B1a BS 2 afmaken & BS 3

Thema 3
BS 1,2 en 3
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Thema 3
BS 1,2 en 3

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Uitleg BS2 afronden
Opdrachten BS 2 afronden
Opdrachten BS 1 en 2 nakijken
BS 1 en BS 2 herhalen
Uitleg BS 3
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Evolutie
Soorten ontstaan door evolutie
  • Door variatie en selectie kunnen soorten langzaam veranderen. Evolutie: soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen.

Slide 3 - Tekstslide

Selectie

Slide 4 - Tekstslide

Verwantschap
  • De tijger en de leeuw zijn meer aan elkaar verwant dan de tijger en de aap. 
  • Hoe langer geleden twee soorten zijn ontstaan uit  een gemeenschappelijke voorouder, hoe minderverwant ze zijn.
  • Hoe meer verwant soorten zijn, hoe meer overeenkomsten hun DNA vertoont.

Slide 5 - Tekstslide

Maak BS 2 opdr 5,6,7

Slide 6 - Tekstslide

HW nakijken
BS 1 en BS 2

Slide 7 - Tekstslide

BS 1 en 2 herhalen

Slide 8 - Tekstslide

Welke twee hoofdgroepen zijn er?
A
Eukaryoten en Rijken
B
Stammen en Rijken
C
Bacteriën en Schimmels
D
Eukaryoten en Prokaryoten

Slide 9 - Quizvraag

Prokaryoten zijn ingedeeld in...
A
Dieren en mensen
B
Bacteriën en archaea
C
Dieren en planten
D
Dieren, planten en schimmels

Slide 10 - Quizvraag

Kenmerken van bacteriën en archaea
A
Meercellig, celmembraan, celwand
B
Eencellig en celmembraan
C
Eencellig, celmembraan, celwand
D
Eencellig, celmembraan, celwand en bladgroenkorrels

Slide 11 - Quizvraag

Eukaryoten zijn ingedeeld in...
A
Schimmels, planten en dieren
B
Schimmels en planten
C
Bacteriën en archaea
D
Mensen en dieren

Slide 12 - Quizvraag

Kenmerken van plantaardige cellen
A
Eencellig/Meercellig, Celkern, Celmembraan, Celwand, Bladgroenkorrels
B
Meercellig, Celkern, Celmembraan, Celwand, Bladgroenkorrels
C
Eencellig/Meercellig, Celkern, Celmembraan, Bladgroenkorrels
D
Eencellig/Meercellig, Celkern, Celmembraan

Slide 13 - Quizvraag

Kenmerken van dierlijke cel
A
Meercellig, Celkern, Celmembraan, Bladgroenkorrels
B
Meercellig, Celkern, Celmembraan
C
Eencellig/ Meercellig, Celmembraan
D
Meercellig, Celkern, Celmembraan, Celwand

Slide 14 - Quizvraag

Kenmerken van Schimmels
A
Eencellig/Meercellig, Celkern, Celmembraan, Celwand
B
Eencellig, Celkern, Celmembraan, Celwand
C
Eencellig, Celkern, Celmembraan
D
Eencellig/Meercellig, Celkern, Celwand, Bladgroenkorrels

Slide 15 - Quizvraag

Organismen behoren tot dezelfde soort als:

Slide 16 - Open vraag

Nieuwe soorten kunnen ontstaan door (1) en (2)
Dit heet (3)
A
(1) Variatie (2) Selectie (3) Evolutie
B
(1) Evolutie (2) Selectie (3) Variatie

Slide 17 - Quizvraag

Hoe langer geleden de gemeenschappelijke voorouder leefde, hoe meer / minder soorten verwant zijn.
A
Meer
B
Minder

Slide 18 - Quizvraag

BS 3 Dieren

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt dieren indelen op grond van de kenmerken skelet en symmetrie
- Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes stammen van het dierenrijk

Slide 20 - Tekstslide

Het rijk van de dieren
Het rijk van de dieren wordt verder ingedeeld in 34 stammen

We kijken hierbij naar:
- symmetrie
- skelet

Slide 21 - Tekstslide

Symmetrie
in twee gelijke helften te verdelen

Slide 22 - Tekstslide

Symmetrie bij dieren
Helften hoeven niet precies hetzelfde te zijn!

Slide 23 - Tekstslide

Symmetrie
Kijk om je heen en kies een voorwerp
Bepaal of het voorwerp tweezijdig, veelzijdig of           niet-symmetrisch is. 

Slide 24 - Tekstslide

Wat is de functie van het skelet?

Slide 25 - Open vraag

Skelet
  • Stevige delen in of om het lichaam
  • Stevigheid en bescherming



Slide 26 - Tekstslide

Skelet van dieren
  • Inwendig skelet
  • uitwendig skelet
  • Geen skelet 



Slide 27 - Tekstslide

Geef aan: Inwendig/ uitwendig of geen skelet

Slide 28 - Tekstslide

Geef aan: Inwendig/ uitwendig of geen skelet
Inwendig
Skelet
Geen Skelet
Uitwendig 
skelet
Inwendig
Skelet

Slide 29 - Tekstslide

Indeling van dieren
Symmetrie en skelet 
Focus op 6 stammen
  • Sponsdieren, neteldieren, weekdieren, stekelhuidigen, geleedpotigen, gewervelden

Slide 30 - Tekstslide

Sponsdieren
  • Niet-symmetrisch
  • Inwendig Skelet --> skelet van hoornvezels tussen de cellen
  • Leven meestal vast op de bodem van de zee

Slide 31 - Tekstslide

Neteldieren
  • Veelzijdig symmetrisch
  • meestal geen skelet
  • Leven in het water
  • Vangen hun prooi met tentakels (vangarmen)

Slide 32 - Tekstslide

Weekdieren
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Uitwendig skelet --> meestal een schelp of huisje

Slide 33 - Tekstslide

Stekelhuidigen
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Inwendig skelet van kalk
  • Huid is bedekt met stekels of knobbels
  • Leven op de bodem van de zee

Slide 34 - Tekstslide

Geleedpotigen
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Uitwending skelet --> een pantser 

Vergroten:

Slide 35 - Tekstslide

Gewervelden
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Inwendig skelet --> wervelkolom

Slide 36 - Tekstslide

Noem 3 dingen die je deze les hebt geleerd

Slide 37 - Open vraag

HW 
Thema 3 BS 3 Opdracht 1 t/m 7 behalve opdr 4

Slide 38 - Tekstslide