In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Herhaling WINL H1 & H2
Herhalen H1 & H2
Voorbereiden toetsweek
Slide 1 - Tekstslide
Even inkomen: Sleep het juiste begrip naar de juiste afbeelding
Waterscheiding
Stroomgebied van de Rijn
Bovenloop
Stroomstelsel
Stroomgebied van de Maas
Slide 2 - Sleepvraag
Het overstromingsrisicobewustzijn in Nederland is:
A
Hoog
B
Laag
Slide 3 - Quizvraag
Waal
Rijn
Maas
Noordzee
Waddenzee
IJsselmeer
Slide 4 - Sleepvraag
Verval en verhang
verval = het aantal meters dat een rivier naar beneden 'valt' tussen twee bepaalde punten
Verhang = het verval / de totale lengte van de rivier tussen twee bepaalde punten
verhang=lengte(km)verval
Slide 5 - Tekstslide
Als het verval 600 meter is en de lengte van de rivier 450 kilometer is. Wat is dan de juiste berekening voor het verhang?
A
600 x 450
B
600-450
C
600 \ 450
D
600 + 450
Slide 6 - Quizvraag
Welke van de volgende uitspraken over rivieren is/zijn juist? B I Dicht bij de bron is het verval in het algemeen kleiner dan bij de monding. II Dicht bij de bron is de rivier in het algemeen breder dan bij de monding.
A
Beide uitspraken zijn juist
B
Alleen uitspraak 1 is juist
C
Aleen uitspraak 2 is juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Welke drie stappen zijn onderdeel van de drietrapsstrategie?
Slide 8 - Open vraag
1.Reliëf
2. Stroomsnelheid
3. Processen
4. Sediment
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Veel
Weinig
Overgang hoog naar laag
Laag
Sedimentatie
Fijn zand, klei
Erosie in de breedte
Hoog
verticale
erosie
stenen
hoog/laag
Erosie/sedimentatie in evenwicht
Grof zand, grind
Slide 9 - Sleepvraag
Wat zal de belangrijkste oorzaak zijn voor de verwachte zeespiegelstijging?
A
Smelten zee ijs
B
Smelten landijs
C
Toename water in de kringloop
D
Uitzetten van zeewater
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Video
Waardoor hebben polders in West-Nederland veel last van verzilting?
A
door bemaling van de polders
B
door de infiltratie van oppervlaktewater in de duinen
C
door de toenemende neerslag
D
door opwaartse stroming van zoet water
Slide 12 - Quizvraag
Waarom is de kans op verzilting door zeewater in de zomer het grootst?
Slide 13 - Open vraag
IJsselmeer
De rol van het IJsselmeer is dat men het water in de zomer verhoogt in het IJsselmeer.
Hierdoor kan de overheid dit zoetwater verdelen voor drinkwater en voor de landbouw.
Slide 14 - Tekstslide
Hoeveel % van al het water op de aarde is zoet water?
A
3%
B
12,5%
C
25%
D
48%
Slide 15 - Quizvraag
Prioriteiten in tijden van droogte. Wat komt eerst? Wat als laatste?