extra methaangas uitgestoten?

Slide 11 - Open vraag

Nederland is ideaal voor het kweken van eendenkroos. In de zomer onstaat plaatselijk vanzelf een dichte kroosbedekking op sloten en plassen.
Leg uit waardoor vooral op de sloten in gebieden met intensieve landbouw een overmatige kroosbedekking kan ontstaan en hierdoor het onderwater massaal sterft. (3 punten)

Slide 12 - Open vraag

Waar is de bruto primaire productie mee vergelijkbaar?
A
Dissimilatie
B
Hoeveel je binnenkrijgt / aanmaakt aan organische stoffen
C
Fotosynthese
D
Netto primaire productie (groei) + dissimilatie

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen de
kleine en 'grote' (C-)kringloop?

Slide 14 - Open vraag

Welke functie hebben de bacteriën in de wortelknolletjes van vlinderbloemige planten?
A
Het omzetten van nitraat in nitriet
B
Het omzetten van nitriet in nitraat
C
Het binden van de N2 uit de lucht
D
Het omzetten van nitraat in N2

Slide 15 - Quizvraag

Als in een ecosysteem successie plaats vindt dan:
A
Blijft het aantal soorten in dat ecosysteem gelijk
B
Neemt het aantal soorten in dat ecosysteem toe
C
Neemt het aantal soorten in dat ecosysteem af

Slide 16 - Quizvraag

Als natuurgebieden behouden moeten worden zoals ze zijn, moeten gebieden worden beheerd. Hiernaast zie je daar een voorbeeld van. Door vlakke gebieden te begrazen voorkom je successie en blijft het gebied als zodanig behouden.
Welke van de volgende redenen is of zijn juist om het gebied te begrazen?
A
door begrazing groeien er minder grote planten. Hierdoor is er meer zonlicht voor kleinere plantensoorten
B
door begrazing krijgen andere plantensoorten meer kans omdat er minder concurrentie is
C
door begrazing blijft het gebied behouden waardoor het als recreatiegebied kan worden gebruikt
D
De schapen zijn predator van het gras en andere beplanting en voorkomen dat successie plaatsvindt.

Slide 17 - Quizvraag

Noteer tenminste één tip en één top voor de afgelopen lessen over H5 planten en H3 stofwisseling

Slide 18 - Open vraag

5.5 Plantenhormonen, aanpassing en bescherming
  • Auxine
       - Fototropie
       - Geotropie 
  • Ethyleen

opdr 39 t/m 44
                          -->. 45 & 46

Slide 19 - Tekstslide

gespiegeld (L=R)

Schrift, Binas, boek/laptop klaarleggen
inloggen in LessonUP

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

C3, C4 en CAM-planten
Huh?

Daar gaan de volgende drie dia's over.
Planten 'worstelen' namelijk met een gebrek aan CO2
Daar zijn verschillende oplossingen voor.....

Slide 22 - Tekstslide

zie ook: https://en.wikipedia.org/wiki/Photosynthetic_efficiency

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

C3 planten
Alle bomen en struiken
C3 is de 'normale' fotosynthese met licht- en donkerreactie.

In de donkerreactie wordt m.b.v  Rubisco (enzym) met CO2 glucose gemaakt via een C3-molecuul (vandaar de naam!).
Bij lage CO2-concentratie treedt schade op (zie boek blz. 172) --> fotorespiratie

 Planten moeten dus schipperen tussen voldoende CO2 opname en niet te veel water verlies. C3 planten overleven dan ook het best in gematigde zones waar voldoende water is en niet te veel verdamping door de zon.

Slide 25 - Tekstslide

C4 planten
Voornamelijk grassen zoals mais en suikerriet
De licht- en donkerreactie zijn in ruimte van elkaar gescheiden. CO2 wordt gebonden via PEP-carboxylase (enzym) dat goed werkt bij lage CO2-concentratie. Er wordt nu een C4-molecuul gevormd....vandaar de naam 
Op deze manier is er minder verlies van vastgelegd CO2 (minder fotorespiratie) en kan de plant met minder CO2 toe. De gevormde O2 heeft minder effect op de effectiviteit van rubisco omdat de O2 in andere cellen ontstaat.
Doordat Rubisco (enzym) beter werkt wordt er effectiever suiker gemaakt. 
De plant kan de huidmondjes dus vaker dicht houden omdat er minder CO2 nodig is. Hierdoor is dus ook minder verdamping.
C4 is een evolutionaire aanpassing aan warme omgevingen.

Slide 26 - Tekstslide

Tekort aan CO2?
Eigenlijk een gevolg van watergebrek. Dan sluiten de huidmondjes en kan er geen CO2 meer naar binnen.

Slide 27 - Tekstslide

CAM planten
Vooral cactussen en vetplanten dus aangepast aan een droog milieu.
De planten laten overdag, als de verdamping het grootst is, de huidmondjes dicht om water te sparen.
`s Nachts zijn de huidmondjes open om CO2 op te nemen.
Dit CO2 wordt op geslagen als organische zuren in de vacuoles van speciale cellen.
Overdag kan dit opgeslagen CO2 uit de zuren gebruikt worden voor de donkerreactie. Deze vorm van fotosynthese is net als C4 effectiever dan C3 en heeft dus ook minder CO2 nodig. 
Ook hier heeft het gevormde O2 minder effect op Rubisco

Zie voor uitgebreide uitleg van C3, C4 en CAM-planten blz 171 en 172.

Slide 28 - Tekstslide

BBBB - tijdens oefenen:
  1. Brein
  2. Binas / Boek
  3. Buurman
  4. Baas

Slide 29 - Tekstslide

5.4 Voortplanting
 bij planten opdr 33-37
5.3 Ass - Diss - 21 t/m 27
Examenvragen 'nieuwe wildernis'
weefselkweek
timer
20:00

Slide 30 - Tekstslide

TRANSPORT 
Lees basisstof 5.2 door. 
Maak aan de hand van de uitleg opdrachten 9 t/m 17

Basisstof 5.3 Ass & Diss bij planten
- opdrachten 21 t/m 27

Formatieve toets
Examenvragen




timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide