Tiempos del Pasado HV23

Vervang de vormen van de presente door vormen van de pretérito perfecto.
Pagamos el alquiler de la casa a principios del mes.
1 / 45
volgende
Slide 1: Open vraag
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Vervang de vormen van de presente door vormen van de pretérito perfecto.
Pagamos el alquiler de la casa a principios del mes.

Slide 1 - Open vraag

Vervang de vormen van de presente door vormen van de pretérito perfecto.
Sigo sus consejos.

Slide 2 - Open vraag

Vervang de vormen van de presente door vormen van de pretérito perfecto.
Esta mañana voy al mercado.

Slide 3 - Open vraag

Vervang de vormen van de presente door vormen van de pretérito perfecto.
¿Quién es el culpable?

Slide 4 - Open vraag

Vervang de vormen van de presente door vormen van de pretérito perfecto.
¿Por qué no me enseñas tu nuevo vestido?

Slide 5 - Open vraag

Vervang de vormen van de presente door vormen van de pretérito perfecto.
No entienden este cuento.

Slide 6 - Open vraag

Zet het werkwoord in de juiste vorm van de pretérito perfecto.
¡Qué bien! Pues mis padres y yo (estar) ... en las Canarias

Slide 7 - Open vraag

Zet het werkwoord in de juiste vorm van de pretérito perfecto.
¿Ah sí? ¿Y qué (hacer, vosotros) ... ?

Slide 8 - Open vraag

Zet het werkwoord in de juiste vorm van de pretérito perfecto.
Esta semana (tener, yo) ... que estudiar mucho.

Slide 9 - Open vraag

Verander de vorm van de presente in de juiste vorm van de pretérito impefecto.
hablo

Slide 10 - Open vraag

Verander de vorm van de presente in de juiste vorm van de pretérito impefecto.
comen

Slide 11 - Open vraag

Verander de vorm van de presente in de juiste vorm van de pretérito impefecto.
vivimos

Slide 12 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van de pretérito impefecto.
Mi madre me (contar) ... cuentos todas las noches.

Slide 13 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van de pretérito impefecto.
Mi hermano y yo (tener) ... el pelo rubio.

Slide 14 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van de pretérito impefecto.
Mis abuelos (vivir) ... cerca de la playa.

Slide 15 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van de pretérito impefecto.
¿Tú (tener) ... mascota?

Slide 16 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van de pretérito impefecto.
¿A qué (jugar) ... cuando eras pequeño en la calle?

Slide 17 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van de pretérito impefecto. Antes no todos los niños (poder) ... ir a la escuela.

Slide 18 - Open vraag

Verander de vorm van de presente in de juiste vorm van de pretérito indefinido.
hablo

Slide 19 - Open vraag

Verander de vorm van de presente in de juiste vorm van de pretérito indefinido.
comes

Slide 20 - Open vraag

Verander de vorm van de presente in de juiste vorm van de pretérito indefinido.
vive

Slide 21 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van de pretérito indefinido.
Ayer no (entrar, él) ... en la oficina hasta mediodía.

Slide 22 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van de pretérito indefinido.
La semana pasada (entrevistar, ellos) ... a Mario Vargas Llosa.

Slide 23 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van de pretérito indefinido.
En esa fiesta todos (bailar, nosotros) ... mucho.

Slide 24 - Open vraag

Verander de vormen van de presente in vormen van de pretérito indefinido.
La reina recibe a todos los embajadores en el Palacio Real de Amsterdam.

Slide 25 - Open vraag

Verander de vormen van de presente in vormen van de pretérito indefinido.
No te prometo nada.

Slide 26 - Open vraag

Verander de vormen van de presente in vormen van de pretérito indefinido.
¿Por qué no subes al tren?

Slide 27 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de juiste verleden tijd in.
Esta mañana (ir, yo) al mercado.

Slide 28 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de juiste verleden tijd in.
En 1922 Dalí (conocer) ... a Federico García Lorca.

Slide 29 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de juiste verleden tijd in.
Cuando tenía diez años (jugar, yo) ... en la calle todos los días.

Slide 30 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de juiste verleden tijd in.
Todos los veranos (venir) ... muchos turistas a nuestro pueblo.

Slide 31 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de juiste verleden tijd in.
¿(estar, tú) ... en Sevilla alguna vez?

Slide 32 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de juiste verleden tijd in.
(ver, vosotros) ... a Juan esta mañana?

Slide 33 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de juiste verleden tijd in.
Cada verano (pasar, ellos) ... en Francia.

Slide 34 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de juiste verleden tijd in.
La semana pasada Clara (ver) ... a David en el Cine.

Slide 35 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de juiste verleden tijd in.
En verano (estar, nosotros) ... en Croacia.

Slide 36 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de juiste verleden tijd in.
¿(Viajar, tú) ... mucho el año pasado?

Slide 37 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de juiste verleden tijd in.
El jueves (viajar, yo) ... a Madrid.

Slide 38 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de juiste verleden tijd in.
Este jueves (viajar, yo) ... a Madrid.

Slide 39 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de juiste verleden tijd in.
Cada jueves (viajar, yo) ... a Madrid.

Slide 40 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de juiste verleden tijd in.
Alba y yo (hacer) ... un viaje por Cantabria el año pasado.

Slide 41 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de juiste verleden tijd in.
La semana pasada Clara (ver) ... a David en el Cine.

Slide 42 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de juiste verleden tijd in.
Yo, de pequeño, siempre (cantar) ... la misma canción.

Slide 43 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de juiste verleden tijd in.
Chicos, ¿qué (comer) ... ayer en el instituto?

Slide 44 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de juiste verleden tijd in.
(Estar) ... en la playa cuando me (llamar) ... tu hermano.

Slide 45 - Open vraag