In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Basisstof 2 dieren
Slide 1 - Tekstslide
wat weet je allemaal over de kenmerken van dieren
Slide 2 - Woordweb
Leerdoelen
- Je kunt bij dieren verschillende vormen van symmetrie beschrijven.
- Je kunt bij dieren verschillende typen skelet beschrijven.
- Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes groepen dieren.
Slide 3 - Tekstslide
Noem de vier rijken
Slide 4 - Open vraag
Bij de indeling van rijken kijken biologen naar 3 kenmerken van cellen welke?
A
celkern, cytoplasma, vacuole
B
celkern, celwand
C
celkern, bladgroenkorrels
D
celkern, celwand, bladgroenkorrels
Slide 5 - Quizvraag
dieren
Er zijn meer dan 1.3 miljoen diersoorten. De meeste hiervan zijn de insecten.
Dieren hebben als enige groep GEEN celwand.
Slide 6 - Tekstslide
Symmetrie
Symmetrie: 2 gelijke helften
Tweezijdig symmetrisch
Veelzijdig symmetrisch
Niet symmetrisch
Slide 7 - Tekstslide
Indeling op basis van skelet en symmetrie
Symmetrie
- geen symmetrie
- tweezijdig symmetrisch
- veelzijdig symmetrisch
Slide 8 - Tekstslide
Symmetrie bij de mens
Slide 9 - Tekstslide
tweezijdig symmetrisch
niet symmetrisch
veelzijdig symmetrisch
Slide 10 - Sleepvraag
Skelet
stevige delen van een dier, stevigheid
bescherming
het skelet is een kenmerk om dieren te ordenen
Slide 11 - Tekstslide
Ordening van dieren: symmettie en skelet
Skelet (stevigheid): Kan inwendig of uitwendig zijn of geen skelet hebben.
Bescherming
Slide 12 - Tekstslide
dieren
dieren hebben:
- geen skelet of
- uitwendig skelet (aan de buitenkant) of
- inwendig skelet (aan de binnenkant van het lichaam)
Door te kijken naar het skelet, kan je de dieren ordenen in verschillende groepen.
Slide 13 - Tekstslide
uitwendig skelet
inwendig skelet
geen skelet
Slide 14 - Sleepvraag
Indeling van dieren
Dieren worden verdeeld in 34 kleinere groepen. In afbeelding 6 zie je zes van die groepen met hun kenmerken. Bij elke groep zijn enkele dieren als voorbeeld getekend.
Slide 15 - Tekstslide
Dierenrijk
Belangrijk kenmerk bij het indelen van dieren is symmetrie en het skelet.
Slide 16 - Tekstslide
Het indelen van dieren in groepen
Sponsdieren
Neteldieren
Weekdieren
Stekelhuidigen
Geleedpotigen
Gewervelden
Slide 17 - Tekstslide
Indeling van dieren
Dieren worden ingedeeld in
stammen met overeenkomende
kenmerken.
Slide 18 - Tekstslide
Vertakkingsschema
Slide 19 - Tekstslide
De zes groepen dieren kun je indelen in kleinere groepen. Die verdeel je ook weer in kleinere groepen. Tot je bij het soort komt. Een soort kun je niet verder meer indelen.
Je noemt dit een vertakkingsschema
Slide 20 - Tekstslide
Hoe ordenen we dieren?
A
Hoe groot dieren zijn
B
Op kleur
C
Kijken naar symmetrie
D
Op leeftijd
Slide 21 - Quizvraag
De symmetrie van dit dier is?
A
tweezijdig
B
veelzijdig
C
eenzijdig
D
a-symmetrisch
Slide 22 - Quizvraag
Wat is GEEN soort symmetrie?
A
Tweezijdig
B
Veelzijdig
C
Enkelzijdig
Slide 23 - Quizvraag
Wat voor symmetrie heeft een zeester?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Niet symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch
D
eenzijdig symmetrisch
Slide 24 - Quizvraag
De symmetrie van dit dier is?
A
tweezijdig
B
veelzijdig
C
eenzijdig
D
a-symmetrisch
Slide 25 - Quizvraag
Een worm heeft een inwendig skelet.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quizvraag
Een spons heeft een inwendig skelet
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quizvraag
Afdelingen met een inwendig skelet zijn
A
stekelhuidigen en gewervelden
B
weekdieren en gewervelden
C
geleedpotigen en gewervelden
D
stekelhuidigen en geleedpotigen
Slide 28 - Quizvraag
Een slak heeft een inwendig skelet
A
waar
B
niet waar
Slide 29 - Quizvraag
Tot welke groep dieren behoren bijen?
A
Weekdieren
B
Stekelhuidigen
C
Geleedpotigen
D
Gewervelden
Slide 30 - Quizvraag
Tot welke groep dieren behoor ik?
A
Weekdieren
B
Stekelhuidigen
C
Geleedpotigen
D
Gewervelden
Slide 31 - Quizvraag
Welke groep dieren heeft meestal geen skelet?
A
Sponsdieren
B
Weekdieren
C
Stekelhuidigen
D
Neteldieren
Slide 32 - Quizvraag
Een vertakkingsschema gebruik je om het volgende in te delen: